Geweld tegen overheidsdienaren bij uitzetting vreemdelingen aangepakt
Vreemdelingen die bij hun uitzetting uit Nederland geweld gebruiken tegen overheidsdienaren worden aangepakt. Dat schrijft minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin vandaag aan de Tweede Kamer. De minister reageert hiermee op bevindingen van de Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT) dat het geweld dat vreemdelingen gebruiken bij hun uitzetting toeneemt.
Om te voorkomen dat overheidsdienaren worden bespuugd en gebeten wordt in 2010 een pilot uitgevoerd om vreemdelingen die geweld gebruiken een gezichtsmasker op te zetten. Daarnaast gaat de minister bekijken of het mogelijk is om vreemdelingen die herhaaldelijk geweld hebben gebruikt ongewenst vreemdeling te verklaren. Door ongewenstverklaring wordt terugkeer en verblijf in Nederland strafbaar gesteld.
Jaarlijks wordt ongeveer vier procent van de uitzettingen geannuleerd omdat de vreemdeling geweld gebruikt bij zijn uitzetting. Om een effectief uitzetbeleid te kunnen hanteren is het van groot belang dat Nederland daadkrachtig en indien noodzakelijk met gebruik van alle gelegitimeerde middelen optreedt.
Om te voorkomen dat uitgeprocedeerden hun vertrek frustreren door op het allerlaatste moment nieuwe verblijfsaanvragen in te dienen, gaat de minister ook kijken of het mogelijk is om ter plekke meer capaciteit aanwezig te hebben om direct op de aanvraag te beslissen.
De CITT is ingesteld met als doel toezicht te houden op het totale terugkeerproces. De CITT rapporteert en adviseert de betrokken bewindslieden van Justitie, Defensie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.