Kabinetsvisie op hardnekkige knelpunten zorg voor jeugd

De ministerraad heeft op voorstel van minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin en minister Hirsch Ballin van Justitie ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de kabinetsvisie op de toekomst van de zorg voor jeugd. De kabinetsvisie is erop gericht om ouders en kinderen te ondersteunen om gezond en veilig te kunnen opvoeden en opgroeien.

Kernwoorden daarbij zijn: versterken van eigen kracht, meer ondersteuning, zorg van hoge kwaliteit die snel en dichtbij beschikbaar is en eenvoudige bestuurlijke verantwoordelijkheid. Dit bouwt voort op de verbeteringen in de jeugdzorg van de afgelopen jaren en biedt oplossingen voor de hardnekkige knelpunten die naar voren zijn gekomen in de evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg. Het kabinet presenteert de visie nu zodat het volgende kabinet en de nieuwe Tweede Kamer erover kunnen beschikken bij het nemen van besluiten.

Om de zorg voor jeugd zo goed en eenvoudig mogelijk te organiseren, wordt de bestuurlijke verantwoordelijkheid in de kabinetsvisie op termijn bij gemeenten gelegd. Gemeenten zijn in staat hulp en zorg op buurtniveau te organiseren voor jongeren en hun ouders. Ook kunnen zij jeugdzorg op maat combineren met bijvoorbeeld hulp op school, begeleiding naar werk en schuldhulpverlening.

Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) wordt in de kabinetsvisie de spil van alle hulp en zorg voor jeugd. Ouders en jongeren hoeven dan niet meer te kiezen waar zij aankloppen met vragen en problemen. Antwoorden op opvoedvragen en lichte hulp biedt het CJG direct zelf. Zo wordt de eigen kracht van gezinnen versterkt en kan worden voorkomen dat opvoedvragen uitgroeien tot zorgvragen. Voor zwaardere zorg schakelt het CJG -als ‘pedagogische huisarts’- specialisten in, bijvoorbeeld vanuit instellingen voor jeugdzorg of geestelijke gezondheidszorg. Het gedwongen kader van de jeugdzorg – de gezinsvoogdij en de jeugdreclassering – gaat niet naar het CJG om het laagdrempelige karakter te behouden.

De kabinetsvisie voorziet in extra inzet in het verder ontwikkelen van kwaliteit en professionaliteit in de jeugdzorg. Zoals meer onderzoek naar effectieve methoden, betere opleiding en bijscholing en een accreditatiesysteem voor zorgaanbieders. Ook komen er maatregelen om verschillende disciplines – geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg – beter te laten samenwerken. Dat moet leiden tot behandelingen die de deskundigheid van verschillende disciplines combineren voor jongeren die zowel gedragsproblemen als psychische problemen hebben.

De vereenvoudigde manier van werken betekent het einde van het systeem waarbij jongeren en gezinnen ook voor lichtere vormen van zorg eerst moeten wachten op een indicatie van bureau jeugdzorg. De huidige wijze van indiceren is te bureaucratisch en kost te veel tijd, zoals ook blijkt uit de evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg. Wat jongeren nodig hebben, kan in korte tijd veranderen. Wachten op een indicatie past daar niet bij. Hulpverleners moeten dan direct aan de slag kunnen.

Om de brede omslag van de kabinetsvisie te realiseren, is een overgangsperiode nodig van enkele jaren. In die periode moeten gemeenten voldoende expertise en kwaliteit opbouwen om hun nieuwe bestuurlijke verantwoordelijkheden te kunnen dragen. Het geld voor jeugdzorg zal in het eindperspectief rechtstreeks naar gemeenten gaan. Het overgrote deel van de gemeenten is te klein om de meer specialistische taken – zoals inkoop van specialistische zorg en jeugdbescherming - goed uit te voeren. Gemeenten moeten daarom samenwerken op het schaalniveau van GGD-regio’s.