Dreigingsniveau blijft beperkt
Het dreigingsniveau voor Nederland handhaaft zich op het niveau beperkt. Dit betekent dat de kans op een aanslag tegen Nederland gering is, maar ook niet helemaal kan worden uitgesloten. Wel blijft de kans op een aanslag tegen Nederlandse belangen groter in landen en regio’s waar aan al Qa’ida gerelateerde groeperingen opereren. Daarnaast blijft het islamdebat in Nederland gepolariseerd.
Tegen de achtergrond van de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen en de mogelijk daaruit voortvloeiende veranderingen in de politieke machtsverhoudingen in Nederland, bestaat er een zeker risico dat Nederland in de komende maanden geconfronteerd zal worden met politiek gemotiveerd geweld. Dat schrijft minister Hirsch Ballin van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vandaag aan de Tweede Kamer in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN20).
De bestaande internationale dreiging tegen Nederland is op hoofdlijnen ongewijzigd. Dat houdt in dat het voornamelijk wordt bepaald door de jihadistische perceptie van het islamdebat in Nederland, alsmede de rol van Nederland als medestander van de VS en Israël, en de betrokkenheid bij de internationale militaire stabilisatie van Afghanistan.
De dreiging van binnenlandse netwerken is net als de voorgaande periode beperkt. Door de beperkte dreiging vanuit kern al Qa’ida is ook de dreiging vanuit die hoek tegen Nederland op dit moment beperkt. Tegenover de dreiging tegen Nederland kan worden vastgesteld dat de weerbaarheid tegen geweld onder de moslimgemeenschappen is gegroeid. Dit speelt in toenemende mate ook onder ultra-orthodoxe, salafistische stromingen.
Daarnaast bestaat het risico van politiek geweld in aanloop naar de verkiezingen. Zo zou een feller islamdebat in Nederland de aandacht van Jihadisten kunnen trekken. Maar het gevaar kan ook uit andere hoeken komen. Meer dan in andere situaties moet ook rekening worden gehouden met radicaliserende eenlingen van uiteenlopende signatuur.