Ministers Verburg en Klink nemen maatregelen tegen antibioticaresistentie
In drie jaar tijd moet het gebruik van antibiotica in de veehouderij zijn teruggebracht naar het niveau van 1999. Dat is een reductie van 50%. De ministers Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Ab Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nemen deze maatregelen in verband het deskundigenadvies dat is opgesteld onder leiding van directeur Roel Coutinho van het RIVM. Het advies volgt op een bijeenkomst van veterinair- en humaan geneeskundigen die op 31 maart is gehouden over ESBL's. Het advies is vandaag met een brief van beide ministers aan de Tweede Kamer gezonden.
ESBL staat voor 'Extended Spectrum Beta-Lactamase'. Het is een stof die door bacteriën geproduceerd wordt waarmee ze resistent kunnen worden tegen meerdere antibiotica. ESBL's kunnen van de ene bacterie op de andere overspringen. Volgens de deskundigen komt antibioticaresistentie als gevolg van ESBL's steeds vaker voor, zowel in Nederland als in het buitenland. Dit vormt een risico voor de volksgezondheid, omdat slechts één antibioticum, carbapenem, dan nog helpt. Dit kan alleen intraveneus, in het ziekenhuis, worden toegediend. De kans dat ook dit antibioticum op den duur resistent wordt is volgens de deskundigen aanwezig. Er zijn volgens het advies duidelijke aanwijzingen dat de het antibioticagebruik in de veehouderij mede de oorzaak is van het toenemende probleem.
Maatregelen
In het advies raden de deskundigen beide ministers dringend aan om het antibioticumgebruik in de veterinaire sector drastisch en op korte termijn terug tedringen. Dit valt onder het takenpakket van minister Gerda Verburg van LNV. Zij eiste al eerder dat de veesector in 2011 20% minder antibiotica moet gebruiken. Ze verwacht daartoe voorstellen op 1 september van de de 'taskforce antibioticaresistentie dierhouderij' die in 2008 is opgericht. Als die voorstellen niet afdoende kunnen garanderen dat de 20% wordt gehaald, komen er wettelijke maatregelen. Na 2011 moet het antibioticagebruik verder dalen. Minister Verburg wil dat de sector in 2013 op het niveau is van 1999, dat betekent een reductie van 50%.
Volgende week vindt er een gesprek plaats tussen de KNMvD (Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde) en minister Verburg, waarin zij wil spreken over 5% van de dierenartsenpraktijken die verantwoordelijk is voor 80% van het voorschrijven van antibiotica. Ook gaat ze in het gesprek aandringen op een beperkt gebruik van cefalosporine-antibiotica in de pluimveehouderij.
Minister Verburg vindt dat de sector vaart moet maken met de opbouw van een registratiesysteem en het transparant maken van de aard van het antibiotica-gebruik. Op basis van deze registraties kunnen de sectoren van jaar tot jaar inzichtelijk maken welke voortgang zij boeken en aantoonbaar maken waar hun eventuele knelpunten liggen. De minister wil de sectorinitiatieven onder de Wet Dieren algemeen verbindend verklaren.
Meer onderzoek
Er is meer onderzoek nodig. Ten eerste over de gevolgen van de ESBL-problematiek voor de behandeling van humane infecties en ten tweede naar de mate waarin de verspreiding van ESBL-producerende bacteriën voorkomt en hoe ze van mens naar mens en dier naar mens overgaan. Er is een werkgroep van enkele deskundigen uit het deskundigenberaad opgericht, die de kennislacunes in kaart gaat brengen en op basis daarvan onderzoeksprioriteiten gaat formuleren. Daarnaast vragen beide ministers de Gezondheidsraad om een commissie in te stellen met humane, veterinaire en milieuexperts, die meer onderzoek gaat doen naar de volksgezondheidsrisico's door resistentievorming in de veehouderij. Dat advies moet nog dit jaar klaar zijn. Ook loopt er in de varkens- en pluimveehouderij op dit moment een proef met vrijwel antibioticavrij produceren. Met ander bedrijfsmanagement en bouwkundige aanpassingen zou dit bereikt moeten worden.
Eten van kip
Uit onderzoek in de pluimveehouderij blijkt dat EBSL's vaak op kippenvlees wordt aangetroffen. Volgens de deskundigen kunnen consumenten gewoon kip blijven eten, maar moet dit, net als bij andere vleessoorten, met de juiste hygiënemaatregelen worden aangepakt en moet het vlees voldoende worden verhit.