Schenkbelasting. Erfbelasting. Inkomstenbelassting. Intrekking beleidsbesluiten
Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten
Besluit van 20 april 2010, nr. DGB2010/1572M, Staatscourant 2010, 6447
De minister van Financiën heeft het volgende besloten.
In dit besluit worden enkele beleidsbesluiten ingetrokken die betrekking hebben op de Successiewet 1956 en de Wet IB 2001. De besluiten hebben hun belang verloren door wetswijziging of tijdsverloop.
1. Inleiding
In dit besluit worden enkele beleidsbesluiten ingetrokken die betrekking hebben op de Successiewet 1956 en de Wet IB 2001. De besluiten hebben hun belang verloren door wetswijziging of tijdsverloop. Hierna volgt een overzicht van de besluiten die worden ingetrokken.
- 19 december 2002, nr. CPP2002/3210M (Certificeren van vermogen via stichtingen). Dit besluit heeft onder meer door invoering van het zogenoemde APV regime per 1 januari 2010 (opgenomen in artikelen 16, 17 en 26a van de Successiewet 1956 en artikel 2.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001) zijn praktische belang verloren per 1 januari 2010.
- 15 augustus 2003, nr. CPP2003/1905M (Successiewet 1956; artikel 24, vijfde lid. Samenloop schenkingsrecht en overdrachtsbelasting). De samenloopregeling kan niet worden toegepast als de verkoper niet dezelfde persoon is als de schenker. Dit standpunt is in de jurisprudentie onderschreven onder meer door Hof ’s-Hertogenbosch in zijn uitspraak van 10 oktober 2008, nr. 08/00143, LJN BH5201, V N 2009/21.9, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 14 december 2001, nr. 36617 (BNB2002/70).
- 19 augustus 2003, nr. CPP2003/1973M (Successiewet 1956; vermindering van de aanslag bij het terugdraaien van de schenking). Per 1 januari 2010 voorziet artikel 53 van de Successiewet 1956 in een teruggave van geheven schenkbelasting bij een herroepelijke schenking.
- 1 februari 2006, nr. CPP2005/2893M (Inkomstenbelasting; buitengewone uitgaven, vermenigvuldigingsfactor en chronisch-ziekenforfait bij ontbreken aangifte voorgaande jaren). De vermenigvuldigingsfactor en het chronisch-ziekenforfait voor de jaren 2002 en 2003 waren afhankelijk van een aftrek van buitengewone lasten/uitgaven in de voorafgaande jaren. Goedgekeurd is dat ook zonder aangifte over voorgaande jaren er vanuit kan worden gegaan voor die voorafgaande jaren dat buitengewone lasten/uitgaven in aanmerking zijn genomen. Dit besluit was alleen van belang voor de heffing van de inkomstenbelasting over 2002 en 2003.
2. Ingetrokken regelingen
De volgende besluiten zijn ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit:
- CPP2002/3210M;
- CPP2003/1905M;
- CPP2003/1973M; en
- CPP2005/2893M.
3. Inwerkingtreding en vervaldatum
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van de dag na de inwerkingtreding.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 20 april 2010.
De minister van Financiën,
J.C. de Jager.