Kamerbrief inzake toezeggingen tijdens plenair debat Staat van de Unie d.d. 1 december 2009
Tijdens het plenaire debat over de Staat van de Unie op 1 december 2009 heeft uw Kamer een motie over belasting op sms-berichten van het lid Van Bommel aangenomen. Daarnaast zijn door toenmalig staatssecretaris voor Europese Zaken Timmermans een tweetal toezeggingen gedaan, te weten over de samenstelling van expertgroepen en de financiële vergoeding aan de leden daarvan, en over de bereikbaarheid van de overheid vanuit het buitenland. Hieronder zal ik op deze drie zaken ingaan.
Belasting op sms-berichten
Per motie van het lid Van Bommel is de regering door uw Kamer verzocht aan de Europese Commissie kenbaar te maken dat Nederland niet zal instemmen met een belasting op sms-berichten. Dit verzoek is in lijn met de Nederlandse inzet in de EU-begrotingsherziening.
Langs deze lijn heeft de toenmalige staatssecretaris voor Europese Zaken op 4 februari jl. dan ook tijdens een gesprek met DG Budget, Hervé Jouanjean, aangegeven dat de regering tegen een EU-belasting is. Aldus is invulling gegeven aan uw motie.
Samenstelling en vergoeding van expertgroepen
Aan uw Kamer was toegezegd om na te gaan hoe de samenstelling van expertgroepen tot stand komt en te bezien of die evenwichtig genoeg is. De toenmalige staatssecretaris voor Europese Zaken zegde uw Kamer toe eveneens te bekijken of er ondanks de financiële vergoeding die de Commissie verstrekt nog assistentie van Nederlandse zijde nodig is.
De Europese Commissie heeft een website waarop informatie te vinden is over de samenstelling van expertgroepen: http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm . De grote diversiteit aan expertgroepen maakt het echter lastig om een precies overzicht te krijgen van de mate waarin verschillende soorten organisaties, zoals kleine en grote bedrijven, koepelorganisaties of NGO’s, vertegenwoordigd zijn. Wel stelt de Commissie zich tot doel om in de samenstelling van expertgroepen een goede spreiding in achtergrond en sectoren van experts, een diversiteit aan meningen en ook een goede verdeling tussen man en vrouw te krijgen.
De ondervertegenwoordiging van afgevaardigden uit het MKB baart zowel de Europese Commissie als de regering zorgen. Deze ondervertegenwoordiging van het individuele midden- en kleinbedrijf is deels organisatorisch van aard. In een klein bedrijf is het moeilijker om mensen af te vaardigen dan in bijvoorbeeld een multinationaal bedrijf. Veelal wordt nu voorzien in afvaardiging vanuit koepelorganisaties. De vertegenwoordiging van het MKB in dergelijke groepen blijft een aandachtspunt voor de regering.
Deelnemende experts krijgen geen salaris, maar wel een volledige reisvergoeding, een vergoeding voor hotelovernachtingen en daarnaast een dagtoelage van € 92,- van de Commissie. Assistentie van Nederlandse zijde lijkt dan ook niet noodzakelijk.
Bereikbaarheid van de overheid vanuit het buitenland
Tot slot de bereikbaarheid van de overheid vanuit het buitenland. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor het kabinet. Het kabinet heeft ervoor gezorgd dat er een speciale nummerreeks (met startcijfers 14) is ingevoerd voor diensten met een bijzonder maatschappelijk belang, waaronder overheidsdiensten. Daarin bevinden zich bijvoorbeeld al de centrale nummers van een aantal gemeenten. Net als 0800- en 0900-nummers hebben ook de 14-nummers gezorgd voor verbetering van de bereikbaarheid van overheidsinstanties binnen Nederland. In de praktijk kunnen deze nummers nu niet in alle gevallen vanuit het buitenland bereikt worden.
Conform Europese richtlijnen geldt er momenteel een verplichting voor telefonieaanbieders om niet-geografische nummers, zoals 14-, 0800- en 0900-nummers, uit andere landen binnen de EU in hun netwerken bereikbaar te maken. De bereikbaarheid van deze Nederlandse telefoonnummers in het buitenland zou dus door buitenlandse toezichthouders kunnen worden afgedwongen. De eventuele kosten van deze bereikbaarheid dienen dan wel, afhankelijk van de situatie en welk type nummer wordt gebruikt, door de overheidsinstanties die deze nummers gebruiken te worden gedragen.
Overheden zijn nu vanuit het buitenland telefonisch bereikbaar door middel van een geografisch nummer (31-netnummer-abonneenummer). Bij veel instanties wordt dat nummer op hun Engelstalige webpagina weergegeven.
Het kabinet onderkent het belang van de bereikbaarheid van de overheid vanuit het buitenland. Uw zorgen dienaangaande zal ik onder de aandacht brengen van de minister van Economische Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen