Toespraak bij uitreiking diversiteitsprijs politie
Bij de uitreiking van de Diversiteitsprijs Politie op donderdag 25 maart hield de secretaris-generaal van het ministerie van BZK, mevr. ing. Roos M. Van Erp-Bruinsma, een toespraak namens minister Hirsch Ballin. "Dames en heren, het zal niemand van u ontgaan zijn dat de voormalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw Ter Horst, werk maakte van het onderwerp diversiteit bij de politie...."
Allereerst wil ik namens de minister zijn verontschuldigingen overbrengen. Hij was hier graag zelf geweest maar hij heeft vanmiddag en een deel van de avond verplichtingen in de Tweede Kamer. Namens hem zal ik met genoegen de prijs straks uitreiken.
Dames en heren,
Het zal niemand van u ontgaan zijn dat de voormalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw Ter Horst, werk maakte van het onderwerp diversiteit bij de politie. Zonder te overdrijven kunnen wij gerust stellen dat zij door haar persoonlijke inzet en betrokkenheid het boegbeeld was van het streven naar een meer divers samengestelde politie.
Laat ik meteen helder zijn over het vervolg: tussen haar opvattingen en die van minister Hirsch Ballin - zit geen licht. Het is ook zijn overtuiging dat een divers samengesteld korps een sterk korps is, en sterke korpsen hebben wij hard nodig, want veiligheid staat bovenaan ieders prioriteitenlijstje.
Diversiteitsbeleid blijft dus urgent.
Tot nu toe stond het diversiteitsbeleid vooral in het teken van aanjagen en stimuleren. Tal van middelen zijn hiervoor ingezet en de jaarlijkse diversiteitsprijs is daar één voorbeeld van.
Vijf jaar geleden is het Landelijk Expertisecentrum Diversiteit begonnen met deze prijs die vooral bedoeld was als extra prikkel voor korpsen om actief aan de slag te gaan met diversiteitsbeleid.
Het ene jaar was er meer reden om de prijs met enthousiasme uit te reiken dan het andere jaar. Maar alles bij elkaar kunnen we constateren dat diversiteit - vooral dankzij uw inzet - hoger op de agenda is komen te staan. Over de resultaten kom ik zo te spreken.
Een stimuleringsprijs verliest zijn kracht als het routine wordt.
Vandaar dat we hebben afgesproken de prijs nog één keer uit te reiken. De Diversiteitsprijs 2010 is dus een bijzondere, want het is de laatste.
Wij onderstrepen daarmee dat wij naar een andere fase gaan.
De fase van prikkelen en aanjagen maakt plaats voor de fase van doorzetten en borgen. Diversiteit moet uit de sfeer van bijzonder en buitengewoon komen en onder de noemer, business as usual, worden opgepakt door de korpsen zelf. Het verdient - om praktische redenen - aanbeveling om iemand van de korpsleiding aan te wijzen als aanspreekpunt voor diversiteit. Dat neemt niet weg dat de gehele korpsleiding verantwoordelijk is, zich ook verantwoordelijk voelt en dit met woord en daad moet uitstralen.
Kennisuitwisseling tussen de korpsen en het onderling stimuleren, zijn van cruciaal belang. Daarom blijft deze Diversiteitsdag als een landelijke kennisdag op de kalender staan. Ook blijven wij de voortgang van de korpsen vastleggen, zodat u kunt zien hoe u er zelf voor staat, ook ten opzichte van elkaar.
Wat betreft die voortgang: het algemene beeld geeft aanleiding tot gemengde gevoelens. Ronduit positief ben ik over de toename van het aantal vrouwen in de politietop. De afspraak was dat 50% van de nieuwe kroonbenoemingen in de periode tot en met eind 2010 vrouw of allochtoon zou zijn. Dat is 55% geworden. Ook de afspraak dat 30% van de benoemingen van het tweede echelon vrouw of allochtoon zou zijn, hebben wij gehaald. Er is bovendien een voor iedereen toegankelijk kandidatenprogramma gestart voor versneld doorgroeien, waarbij wij streven naar een gemengde samenstelling. Een tweede groep kandidaten wordt nu samengesteld.
Dit zijn veelbelovende resultaten die laten zien dat een diverser politiekorps uitstekend mogelijk is. Ik heb veel waardering voor iedereen die hier hard aan heeft gewerkt.
Helaas is er een hardnekkig zorgpunt.
