Bijlage: fichedocument - Kamerbrief inzake informatievoorziening over nieuwe Commissievoorstellen

Fiche 1: Verordening inzake kwaliteit statistische gegevens in de procedure bij buitensporige tekorten

1. Algemene gegevens

Voorstel: Verordening van de Raad tot wijziging van verordening (EG) nr. 479/2009, wat de kwaliteit van de statistische gegevens in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten betreft

Datum Commissiedocument: 15 februari 2010

Nr. Commissiedocument: COM(2010) 53

Prelex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=199038

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

SEC(2009) 576

Niet opgesteld.

Behandelingstraject Raad: Het voorstel wordt behandeld in de Raadswerkgroep Statistiek. Wanneer behandeling in de Ecofin Raad zal plaatsvinden is nog niet bekend.

Eerstverantwoordelijk ministerie: ministerie van Financiën in nauwe samenwerking met het ministerie van Economische Zaken

Rechtsbasis: Artikel 126, lid 14, derde alinea van het VWEU.

Stemwijze Raad en rol Europees Parlement: De Raad stemt op basis van gekwalificeerde meerderheid. De Raad besluit op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement.

Comitologie: Niet van toepassing.

2. Samenvatting BNC-fiche

Het voorstel geeft de Commissie ruimere bevoegdheden met het oog op de kwaliteit van de statistische gegevens in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten. Het is namelijk aan de Commissie om betrouwbare cijfers vast te kunnen stellen. De recente kwestie over de (on)betrouwbaarheid van de Griekse overheidsstatistieken ligt ten grondslag aan het voorstel. De extra bevoegdheden omvatten onder meer het mogen inzien van de aan de cijfers ten grondslag liggende boekhoudkundige informatie.

Bevoegdheid: Nederland acht artikel 126, lid 14, derde alinea VWEU de juiste rechtsbasis voor dit voorstel.

Subsidiariteit: positief.

Proportionaliteit: deels positief, deels negatief. Nederland deelt de analyse van de Commissie dat zij over additionele bevoegdheden moet kunnen beschikken met het oog op betrouwbare statistieken inzake de overheidsfinanciën. Nu is er een momentum om de Commissie de benodigde extra bevoegdheden te geven. Het Commissievoorstel is volgens veel lidstaten inclusief Nederland echter te vergaand en (nog) niet proportioneel. In plaats van een algemene ‘carte blanche’ voor de Commissie pleiten veel lidstaten inclusief Nederland ervoor om de extra Commissiebevoegdheden selectief in te zetten, in speciale van te voren gedefinieerde omstandigheden (bijvoorbeeld wanneer tijdens bezoeken blijkt dat de statistieken van de overheidsfinanciën niet op orde zijn). Alleen met deze wijziging maakt het voorstel voldoende kans om aangenomen te worden in Brussel. Nederland steunt deze aanpak. Nederland onderschrijft de noodzaak om de bevoegdheden van de Commissie aan te passen, maar die bevoegdheid zou selectief moeten worden ingezet. Dit laatste dient expliciet te worden vastgelegd.

3. Samenvatting voorstel

Voor de geloofwaardigheid van het begrotingstoezicht in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten zijn betrouwbare statistieken over de overheidsfinanciën essentieel.

Recent is bij de Griekse statistieken gebleken dat - bij het huidige beheerskader voor statistieken over de overheidsfinanciën – het risico onvoldoende beperkt is dat bijvoorbeeld opzettelijk onjuiste of onnauwkeurige gegevens aan de Commissie worden meegedeeld. In dit verband wil de Commissie ruimere bevoegdheden verkrijgen inzake aanvullende gegevens van de lidstaten met het oog op de beoordeling van de kwaliteit van de gegevens. Tot nu toe beschikte de Commissie over twee instrumenten om de kwaliteit van de overheidscijfers vast te stellen. Ten eerste zijn dat de zogenoemde tweejaarlijkse dialoogbezoeken aan de lidstaten. Dit zijn reguliere bezoeken waarin onder meer gesproken wordt over de correcte toepassing van de ESR-regels - de geharmoniseerde methodologie om het EMU-saldo en de EMU-schuld te berekenen - , de gebruikte statistische bronnen en processen. Ten tweede zijn dat de methodologische bezoeken. Methodologische bezoeken vinden alleen plaats wanneer er ernstige risico’s of potentiële problemen zijn met de kwaliteit van de overheidscijfers. Tot nu toe zijn de bevoegdheden van Eurostat bij de methodologische bezoeken beperkt tot het statistische domein. De Commissie stelt hier extra bevoegdheden voor. Deze zijn bedoeld om toezicht te houden op de processen en om de rekeningen die de ingediende feitelijke gegevens dienen te staven, te controleren. Concreet wil de Commissie bij methodologische bezoeken aan lidstaten de extra bevoegdheid krijgen tot inzage van additionele gegevens van (alle subsectoren van) de gehele overheidssector. Het kan daarbij gaan om het inzien van de gedetailleerde onderliggende boekhoudkundige informatie, zoals transacties en balansen.

Impact assessment Commissie

N.v.t.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

  1. Bevoegdheid: De Commissie is op basis van artikel 126 VWEU bevoegd om na te gaan of de hand wordt gehouden aan de begrotingsdiscipline van de lidstaten. Artikel 126, lid 14 derde alinea is volgens Nederland de juiste rechtsbasis.

  1. Functionele toets:

  • Subsidiariteit: positief

  • Proportionaliteit: deels positief, deels negatief

  1. Onderbouwing: Nederland beoordeelt de subsidiariteit positief. Nadere voorschriften voor het toezicht van de Commissie op overheidstekorten kunnen enkel op EU-niveau worden vastgesteld. De proportionaliteit wordt deels positief, deels negatief beoordeeld. In protocol nr. 12 bij de Verdragen is aan de Commissie de taak opgedragen om betrouwbare cijfers over de overheidsfinanciën vast te stellen. Betrouwbare cijfers over de overheidsfinanciën zijn onmisbaar met het oog op een betrouwbaar beheerssysteem bij de procedure bij buitensporige tekorten. Alleen op deze manier kan de Commissie de Europese begrotingsafspraken, die ten grondslag liggen aan de EMU, waarborgen. Het voorstel betreft bij methodologische bezoeken de bevoegdheden van Eurostat uit te breiden tot onder meer gedetailleerde onderliggende boekhoudkundige informatie of relevante statistische enquêtes van de gehele overheidssector (=centrale overheid, sociale fondsen en lokale overheden). Deze reikwijdte is logisch gegeven het feit dat het overheidstekort en de overheidsschuld gedefinieerd zijn in termen van de gehele overheid. Nederland beoordeelt de proportionaliteit deels positief en deels negatief. Nederland beoordeelt de verordening positief ten aanzien van het karakter van de bevoegdheden. Het bestaande instrumentarium is niet voldoende gebleken om de kwaliteit van de cijfers in alle omstandigheden te borgen. Nederland beoordeelt de verordening negatief, zolang de extra bevoegdheden ongeclausuleerd worden toegekend. De bevoegdheden dienen alleen te kunnen worden toegepast in welgedefinieerde omstandigheden.

De meeste lidstaten, inclusief Nederland, zijn geen voorstander van ongeclausuleerde additionele bevoegdheden voor de Commissie. De lidstaten zijn daarbij van oordeel dat additionele bevoegdheden voor de Commissie alleen van toepassing kunnen zijn in duidelijk van te voren gedefinieerde omstandigheden. Eveneens moeten heldere criteria en besluitvormingsprocedures opgesteld worden in welke situatie de Commissie de extra bevoegdheden mag inzetten. Extra bevoegdheden zouden dus niet standaard onderdeel moeten zijn van een methodologisch bezoek. Deze randvoorwaarden moeten in afdoende mate worden geadresseerd. Daarom acht Nederland de proportionaliteit van het voorstel deels positief en deels negatief.

d) Nederlands oordeel:

Voor de geloofwaardigheid van de procedure bij buitensporige tekorten zijn betrouwbare statistieken van de overheidsfinanciën essentieel. Extra bevoegdheden voor de Commissie naar aanleiding van onregelmatigheden bij de Griekse statistieken zijn daarvoor onontbeerlijk. De Griekse casus laat zien dat de bestaande instrumenten niet voldoende zijn om de kwaliteit in alle omstandigheden te monitoren. Bij de vorige herziening van de statistical governance in 2005 werd nog door lidstaten gedacht dat verdergaande bevoegdheden van de Commissie niet nodig waren.

5. Implicaties financieel

  1. Consequenties EG-begroting: Volgens de Commissie heeft het voorstel geen gevolgen voor de EG-begroting. In de vereiste personele en huishoudelijke middelen zal worden voorzien door middel van het budget dat aan het beherende DG is toegewezen in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure. Nederland is het eens met deze analyse. Het feit dat het voorstel geen consequenties heeft voor de EU-begroting is voor Nederland een belangrijke voorwaarde om te kunnen instemmen en daar wordt dus aan voldaan.

  2. Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden: Het voorstel zal geen financiële consequenties hebben voor de rijksoverheid en de decentrale overheden.

  3. Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger: Het voorstel zal geen financiële consequenties hebben voor het bedrijfsleven en burger.

  4. Regeldruk voor rijksoverheid, decentrale overheden en/ of bedrijfsleven en burger: Het voorstel leidt niet tot extra regeldruk voor rijksoverheid, decentrale overheden en/ of bedrijfsleven en burger.

6. Implicaties juridisch

  1. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid: Mogelijk zal de positie van de nationale deskundigen, die op verzoek van Eurostat ondersteuning bieden bij de bezoeken van Eurostat, wettelijk geregeld moeten worden.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v.

haalbaarheid: De verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

  1. Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: Eurostat zal regelmatig evalueren of het systeem voor het verstrekken van gegevens over de overheidsfinanciën die nodig zijn voor de toepassing van de Verdragen, goed functioneert. Op basis van de evaluatie kan dan worden bezien of de extra bevoegdheden bij Eurostat moeten blijven.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

a) Uitvoerbaarheid:Ingeval lidstaten betrouwbare overheidsstatistieken aanleveren in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten, zijn de extra bevoegdheden niet van toepassing – deze notie wil Nederland expliciet opgenomen zien in de verordening - en is er per definitie geen uitvoeringsproblematiek. De uitvoering is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Tussen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)- als statistische autoriteit van Nederland – en het Ministerie van Financiën is een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Het CBS is de instelling die door de Commissie aangesproken zal worden ingeval de Nederlandse overheidsstatistieken onvoldoende betrouwbaar zijn.

b) Handhaafbaarheid:Ingeval de lidstaat Nederland betrouwbare overheidsstatistieken aanlevert in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten zijn de extra bevoegdheden niet van toepassing - deze notie wil Nederland expliciet opgenomen zien in de verordening - en dan is er per definitie geen handhaafbaarheidsproblematiek.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen

9. Nederlandse positie

Nederland deelt de analyse van de Commissie dat zij over additionele bevoegdheden moet kunnen beschikken met het oog op betrouwbare statistieken inzake de overheidsfinanciën. Nu is er een momentum om de Commissie de benodigde extra bevoegdheden te geven. Echter, de meeste lidstaten zijn van mening dat het Commissievoorstel te ver gaat. Alleen als het voorstel wordt aangepast maakt het kans om aangenomen te worden.

Nederland is, met andere lidstaten, van mening dat alleen in van te voren gedefinieerde omstandigheden de extra bevoegdheden van de Commissie ingezet mogen worden. Daarbij is het noodzakelijk dat er criteria vastgesteld worden ter definiëring van speciale omstandigheden. Er zou pas een gemotiveerd besluit kunnen worden genomen om extra bevoegdheden in te zetten, wanneer blijkt dat de methodologische bezoeken volgens de nu geldende verordening niet afdoende zijn om de problemen met overheidsstatistieken te analyseren en bijbehorende conclusies te trekken, er een gemotiveerd besluit genomen kan worden om extra bevoegdheden in te zetten. Met andere woorden: Nederland is van mening dat de extra bevoegdheden niet ingezet mogen worden voor de reguliere kwaliteitsmonitoring in gevallen waarin er geen sprake is van ernstige risico’s of significante problemen. Het onderhavige voorstel lijkt hier aan tegemoet te komen, maar Nederland wil dat deze notie duidelijk wordt vastgesteld. Ook is Nederland van mening dat de Raad – binnen de mogelijkheden van het Verdrag – betrokken moet zijn bij de besluitvorming over de inzet van de extra bevoegdheden, bijvoorbeeld door een uitgebreide informatievoorziening van Eurostat in de richting van de Raad.

4