Bijeenkomst Château Neercanne
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Beste mensen,
Het is bijna drie eeuwen geleden – 293 jaar – dat Peter de Grote dit indrukwekkende kasteel aandeed. Ik weet niet of er hier toen ook al zo goed werd gekookt. In ieder geval was tsaar Peter bijzonder geboeid door het kasteel zelf. Hij was met name geïnteresseerd in de ingenieus aangelegde terrastuinen.
Een leergierig man, die tsaar Peter. Geen lieverdje. Het is niet nodig om hem in alle toonaarden op te hemelen. Maar hij was wel een inspirerend voorbeeld als man die z’n land wist op te stoten in de vaart der volkeren. Peter de Grote zag in dat het nodig is te investeren in infrastructuur en vernieuwing om de economie van Rusland tot bloei te brengen.
Dat is een visie waaruit we in deze tijd nog altijd inspiratie kunnen putten. Natuurlijk gaat het in Rusland om een andere schaal. Maar economische bloei is niet afhankelijk van het aantal vierkante kilometers. Het hangt wel samen met zelfbewustzijn, focus en lef. In Nederland wonen nogal wat mensen die ervan uitgaan dat we vanwege ons formaat internationaal niet zo veel in de melk te brokken hebben. Onzin!
Ik ben vorige week teruggekomen uit Brazilië. Tijdens zo’n reis krijg ik een heel ander beeld. Grote delen van de wereld zien ons als toegangspoort voor Europa. In havensteden in alle windrichtingen, in landen die hun infrastructuur willen verbeteren, zijn wij welkome gasten. Onze wetenschappers, onze architecten, onze ingenieurs staan hoog aangeschreven in de wereld. Met ons imago is niks mis. Daar mogen we trots op zijn. En we kunnen er dankbaar gebruik van maken.
Ik wil u een anekdote vertellen over deze bijzondere plek, waar regeringsleiders uit de hele wereld wel eens een vorkje hebben geprikt. Het gaat over de bedrijfsleider hier - Peter Harkema en het is een illustratie van de Nederlandse ondernemersgeest. Velen van u zullen Peter Harkema wel kennen. Hij bedacht eind 2008, toen de crisis in volle hevigheid toesloeg, dat hij helemaal geen zin had om bij de pakken neer te gaan zitten. Dus zei hij tegen zijn vrouw: ,,Ans, we vieren in 2009 ons 25-jarig jubilieum. En we maken er een prachtig jaar van. Crisis? Niet in Château Neercanne!’’
De Harkema’s beseffen heel goed dat je van wereldleiders alleen niet kunt leven. De zeg maar ‘gewone gasten’ moesten ze binnen zien te houden. Dus bedachten ze een list. Ze bedongen 25 procent korting bij hun leveranciers – die natuurlijk graag wilden blijven omzetten – en konden daardoor de gasten een feestelijk lunchmenu aanbieden voor de jubileumprijs van 25 euro. Die jubileummenuutjes gingen als warme broodjes over de toonbank. Misschien was u ook wel van de partij. Er zijn er 7500 van geserveerd en zo hebben Ans en Peter Harkema de crisis weten te bezweren.
Beste mensen, voor mij is dit Limburg op z’n best. Een plek waar ondernemingszin en genieten van het goede leven hand in hand gaan. Voor mij staat dat voor kwaliteit. En kwaliteit, daar val je mee op; daar onderscheid je je mee, in binnen- en buitenland. Het was kwaliteit die tsaar Peter de Grote naar Nederland en naar Château Neercanne lokte. Het is kwaliteit die jaarlijks twintigduizend gasten doet kiezen voor dit restaurant. En daarvan is meer dan een derde afkomstig uit het buitenland.
Dat is natuurlijk hard werken. En dat geldt voor deze hele streek, voor dit hele land: we zullen er hard aan moeten trekken om er na de crisis weer helemaal bovenop te komen. Ook Limburg heeft de afgelopen anderhalf jaar stevige klappen moeten incasseren. En dat is hard aangekomen. De cijfers uit de laatste conjunctuurenquête van de Kamer van Koophandel spreken boekdelen.
De groep ondernemers die dit jaar nog uitgaat van minder export en minder banen, is groter dan de groep die groei voorziet.
We zijn voorbij het dieptepunt van de crisis aanbeland, we zijn weer op de weg omhoog, maar het vergt nog heel wat zweetdruppels voordat we weer op de top van de berg zitten. Dat geldt voor ons allemaal, voor ondernemers, voor instellingen, voor lokale overheden en het geldt natuurlijk ook zeker voor de rijksoverheid.