Ons doel om het personeelsbestand eind 2010 uit ten minste 8,5% allochtonen te laten bestaan, zullen wij niet halen. Op dit moment staat de teller op 6,8% en dat is een groei van slechts 0,1% ten opzichte van het jaar daarvoor. 0,1% groei is natuurlijk veel te weinig.
Een van de belangrijkste oorzaken is dat er nog altijd te veel allochtone aspiranten en agenten vertrekken. Dankzij het onderzoek van Sjiera de Vries, die samen met TNO en de Politieacademie heeft gekeken naar de doorstroming naar de top, weten we dat er twee motieven een rol spelen voor vertrek.
Ten eerste gebrek aan carrièreperspectief. Talentvolle allochtonen verlaten de politie omdat ze te weinig doorstroommogelijkheden zien.
Als tweede reden noemen de uitstromende medewerkers de cultuur binnen de politie. Ze ondervinden weinig waardering voor mensen die anders zijn of dingen anders doen.
Sterker nog: sommigen voelen zich gediscrimineerd of geïntimideerd.
Ook wordt opgemerkt dat diversiteit als concept wel wordt omarmd, maar dat het ontbreekt aan een concrete doorvertaling naar de praktijk.
Dit moeten we ons aantrekken. Juist de politie - de hoeder van de rechtsstaat - moet met woord en daad laten zien dat iedereen van belang is, ongeacht overtuiging, geloof of etnische achtergrond.
Wanneer mensen zich in hun eigen identiteit erkend weten, voelen ze zich sneller betrokken bij het grotere verband. Dat geldt voor de samenleving als geheel, en voor de politie in het bijzonder.
Diversiteit is een principekwestie en de politie heeft een voorbeeldfunctie.
Wat betekent dit concreet voor ons streven naar een diversere politie?
1. We blijven onze streefcijfers als een kompas hanteren.
2. We concentreren ons op het behoud van allochtone medewerkers.
Laten we onze ambitie scherp stellen: voor niemand mag discriminatie of intimidatie de reden zijn van vertrek.
Het ligt het voor de hand dat als eerste de leidinggevende eventuele signalen oppakt; zij hebben een sleutelrol in het creëren van een open cultuur. Hun alertheid is nodig om problemen op te pakken als ze nog klein zijn. Daarnaast is het van belang dat mensen de weg kennen naar de onafhankelijke vertrouwenspersoon die ieder korps nu heeft.
3. We profiteren van elkaars kennis.
Voorbeeld is het korps Utrecht dat goede ervaringen heeft met de training Multi-cultureel empowerment als middel om uitstroom van allochtone politiemensen te voorkomen. Die training wordt nu landelijk ingevoerd en u heeft daarover informatie gekregen.
Om misverstanden te voorkomen: wij doen niet aan positieve discriminatie, ook al wordt in de media soms een andere indruk gewekt. Iedereen die bij de politie komt heeft dit te danken aan haar of zijn kwaliteiten, en aan niets anders.
In het AD stond laatst een artikel met de kop ‘blanke man ongewenst voor topbaan politie’. In het stuk stond dat de helft van de absolute politietop op dit moment uit vrouwen en allochtonen bestaat.
Dat zegt veel over de grondigheid waarmee de beweringen zijn gecontroleerd. Want zo ver zijn wij - zoals u weet - nog lang niet.
Maar misschien moeten we de journalist bij deze beloven dat we er kei- en keihard aan gaan werken om het te realiseren!
Uitreiking Diversiteitsprijs
Met veel plezier reik ik namens minister Hirsch Ballin de Diversiteitsprijs 2010 uit.
Voordat ik de winnaar bekend maak noem ik kort een paar opvallende punten uit het juryrapport.
- Het korps boekt goede resultaten. Er zijn veel vrouwelijke leidinggevenden en het streefpercentage allochtone medewerkers wordt gehaald.
- Het korps verdient een compliment voor het behoud van vrouwelijke en allochtone medewerkers. Men voelt zich thuis en volledig geaccepteerd.
- Er heerst een sfeer dat het vrouw-zijn, of het allochtoon-zijn geen rol speelt bij de acceptatie van leidinggevenden. Het vakmanschap is het enige dat telt.
- Tenslotte kent het korps zijn pappenheimers. Er is een uitstekende binding met de regio doordat veel korpsleden, autochtoon en allochtoon, betrokken zijn bij de vele externe netwerken die de regio kent.
Als het goed is hoort u in deze woorden de nuchtere, gemoedelijke volksaard van de Tukker doorklinken.
De winnaar van de Diversiteitsprijs 2010 is het Politiekorps Twente!