Nederland stelt zorgvuldigheid voorop bij export naar Iran
Internationale sancties tegen Iran komen in Nederland en Europa tot uiting in een strenger exportcontrolebeleid van strategische goederen richting Iran. De Nederlandse regering hecht belang aan een strikte naleving van haar internationale verplichtingen. Geprobeerd wordt echter om de hinder die het Nederlandse bedrijfsleven daarbij ondervindt, zoveel mogelijk te beperken. De Nederlandse regering is richting Iran zorgvuldig, waakzaam en terughoudend, maar zet zich binnen Europa actief in om te komen tot een gelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven.
Dat schrijft minister Van der Hoeven (Economische Zaken) in een brief die op woensdag 21 april 2010 naar de Tweede Kamer is gestuurd. Volgens de minister zet de Nederlandse regering zich in Europees verband actief in om te komen tot een geharmoniseerde, strenge aanpak. “De regering zet zich in om de hinder voor het Nederlandse bedrijfsleven tot een minimum te beperken, bijvoorbeeld door een vergunningaanvraag zo snel mogelijk te behandelen. De veiligheids- en buitenlandspolitieke belangen stellen we echter altijd voorop. Dat past ook binnen de afspraken die in internationaal verband zijn gemaakt.”
Voor een effectief exportcontrolebeleid is het volgens Van der Hoeven van belang om intensief samen te werken met de Europese partners. “Vanwege de vrije Europese markt zijn de lidstaten van de EU gezamenlijk verantwoordelijk voor het bewaken van de buitengrenzen en is het daarom belangrijk dat Europese lidstaten onderling informatie uitwisselen.” De minister benadrukt dat wanneer een gebrek aan ‘level playing field’ wordt geconstateerd, de regering dit altijd zal proberen te herstellen in overleg met de andere EU-lidstaten.
Onder strategische goederen worden twee categorieën goederen verstaan: militair materieel en goederen voor tweeërlei gebruik, ook wel dual-use goederen genoemd. Voor uitvoer van militair materieel geldt als gevolg van Europese besluitvorming een wapenembargo op Iran. Leveranties van militaire goederen aan dat land zijn daarmee verboden. Voor dual-use goederen geldt doorgaans dat ze zijn bedoeld voor een civiele toepassing, maar dat ze ook gebruikt kunnen worden bij de ontwikkeling van massavernietigingswapens. Door exportcontrole en het daarbij horende vergunningenstelsel worden zulke leveranties getoetst op het risico van een ander dan het geoorloofde civiele gebruik. Aanvragen voor exportvergunningen worden gecontroleerd en eventueel verleend door het ministerie van Economische Zaken in samenwerking en overleg met de douane. Daarbij zijn de criteria: de aard van de goederen, de eindgebruiker en het opgegeven eindgebruik.