Studiecommissie: belastingheffing kan slimmer
De Studiecommissie Belastingstelsel vindt dat belastingheffing een stuk slimmer kan. In een vandaag gepresenteerde voorstudie doet zij hiertoe een aantal concrete aanbevelingen. De voorstellen zullen ervoor zorgen dat het belastingstelsel beter aansluit bij de Nederlandse economie, een ingrijpende stelselherziening is daarvoor niet nodig.
De Studiecommissie, bestaande uit externe en ambtelijke deskundigen, heeft in opdracht van de toenmalige minister en staatssecretaris van Financiën mogelijkheden onderzocht voor aanpassingen van het Nederlandse belastingstelsel. Ze werd voorgezeten door prof. dr. S. van Weeghel, hoogleraar Internationaal Belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam, tevens als partner verbonden aan PricewaterhouseCoopers.
De commissie meent dat binnen het huidige stelsel bij een gelijke belastingopbrengst de welvaart kan stijgen. Zij is voorstander van een verdere verbreding van de grondslag en verlaging van de tarieven in de inkomstenbelasting. Dit is gunstig voor de economische groei. De commissie vindt dat een verhoging van het toptarief in de inkomstenbelasting vooral een symbolische waarde heeft. De extra opbrengst van een hoger toptarief is laag en de negatieve effecten op de arbeidsmarkt relatief groot. Verbreding van de belastinggrondslag is volgens de commissie een betere manier om solidariteit tussen hoge en lagere inkomens te borgen.
De commissie vindt dat het belastingstelsel ook zal verbeteren door het op een aantal plekken neutraler te maken. Ze stelt voor geleidelijk te stoppen met de overmatige subsidie op de eigen woning. Uiteindelijk moet de eigen woning net als ander vermogen worden belast, via de vermogensrendementsheffing in box 3. Daarbij zal een gedeelte van de waarde vrijgesteld kunnen worden. Naar deze situatie zal geleidelijk toegegroeid moeten worden om schokeffecten op de woningmarkt te voorkomen. Om de doorstroming op de woningmarkt te verbeteren wil de commissie de overdrachtsbelasting geleidelijk omzetten in een bezitsbelasting.
Ook binnen de BTW kan neutraliteit worden bevorderd door de afschaffing van het lage BTW-tarief. De commissie geeft daarbij in overweging dat inkomenspolitiek beter kan plaatsvinden via de inkomstenbelasting.
De commissie wil het stimuleren van financiering met vreemd vermogen beperken. In het huidige stelsel worden particulieren, en ook bedrijven, te veel geprikkeld om geld te lenen. De commissie pleit daarom onder meer voor afschaffing van de belastingvrijstelling voor de kapitaalverzekering/spaarrekening eigen woning. Om dezelfde reden presenteert de commissie een alternatief stelsel van winstbelasting, waarbij zowel in de inkomstenbelasting als in de vennootschapsbelasting een vermogensaftrek wordt geïntroduceerd. In dat nieuwe stelsel zal de zelfstandigenaftrek in de inkomstenbelasting geleidelijk kunnen verdwijnen.
De soliditeit van de belastinginkomsten kan worden vergroot door het verhogen van de belasting op zaken die een stabiele bron van inkomsten vormen, bijvoorbeeld door een verhoging van de BTW of een bezitsbelasting op onroerend goed. Het reeds ingezette traject van fiscalisering van de AOW kan worden versneld.
De commissie concludeert dat nationale belastingen bij de aanpak van het klimaatprobleem weliswaar belangrijk zijn, maar dat zonder mondiale of tenminste Europese aanpak van het klimaatprobleem het nationale belastingstelsel niet meer dan een beperkt instrumentarium tot verbetering kan bieden.
De voorstellen van de commissie zijn in beginsel budgetneutraal. De commissie had niet de opdracht om besparingen te vinden of mogelijkheden tot belastingverhoging te onderzoeken. Eventuele extra opbrengsten maken een tariefsverlaging in de inkomstenbelasting mogelijk en leiden zo tot welvaartsgroei voor de gehele Nederlandse samenleving.