Huizinga onderzoekt leegstand kantoren
Minister Tineke Huizinga van VROM wil de schrikbarend grote leegstand van kantoren aanpakken. Nu al wacht 1 op de 7 kantoren op een huurder. De duur van die leegstand neemt bovendien toe.
Desondanks zal het aanbod aan kantoorruimte bij ongewijzigd beleid de komende jaren met ruim 15% groeien. Daarom laat Huizinga onderzoeken hoe de markt voor kantoren functioneert en wat de achterliggende oorzaken van leegstand zijn.
Bouwen voor leegstand
In Nederland staat momenteel 6,7 miljoen vierkante meter kantoor leeg. Dat komt overeen met de omvang van de Amsterdamse binnenstad. Maar hoewel 14% van alle kantoren op een huurder wacht, wordt er toch stug doorgebouwd. De verwachting is zelfs dat de structurele leegstand (langer dan 3 jaar) van nagenoeg onverhuurbare kantoren toe zal nemen van 28% naar 44%.
“Het is toch te gek voor woorden dat we onbekommerd blijven bouwen als er nog kantoorruimte met een oppervlakte van 960 voetbalvelden leeg staat,” aldus de minister. Bij provincies en gemeenten liggen namelijk plannen op de plank voor nog eens zo’n 6 miljoen vierkante meter nieuwe kantoorruimte. Huizinga: “Dat is onverantwoorde verspilling van de schaarse ruimte in ons land. Bijvoorbeeld in Amsterdam waar grote leegstand van kantoren heerst, terwijl woningzoekenden tegelijkertijd alleen met de grootste moeite een betaalbare woning kunnen vinden.”
Onderzoek en aanpak
Om een oplossing voor dit probleem te vinden, heeft Huizinga het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) gevraagd een flitsonderzoek te doen naar het functioneren van de kantorenmarkt. Doel is de oorzaken van de verschillende soorten leegstand in kaart te brengen. De resultaten van het onderzoek worden eind mei verwacht.
Ondertussen zet Huizinga zelf al een aantal acties in gang. Zo snel mogelijk wordt de regel van kracht dat er alleen nieuwe kantoren mogen worden gebouwd als is aangetoond dat er geen alternatieven binnen de bestaande voorraad zijn. Dit is conform de SER-ladder die nu al geldt bij de aanleg van bedrijventerreinen. Ook zal het Besluit Omgevingsrecht de mogelijkheid om gebouwen tijdelijk een andere bestemming te geven, verruimen van 5 naar maximaal tien jaar.
Ook zal de minister nog voor de zomer in gesprek gaan met beleggers, ontwikkelaars en overheden. Doel is te komen tot een gezamenlijk plan van aanpak. Tot slot zal het ministerie van VROM samen met de gemeente Amsterdam en de provincie Utrecht in een aantal pilots verkennen hoe leegstaande kantoren gemakkelijker naar woningen kunnen worden getransformeerd.