Balkenende opent Nederlands paviljoen Happy Street
Minister-president Balkenende heeft op 1 mei 2010 de opening verricht van het Nederlands paviljoen Happy Street op de World Expo 2010 in Shanghai. Tijdens de rondleiding over de handelsroute tapte de premier het eerste glas gezuiverd drinkwater uit de ‘benzinepomp’ Tokheim en tekende hij het gastenboek. Ook floot hij af voor het doeltrappen op het aanwezige voetbalveldje.
"Happy Street is een fantastisch paviljoen. Een visitekaartje voor "Dutch design". Dit zal zeker de toch al goede betrekkingen met China nog een extra impuls geven," zei minister-president Balkenende na de opening.
Chinees geluksgetal
Nederland presenteert zich in Shanghai met een aansprekend en origineel paviljoen: Happy Street, ontworpen door architect Körmeling. Happy Street is een stad die ontstaat langs een handelsroute. Het paviljoen is een straat in de vorm van een acht, het Chinese geluksgetal, waar bezoekers een reis kunnen maken langs Nederlandse iconen.
Langs ‘Happy Street’ staan huisjes, ieder in een andere architectonische stijl, die samen de Nederlandse architectuurtraditie vertegenwoordigen. Voorbeelden zijn de nagebouwde chauffeurswoning van Rietveld en de Van Nelle Fabriek in Rotterdam. Elk huisje toont hoe innovatief en duurzaam Nederland omgaat met ruimte, energie en water. Thema’s zijn onder meer waterzuivering, de kleinste computerchip en zonne-energie.
Nationale dag
Op 18 mei is de Nederlandse nationale dag. Op die dag brengen de prins van Oranje en prinses Máxima samen met minister Van der Hoeven een bezoek aan Happy Street. Gedurende de hele duur van de Expo (van 1 mei tot en met 31 oktober) organiseren de deelnemers aan het paviljoen verschillende evenementen.
Nederland richt zich op de naar verwachting zeventig miljoen Chinezen die de Expo zullen bezoeken. Een belangrijke groep wordt gevormd door vertegenwoordigers uit de zakenwereld en de overheid. Zij worden uitgenodigd voor speciale gelegenheden in het paviljoen waar Nederlandse kennis over onder meer biotechnologie, transport, agribusiness en water centraal staan. De tweede doelgroep bestaat uit potentiële toeristen, met name de beter opgeleide stedelijke middenklasse. Het doel is hen op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met Nederland.