Nederland zegt verdrag WEU op

De West-Europese Unie speelt geen rol van betekenis meer en het WEU-verdrag kan daarom worden opgezegd. Dit heeft minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) mede namens minister Van Middelkoop (Defensie) vandaag in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer geschreven.

Nederland en de andere WEU-lidstaten hebben eerder deze week besloten het verdrag op te zeggen.

De WEU is in 1948 in Brussel opgericht. De oprichters hadden drie doelen voor ogen: samenwerken voor economisch herstel, elkaar helpen bij het weerstaan van agressie en stimuleren van eenheid en integratie van Europa. “De WEU heeft in het verleden een belangrijke rol gespeeld bij de Europese veiligheid. Maar de omstandigheden zijn veranderd. De taken van de WEU zijn overgenomen door de NAVO en de EU. De WEU heeft geen actieve portefeuile meer. Dan is het beter om het verdrag op te zeggen,” aldus minister Verhagen.

In de brief aan beide Kamers onderstreept Verhagen dat het voortbestaan van de WEU al geruime tijd ter discussie staat door de steeds verdere ontwikkeling van het veiligheids- en defensiebeleid van de EU. Door het nieuwe EU-verdrag dat eind vorig jaar in werking is getreden, is deze discussie in een stroomversnelling gekomen.

Op dit moment zijn tien West-Europese landen lid van de WEU. Naast de landen van de Benelux zijn dat Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Spanje, Portugal en Engeland. De organisatie bestaat op dit moment alleen nog uit een secretariaat en een parlementaire assemblee. Nederland draagt per jaar ruim 800.000 € bij aan de begroting van in totaal 13 miljoen euro. ‘Deze bijdrage kan in het licht van het afgenomen belang van de WEU niet blijvend verantwoord worden, zeker niet in een tijd van financiële krapte’, aldus de brief.