Daarom vond ik het zo beroerd twee maanden geleden, toen het kabinet viel. Het was veel beter geweest voor dit land als we deze klus hadden afgemaakt. Maar ik ben niet van plan om de komende maanden stil te zitten. Ik ga nog even door, demissionair of niet, tot er een nieuw kabinet is.
Dit land heeft geen behoefte aan over elkaar rollende politici, dit land heeft behoefte aan mensen die beschikken over daadkracht en deskundigheid. Dit land heeft behoefte aan vernieuwing, aan een betere infrastructuur en aan doorstroming. Aan kwaliteit. Weg uit het moeras van besluiteloosheid en eindeloze procedures.
Dat overstijgt het belang van het individu, dat overstijgt het belang van mijn persoon. Nederland moet verder.
Een aantal van u weet dat het mijn belangrijkste drijfveer was om in 2007 vanuit Brussel terug naar Den Haag te komen. Om de kachel aan te blazen en het vuur weer hoog op te laten laaien. Om met elkaar de kansen te kunnen grijpen die hier voor het oprapen liggen. Om het buitenland met open armen te ontvangen, rond te leiden en te laten zien wat een kwaliteit we in huis hebben. Om vaart te maken. Ik heb me daar de afgelopen jaren sterk voor gemaakt. En dat werk moet doorgaan.
Vergeleken met eerdere regeringsperiodes heeft dit kabinet veel voor elkaar gekregen. Als ik mij tot mijn eigen portefeuille beperk:
Er zijn twee keer zoveel besluiten genomen,
We werken twee keer zo snel aan de weg en aan het spoor.
We steken twee keer zo vaak de schop de grond in, mede dankzij mijn spoedaanpak wegen.
We leggen bijna twee keer zoveel kilometers extra rijstrook aan – gemiddeld 185 kilometer per jaar.
In Limburg zijn we buitengewoon actief. Deze regio is onze toegangspoort tot onze buurlanden. Wie aankomt in Maastricht ziet de Europese vlaggen al wapperen. Hier geven we ons visitekaartje af aan Europa.
Maastricht is een internationaal knooppunt. Des te treuriger is het dat op de doorgaande route tussen Amsterdam en Rome, het verkeer op één plek tot stilstand komt voor een reeks rode stoplichten. Rode stoplichten midden in Maastricht, midden in dit symbool van een verenigd Europa.
Dat kan niet. Die vertraging moet weg, Maastricht moet vooruit. Daarom werken we hier aan een groots project van zes kilometer stedelijke vernieuwing.
Zes kilometer kwaliteit van hoog niveau. We steken er veel geld in. Europa, het Rijk en de regio investeren gezamenlijk bijna 700 miljoen euro.
We zetten er vaart achter. Vorig jaar zomer heb ik hier in Maastricht bekend gemaakt dat Avenue 2 met De Groene Loper de opdracht kreeg. Nog voor het einde van het jaar heb ik samen met eurocommissaris Tajani het startsignaal gegeven voor de voorbereidende werkzaamheden. En dit jaar begint de bouw van het ecoduct Kruisberg, het eerste groene deelproject van het hele project.
De A2 duikt hier vanaf 2016 de grond in. Vanaf dat moment voorkomen we dat het doorgaand verkeer en het stadsleven elkaar nog langer in de weg zitten. Ondergronds de pulserende ader waarop het transport van en naar Europa doorstroomt. Daarboven een frisse groene zone die de stad nog aantrekkelijker maakt.
Het werk hier in Maastricht staat niet op zichzelf. Het is een van de majeure projecten aan de A2, de belangrijkste noord-zuidverbinding van ons land. U weet, we bouwen ook een tunnel bij Utrecht, een tunnel op het land waarmee we al ver zijn gevorderd. Ook de verbeteringen en uitbreidingen van de A2 rondom Eindhoven zullen u niet ontgaan zijn. Ook hierdoor is de bereikbaarheid van Limburg vanuit de Randstad enorm verbeterd
En hier in Limburg vergroten we met behulp van de spoedaanpak de capaciteit van de A2 in sneltreinvaart. Nog voor de zomer begint de afbouw van de spitsstrook Maasbracht-Geleen over een afstand van 18 kilometer in zuidelijke richting. Dat project is eind van het jaar klaar. Begin volgend jaar wordt de spitsstrook de andere kant op afgebouwd. Die is medio 2011 klaar voor gebruik.
