Persconferentie ministerraad 1 april 2010
BALKENENDE: Goedemiddag. Vanochtend heeft het kabinet de rapporten die te maken hebben met de heroverwegingen naar de Kamer gestuurd. Dat is u allen niet ontgaan. Het gaat om een groot pakket aan mogelijkheden voor ombuigingsvarianten. Het is goed om nog eens stil te staan bij de achtergronden. Waarom is dit zo gegaan dat deze rapporten naar buiten zijn gebracht. Dat hangt natuurlijk samen met de financieel-economische ontwikkelingen van dit land. U weet wat er is gebeurd. Afgelopen jaar toch een dieptepunt in de economische ontwikkeling. Enkele voorbeelden. 7000 bedrijven failliet, 125.000 mensen hebben hun baan verloren. En we hebben te maken met een afname van de nationale welvaart van vijf procent. Kortom, dat hakt er gewoon in.
Natuurlijk is het zo dat de overheid het nodige heeft gedaan om de klappen op te vangen. Om te zorgen dat de economie zou worden gestimuleerd, zaken als deeltijd-WW horen daarbij. Het kabinet zal voorlopig de economie ook blijven stimuleren. Die aanpak die werkt ook, ook dat blijkt wel uit de cijfers. Onlangs heeft het CPB nog eens gezegd dat zonder deze maatregelen de werkloosheid aanzienlijk hoger was geweest. Getallen worden genoemd tussen de 125 - 150.000 mensen. Maar dat alles heeft natuurlijk wel geld gekost. Dit jaar maken we een situatie mee dat we 30 miljard meer uitgeven dan dat er binnenkomt. En dat is dan het financieringstekort. 30 miljard. En als het gaat om de omvang van deze bedragen, is het goed om dat eens af te zetten tegen bijvoorbeeld de jaarlijkse kosten voor politie, dat is een vijf miljard, onderhoud en aanleg van wegen zeven miljard, of het basisonderwijs negen miljard. Dat geeft dus aan de dimensie van deze dertig miljard.
Willen we de zaken op orde krijgen dan zijn forse ombuigingen onvermijdelijk. Het is zo dat de rekening van de crisis niet vanzelf voorbij gaat. Nietsdoen is wat dat betreft geen optie. En we kunnen ook niet ongestoord doorgaan met het laten oplopen van financieringstekort en staatsschuld. Dan wordt de zaak echt onbeheersbaar. Dan zou de staatsschuld op langere termijn gewoon gaan exploderen. En wat dat betekent hoef ik u niet eens te schetsen, dan zullen we te maken krijgen met allerlei doemscenario's.
Als je niets zou doen, dan heb je bovendien een groot risico dat je niet alleen een exploderende staatsschuld hebt. Dan heb je ook nog eens te maken met de grote risico dat te zijner tijd het geld dat je hebt voor beleid steeds meer wordt weggedrongen. Dat het beleid ten aanzien van zorg, onderwijs, en veiligheid onder druk komt te staan. Als de economie aantrekt, moeten we de rekening betalen en de overheidsfinanciën op orde brengen.
We staan de komende jaren voor moeilijke keuzes, en die zullen bepalend zijn voor de kracht en de kwaliteit van onze toekomstige samenleving en voor de economie. De rapporten zijn nu vandaag uitgebracht en die ondersteunen dat proces van heroverweging, van ombuiging, van toewerken naar in ieder geval begrotingsevenwicht. En als het kan daarna naar een overschot. Er zullen dus keuzes gemaakt moeten worden. Dit kabinet is demissionair, en gezien die demissionaire status kunnen wij die keuzes niet maken. Maar het is wel van belang dat dit proces doorgang heeft gevonden. En nu is het dus zo dat politieke partijen aan zet zijn wat betreft hun verkiezingsprogramma's. En daarna zal dit zijn beslag kunnen vinden in een kabinetsformatie. Gegeven de status van het kabinet zullen we dus niet met een inhoudelijke reactie komen op de diverse varianten, maar wel is het zo dat de informatie nu naar de Kamer is gestuurd. En het is inderdaad nu een zaak van partijen om hier mee aan de slag te gaan, de handschoen op te pakken en het werk te verzetten dat nodig is. Dit wat betreft de heroverwegingsrapporten. Daar zal ongetwijfeld nog veel aandacht naar uitgaan, maar u weet ook wat de status is van dit kabinet en wat dit betekent voor de verdere besluitvorming. Maar het is nodig om de zaken aan te pakken, dat staat ongetwijfeld vast, ook voor mij, en voor iedereen die oog heeft voor de overheidsfinanciën.
Nog twee andere dingen die ik zou willen noemen naar aanleiding van vanochtend. In de eerste plaats de vreselijke aanslagen in Moskou. Ik heb deze week een brief gestuurd naar president Medvedev om hem te condoleren met het verlies aan mensenlevens. Een in en intrieste gebeurtenis. Ik hoop uiteraard dat degenen die verantwoordelijk zijn, of er aan hebben bijgedragen, gepakt zullen worden. Voor dit soort misdaden bestaat geen enkele rechtvaardiging.
Tenslotte nog een opmerking over de internationale solidariteit met Haïti. U heeft de getallen gezien in Nederland, 111 miljoen. Buitengewoon goed dat dit zo is gelopen. Inmiddels is ook op mondiaal niveau aangegeven hoe het zit met de verschillende bedragen. Tien miljard is toegezegd voor de steun bij wederopbouw en Europa zal daar 1,7 miljard aan bijdragen. Het is goed dat vanuit de internationale gemeenschap deze steun is gekomen. Dat is van belang voor de steun op korte termijn, maar uiteraard is het evenzeer van groot belang voor de opbouw op de wat langere termijn.