Nieuwe regels uitrijden van mest
Melkgeiten- en melkschapenbedrijven die zijn besmet met de Q-koortsbacterie mogen in elk geval tot 1 juni 2010 geen mest uitrijden. Dat heeft minister Verburg (LNV) in overleg met minister Klink (VWS) besloten.
Het was voor besmette en voor niet-besmette bedrijven al verplicht de mest na het uitmesten van de stal 90 dagen afgedekt op het bedrijf te laten liggen. Door de mest afgedekt te laten liggen, composteert de mest. Bij dit composteren wordt de mest warm. De Q-koortsbacterie sterft af bij hoge temperaturen.
Voor besmette bedrijven is de periode van mestopslag nu verlengd tot 150 dagen. Mest van besmette bedrijven kan dus pas na 1 juni 2010 worden uitgereden. De periode is verlengd omdat nog onderzocht wordt of het composteren van de mest voldoende Q-koortsbacteriën doodt. Als de resultaten van dit onderzoek bekend zijn, wordt bepaald wat er met de mest van besmette bedrijven moet gebeuren.
Niet-besmette bedrijven
Voor bedrijven die niet besmet zijn met de Q-koortsbacterie zijn de regels niet veranderd. Deze bedrijven worden met het tankmelkonderzoek gecontroleerd op de aanwezigheid van de Q-koortsbacterie. Uit voorzorg moeten deze bedrijven de mest nog wel 90 dagen afgedekt opslaan om deze te laten composteren. Daarna mogen zij de mest afvoeren of uitrijden over het land.
De mestmaatregelen zijn aangepast met een Wijziging van de tijdelijke maatregelen dierziekten. Met deze wijziging is ook een aantal andere maatregelen gewijzigd. Het gaat hierbij om enkele (technische) wijzigingen m.b.t. het referentieaantal, het afvoerverbod en de meldplicht. Daarnaast vallen melkgeiten- en melkschapenbedrijven met meer dan 50 dieren én een publieksfunctie niet langer onder de verplichting tot het apart aflammeren. Hiertoe is besloten omdat deze bedrijven ook meedoen aan het tweewekelijkse tankmelkonderzoek. Deze bedrijven mogen alleen bezoekers toelaten als alle dieren tijdig en volledig zijn gevaccineerd.