Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme

In 2009 ondervond de bevolking van 15 jaar en ouder 6,3 miljoen delicten. Dit aantal ligt 0,4 miljoen hoger dan in het jaar daarvoor. De stijging is vooral toe te schrijven aan meer vandalisme. Het aantal inwoners dat slachtoffer werd van een delict veranderde echter nauwelijks. Bijna 27 procent gaf eind 2009 aan in de voorgaande 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van veel voorkomende criminaliteit. Eind 2009 gaven Nederlanders aan zich even onveilig te voelen als in 2008.

Dit zijn enkele resultaten uit de Landelijke Rapportage van de Integrale Veiligheidsmonitor 2009 (IVM) van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie.

De toename van het aantal delicten doet zich vooral voor bij vandalisme zoals beschadiging van of diefstal vanaf auto’s en overige vernielingen, bijvoorbeeld aan de buitenkant van de woning of in de tuin. Deze delicten namen in totaal met bijna een kwart miljoen toe tot ruim 2,8 miljoen in 2009. Het aantal gewelds- en vermogensdelicten, waaronder inbraak en autodiefstal, bleef vrijwel op hetzelfde niveau als vorig jaar.

Aantal slachtoffers gelijk

Eind 2009 gaf bijna 27 procent van de ondervraagde personen aan in de 12 voorgaande maanden slachtoffer te zijn geweest van veel voorkomende criminaliteit. Hiermee ligt dit aandeel op een vergelijkbaar niveau als in 2008. Ook voor de afzonderlijke delictsoorten bleef het aantal slachtoffers vrijwel gelijk aan die van het voorgaande jaar.

Het algemene gevoel van onveiligheid in Nederland is niet veranderd. Ruim één op de vier respondenten (26 procent) gaf eind 2009 aan zich wel eens onveilig te voelen. Dit is vrijwel evenveel als eind 2008. In politieregio’s met een overwegend sterk stedelijk karakter voelen naar verhouding meer mensen zich onveilig dan de bevolking van Nederland als geheel.
In Amsterdam-Amstelland voelt men zich het meest onveilig. Meer dan één op de drie inwoners (35 procent) van deze politieregio gaf aan zich wel eens onveilig te voelen. Ook in de politieregio’s Haaglanden en Rotterdam-Rijnmond ligt dit aandeel rond de 30 procent. In deze politieregio’s is meestal ook sprake van een hoger percentage slachtoffers. Het omgekeerde geldt vaak in politieregio’s met geen of weinig stedelijk karakter. Deze patronen hoeven niet altijd te kloppen voor specifieke steden of gebieden binnen de politieregio’s.

Eigen buurt

Bijna twee van de drie ondervonden delicten (64 procent) vindt plaats in de eigen buurt. Dit aandeel ligt met 62 procent iets hoger dan in 2008. Ook de onveiligheidsgevoelens van de inwoners over hun eigen buurt zijn toegenomen. Eind 2009 zei 17 procent van de ondervraagden zich wel eens onveilig te voelen in de eigen buurt, in 2008 was dit ruim 15 procent. Inwoners voelen zich vooral onveilig op plekken waar groepen jongeren rondhangen, rondom uitgaansgelegenheden of op treinstations.

Toelichting

De Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) is een onderzoek onder de bevolking van 15 jaar en ouder over onder meer de leefbaarheid van de woonbuurt, buurtproblemen, beleving van onveiligheid, slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit en de meningen over het functioneren van de politie en gemeenten. De IVM is een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Justitie. De eerste uitvoering van de IVM vond eind 2008 plaats.

De IVM-2009 is vanaf half september tot eind december 2009 landelijk, regionaal en lokaal uitgevoerd. In totaal hebben bijna 200 000 mensen antwoord gegeven op de gestelde vragen. Op landelijk/politieregionaal niveau heeft het CBS ruim 19 000 enquêtes afgenomen. Dit komt neer op een gemiddelde van ongeveer 750 respondenten per politieregio. Daarnaast zijn op (politie)regionaal/lokaal niveau (in 239 gemeenten) bijna 180 000 respondenten ondervraagd. De uitvoering op dit lokale niveau is gecoördineerd en gefaciliteerd door het bureau Veiligheidsmonitor, dat hiervoor speciaal is opgericht door BZK en Justitie en gevestigd is bij het Nicis.

Bij de analyse van de IVM 2009 is gebleken dat de resultaten minder goed spoorden met die van de IVM 2008. Nader onderzoek heeft geleid tot een aanpassing van het weegmodel van de IVM voor zowel 2008 als 2009. Hierdoor zijn ook de uitkomsten van IVM 2008 herzien en kunnen deze afwijken van eerder gepubliceerde uitkomsten. Voor meer details zie de landelijke rapportage bijlage 1.

Gegevens over veel voorkomende criminaliteit zijn gebaseerd op eigen opgaven van de respondenten en niet op registratie door politie of andere instanties.

Omdat de IVM zowel landelijk als lokaal een steekproefonderzoek is, hebben de gepresenteerde percentages onnauwkeurigheidsmarges.

Personen die in instellingen en tehuizen wonen, zijn in de IVM niet opgenomen.