Kamerbrief inzake beantwoording vragen over het rapport ‘Geldstromen ontwikkelingssamenwerking’ van de Algemene Rekenkamer
Graag bied ik u hierbij mijn reactie aan op het verzoek van de commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 24 maart 2010 met kenmerk 32 318 betreffende de vragen over het rapport van de Algemene Rekenkamer ‘Geldstromen ontwikkelingssamenwerking’.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over het rapport ‘Geldstromen ontwikkelingssamenwerking’ van de Algemene Rekenkamer.
Vraag 1
Bevordert u het voornemen van de Algemene Rekenkamer meer samen te werken met rekenkamers uit andere donorlanden? Bent u in dit kader ook voornemens de rekenkamers in ontvangende landen te stimuleren dan wel te versterken?
Antwoord
Het versterken van het functioneren van onafhankelijke rekenkamers (of zogenaamde Supreme Audit Institutions) is van groot belang voor het verbeteren van begrotings- en verantwoordingsprocessen in ontwikkelingslanden en leidt tot betere controle op de doelmatigheid en doeltreffendheid van overheidsuitgaven in deze landen. Ook de activiteiten en voornemens van de Algemene Rekenkamer om meer samen te werken met rekenkamers uit andere donorlanden dragen hieraan bij.
Op 20 oktober 2009 heeft Nederland een Memorandum of Understanding (MoU) mede-ondertekend tussen INTOSAI 1 , de internationale koepelorganisatie van rekenkamers, en de internationale donorgemeenschap. Dit MoU richt zich op verbeterde samenwerking tussen donorlanden en hun rekenkamers met overheden en hun rekenkamers van ontvangende landen. Enerzijds door het ontwikkelen van een gezamenlijke strategie voor capaciteitsversterking van rekenkamers in ontwikkelingslanden. Anderzijds door de verschillende mechanismen en financieringskanalen van donorlanden te stroomlijnen met de behoeften van zowel donorlanden als ontvangende landen, zoals afgesproken in de Accra Agenda for Action 2 . De Algemene Rekenkamer is nauw betrokken geweest bij de opstelling van dit MoU en de uitvoering ervan.
Vraag 2
Neemt u deze transparante weergave van de uitgaven mee in de begroting 2011 en in de jaarverslagen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Transparantie van de uitgaven vormt een belangrijk criterium bij het verder vormgeven van het begrotings- en verantwoordingsproces van Buitenlandse Zaken.
Zo is transparantie voor mij één van de overwegingen geweest om mee te doen aan het experiment begroting- en verantwoordingproces, waarin gekozen is voor de thematische invalshoek. De HGIS nota en het HGIS jaarverslag geven daarnaast ook uit andere perspectieven inzicht in de hulpstromen, zoals de bilaterale middelen die in de partnerlanden zijn besteed en de thematische toerekeningen aan de thema’s ‘onderwijs’, ‘natuur, milieu en water’ en aan ‘HIV/AIDS, Malaria en Tuberculose’. Bovendien wordt er in de tweejaarlijkse resultatenrapportage verslag gedaan over de resultaten van het beleid van ontwikkelingssamenwerking met focus op resultaten in landen en sectoren. Gegeven de weergaven die al worden gepubliceerd zal worden bezien welke elementen uit de publicatie van de Algemene Rekenkamer in de begroting en het jaarverslag of in bovenstaande rapportages (bijvoorbeeld web-links) opgenomen kunnen worden.
Vraag 3
Wat zijn de overwegingen geweest om betalingen te doen aan niet-profiellanden, anders dan aan de bijna 20 landen die noodhulp hebben gekregen?
Antwoord
In het rapport van de Algemene Rekenkamer wordt gesproken over ODA uitgaven aan niet-profiellanden. De noodhulp buiten beschouwing latend, gaat het om een relatief gering bedrag dat ingezet wordt voor centrale, thematische programma’s. De insteek is hierbij de thematische doelstelling van het desbetreffende centrale programma, bijvoorbeeld mensenrechten, maar niet zozeer of het land van bestemming wel of niet een profielland vormt. Tegen deze achtergrond wordt bijvoorbeeld een mensenrechtenactiviteit in Iran gesteund, is een duurzaam ontwikkelingsverdrag met Costa Rica, Benin en Bhutan gesloten en worden in het kader van het Nederlandse vreemdelingenbeleid terugkeerprojecten gefinancierd.
Vraag 4
Is er zicht op aan welke operationele doelstellingen activiteiten van (grote) Medefinancieringsstelsel (MFS)-instellingen bijdragen? Wordt bij de keuze voor betaling van activiteiten door het ministerie zelf, rekening gehouden met de activiteiten van MFS-instellingen?
Antwoord
De grote MFS-instellingen hebben een breed activiteitenpakket dat zowel diverse operationele doelstellingen als Millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MDGs) betreft waarop het MFS-I beleidskader is gebaseerd. In hun jaarrekening rapporteren de grote MFS-instellingen op basis van de in de bedrijfsplanning 2007-2010 gehanteerde en door het ministerie goedgekeurde thematische rubricering (zie bijgesloten overzichten van ICCO, HIVOS, Oxfam Novib en Cordaid).
Vraag 5
Aan welke landen is de € 104 miljoen voor reproductieve gezondheid besteed? Hoeveel is aan reproductieve gezondheid uitgegeven aan een niet begunstigd land? Wat houden deze betalingen in?
Antwoord
De besteding van EUR 104 miljoen aan het thema reproductieve gezondheid is gebaseerd op de gegevens in het HGIS jaarverslag 2008, bijlage 4, ‘ODA uitgaven partnerlanden 2008’. Dit bedrag is uitsluitend besteed binnen de landenprogramma’s in de drie categorieën van partnerlanden. Het betreffen de volgende landen binnen de categorie ‘versnelde MDG-realisatie’: Bangladesh, Burkina Faso, Ethiopië, Ghana, Jemen, Mali, Mozambique, Nicaragua, Tanzania en Zambia. Binnen de categorie ‘veiligheid en ontwikkeling’ gaat het om besteding in Guatemala. Binnen de categorie ‘Brede relatie’ gaat het om Egypte, Suriname en Vietnam.
1 INTOSAI staat voor de International Organization of Supreme Audit Institutions
2 De Accra Agenda for Action (AAA), vastgesteld in september 2008 en ondertekend door zowel donoren en ontvangende landen, richt zich op het verder ondersteunen en verdiepen van de afspraken zoals die zijn gemaakt in de Paris Declaration on Aid Effectiveness (2005).
Bijlagen
-
Bijlage Cordaid - Kamerbrief inzake beantwoording vragen over het rapport ‘Geldstromen ontwikkelingssamenwerking’ van de Algemene Rekenkamer
-
Bijlage Hivos jaarrekening 2008 - Kamerbrief inzake beantwoording vragen over het rapport ‘Geldstromen ontwikkelingssamenwerking’ van de Algemene Rekenkamer
-
Bijlage ICCO (2) - Kamerbrief inzake beantwoording vragen over het rapport ‘Geldstromen ontwikkelingssamenwerking’ van de Algemene Rekenkamer
-
Bijlage OXFAMNOVIB - Kamerbrief inzake beantwoording vragen over het rapport ‘Geldstromen ontwikkelingssamenwerking’ van de Algemene Rekenkamer