Rampenbestrijding nog niet helemaal op orde
De organisatie van de rampenbestrijding is nog niet overal in Nederland op orde. Van de 25 veiligheidsregio’s voldoen er acht bijna volledig aan de gestelde eisen. Het gaat om de regio’s Rotterdam-Rijnmond, Kennemerland, Twente, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Midden, Noord-Holland-Noord, Zuid-Holland-Zuid en Zuid-Limburg. De meeste andere regio’s zijn goed op weg, maar moeten nog de nodige verbeteringen doorvoeren. Dat constateert de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid in een onderzoek naar de rampenbestrijding in Nederland.
Staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verwacht dat als de veiligheidsregio’s daadkrachtig aan verbeteringen werken, de rampenbestrijding in de loop van 2011 op orde is. Zij heeft het rapport van de Inspectie OOV naar de Tweede Kamer gestuurd.
De Inspectie OOV heeft onderzocht of de 25 veiligheidsregio’s voldoen aan de eisen die onder meer worden gesteld in de Wet op de veiligheidsregio’s. Deze wet treedt dit najaar in werking. Een van de eisen is dat politie, brandweer en ambulancediensten de bestrijding van een ramp of crisis gezamenlijk aanpakken. De inspectie constateert echter dat van deze multidisciplinaire benadering nog te weinig sprake is en nog te vaak vanuit één discipline wordt gedacht. Ook is van groot belang dat zowel bestuur als operationele diensten over de juiste informatie beschikken. Dat vraagt om informatiemanagement en daar valt volgens de inspectie nog veel aan te verbeteren. Verder wordt er nauwelijks geoefend met de meldkamer. De inspectie wijst erop dat permanente aandacht van bestuurders nodig is voor de verbetering van de kwaliteit van de rampenbestrijding. Per veiligheidsregio heeft de Inspectie OOV in kaart gebracht hoe die presteert op de verschillende aspecten van de rampenbestrijding zoals het maken van een risico-inventarisatie, opleiden en oefenen, alarmering, opschaling en informatiemanagement. Daaruit blijkt dat tussen de verschillende regio’s grote verschillen bestaan.
Staatssecretaris Bijleveld wil dat de veiligheidsregio’s die achterblijven een inhaalslag maken om aan de gestelde wettelijke eisen te voldoen. Zij verhoogt nog dit jaar het budget voor de veiligheidsregio’s om ze daarbij te helpen. Ook zal zij regelmatig de voortgang bespreken met het bestuur van de veiligheidsregio’s. Voor 1 mei wil de staatssecretaris afspraken met de veiligheidsregio’s over de verbetering van de informatievoorziening; de regio’s hebben hiervoor inmiddels een IT-systeem gekregen. Tenslotte zal zij de Inspectie OOV vragen periodiek onderzoek te doen naar de ‘staat van de rampenbestrijding’, waarbij mede gebruik gemaakt wordt van de informatie uit de kwaliteitssystemen van de regio’s zelf.