We pakken ook de aansluiting van de A2 op de A76 aan. Het gaat immers niet alleen om de doorstroming naar Maastricht, maar net zo goed om de route naar Heerlen en Aken. Het huidige knooppunt Kerensheide kan het drukke verkeer niet aan. Daarom gaat volgend jaar de schop de grond in. Er komen rijstroken bij en we leggen een nieuwe fly-over aan.
Ook wordt samen met de provincie Limburg gewerkt aan verbetering van de aansluiting Nuth. Deze aansluiting is van cruciaal belang voor de beoogde nieuwe Buitenring Parkstad. De provincie heeft het voortouw, waaruit de goede regionale samenwerking in dit gebied blijkt.
Een belangrijk resultaat is de afronding van het zuidelijk deel van de A73. Na veertig jaar praten lag er in 2008 dan eindelijk een rijksweg tussen Maasbracht en Nijmegen.
De laatste loodjes van het A73-project wogen zwaarder dan gedacht. We hebben heel wat technische hobbels moeten nemen voordat ik eind vorig jaar de slagboom kon openen bij de Roertunnel en de tunnel bij Swalmen. Onder u zijn een aantal mensen die er hard aan hebben meegewerkt om het te laten lukken.
Het is niet gemakkelijk geweest, maar we zijn er wel op z’n Limburgs goed uitgekomen. En het resultaat mag er zijn. Venlo, Roermond en omliggende gemeenten zijn beter te bereiken voor het verkeer. En de stads- en dorpscentra zijn erop vooruit gegaan omdat ze zijn verlost van het doorgaande verkeer en het transport van gevaarlijke stoffen. Mede daaraan heeft Roermond z’n verkiezing vorig jaar tot ‘beste binnenstad’ te danken.
Ik heb ook geleerd van het gedoe met die tunnels. Er moet een goede balans zijn tussen een realistische planning en de nieuwste snufjes. Ik ben voor innovatie, maar als het leidt tot nodeloze vertraging, geef ik de voorkeur aan beproefde methoden. Dat is veilig, dat is snel en dat is betrouwbaar.
De bereikbaarheid van Roermond verbetert overigens ook via het spoor. Ik heb me er vorige maand hard voor gemaakt dat er 44 miljoen euro gaat naar een aantal drukke trajecten in het noorden, oosten en zuiden van het land. Ook hier valt wat te winnen – vooral tijdwinst. Tussen Nijmegen en Roermond verbeteren we het spoor met nieuwe snelwissels bij Venray en Reuver én een kilometer dubbelspoor bij Reuver. Ook verhogen we de snelheid van de treinen. Al met al kom je vanaf 2013 zo’n zes minuten sneller in Roermond aan.
Als laatste infrastructurele opsteker voor Limburg wil ik de aanleg van de A74 noemen. Als het aan mij ligt is die klaar in 2012, nog voor de Floriade. We hebben het vorige maand gegund aan Dura Vermeer. Die gaat dat gouden stukje snelweg aanleggen waardoor het verkeer van en naar het Ruhrgebied en richting Zuid-Duitsland in één keer kan doorstromen. In mijn visie een waardevolle investering in een bloeiende economie.
Venlo heeft een strategisch prachtige ligging tussen onze mainports en Oost-Europa. Het heeft veel ruimte te bieden voor opslag en overslag. Dankzij die ligging is het na Rotterdam en Schiphol het derde logistieke knooppunt van Nederland. Zo’n gunstige positie vergt voortdurend onderhoud. We zijn het aan de economie van ons land verplicht om die belangrijke regio te voorzien van een eersteklas aansluiting op het achterland.
Beste mensen, we pakken door. Peter de Grote liet drie eeuwen geleden de economie van Rusland op volle toeren draaien door voortvarend en creatief te investeren in infrastructuur. Hij keek over de grenzen heen. Precies dát moeten wij ook blijven doen. Wij houden deze streek aan de gang door ons te blijven verbinden met het buitenland. Laten we trots zijn op ons aanbod van producten, dienstverlening en verbindingen. Een aanbod dat kwaliteit ademt. Het enige dat wij moeten doen is de kwaliteit hoog houden en de deur naar het buitenland wagenwijd openhouden.
Graag wil ik het glas heffen op een ondernemende spirit, de spirit van Château Neercanne en de spirit van Limburg, de mooiste provincie van ons land.