Persconferentie 26 maart 2010

Goedemiddag, en uit die mededeling mag u afleiden dat de minister-president – maar dat wist u al – vandaag niet aanwezig was, die is bij de Europese Raad. Ik heb begrepen dat die inmiddels afgerond is. Als het goed is, is de minister-president nog bezig of heeft hij zijn persconferentie zojuist ook afgerond.

Een belangrijke vergadering van de Europese Raad. Ik hoef u de onderwerpen nauwelijks meer te melden. Zowel de strategie voor groei en banen 2020, de klimaatconferentie, het vervolg op Kopenhagen en uiteraard ook de discussie over Griekenland in relatie tot de stabiliteit van de eurozone en de euro als munt. Ik neem ook aan dat de minister-president inmiddels de laatste mededelingen gedaan heeft, hij heeft gisteravond gesproken over wat er rondom Griekenland uit is gekomen. U bent daar allen mee bekend.

Dat zijn belangrijke besluitvormingsmomenten waar het gaat om wat Nederland steeds bepleitte: voorrang voor betrokkenheid van het IMF bij een mechanisme voor steun aan Griekenland in de financiële situatie en de uiterste noodsituaties ook betrokkenheid via leningen van de eurolanden. U weet dat ook bij monde van de minister-president, ook de minister van Financiën Nederland steeds heeft ingezet op de voorkeur voor die IMF-route. En het is goed dat, terwijl we daar tot voor kort nog alleen in stonden,  dat door nu een bredere bijval voor gekomen is. Dit besluit wat erover genomen is door de Europese Raad is ook denkik van grote betekenis voor de stabiliteit van de eurozone en de euro. Dat is natuurlijk ook een belangrijk Nederlands belang.

De minister-president heeft gisteren denk ik terecht nog eens aangegeven in zijn eigen persconferentie dat er ook een les voor de toekomst in besloten ligt. Dat het van belang is om verder te blijven kijken naar aanscherpingen van het Stabiliteits- en Groeipact. Voor nu is het zaak dat Griekenland zelf orde op zaken stelt. Ze hebben ook gezegd dat ze dat zullen doen. Ze hebben maatregelen aangekondigd, die zullen effect moeten gaan hebben. En we hebben nu een vangnet voor noodsituaties voor het geval de Grieken daartoe een verzoek zouden indienen. Dat is overigens op dit moment nog niet gebeurd.

Een tweede onderwerp waar ik in ieder geval zelf iets over zou willen zeggen is het proces van de brede heroverwegingen. Daar hebben we ook vanmorgen in de raad nog eens goed over gesproken. Dat is ook van belang omdat de werkgroepen zoals u weet op het verzoek van het kabinet de besluitvorming, de afronding van hun rapporten hebben versneld. De bedoeling is dat ze op 1 april ook echt allemaal klaar zijn, afgerond zijn, zodat ze ook diezelfde dag nog naar de Kamer kunnen. Dat zal volgende week donderdag zijn. Dat is ook de dag dat de ministerraad zal vergaderen. Dat in verband met Goede Vrijdag volgende week.

Het is van belang dat dat een goed en helder proces is. U weet, we hebben daarvan afgesproken dat dit kabinet – gelet op de val van het kabinet en de demissionaire status van het kabinet – niet zelf meer een standpunt zal formuleren over de inhoud van die twintig rapporten. Maar dat we ze zo zullen doorsturen naar de Tweede Kamer zodat ook alle politieke partijen daarvan gebruik kunnen maken, van de daarin geschetste scenario’s. Met onder andere besparingsscenario’s met het oog op de op te stellen – voor zover niet al opgestelde - verkiezingsprogramma’s, en de debatten die daar ongetwijfeld over zullen plaatsvinden. Dat betekent dat het kabinet de rapporten zal doorsturen zonder kabinetsstandpunt, en dat er ook van onze kant daarover uitspraken zullen worden gedaan. Dat zal komende donderdag gebeuren. Iedereen begrijpt denk ik het gewicht van die operatie en de debatten die ook zullen plaatsvinden.

Het is u bekend wat de economische situatie van Nederland is. Vorige week de laatste cijfers van het CPB waar de minister-president hier vorige week over heeft gesproken. Niet te rooskleurig waar het gaat om wat ons nog te wachten staat. Weliswaar herstel van de economische groei zoals u weet, tegelijkertijd is onze economie wel structureel een stukje kleiner geworden, zo’n vijf procent. We hebben te maken met een hogere levensverwachting en dat leidt ook tot hogere kosten voor de overheid. Dat betekent dus dat we met elkaar echt voor een forse, echt een hele forse opgave staan.

Dat betekent overigens ook dat een nieuw kabinet, van welke samenstelling dan ook, lastige keuzes zal moeten maken. Daar zal niemand aan ontkomen, dat geldt voor de politieke partijen in eerste instantie in hun verkiezingsprogramma’s. Daar gaat het kabinet niet over. Maar vervolgens ook straks in een kabinetsformatie zullen er lastige keuzes moeten worden gemaakt. En u weet, onder andere de heer Wellink – president van de Nederlandsche Bank - heeft daar gisteren bij de presentatie van zijn jaarverslag ook nog eens aandacht voor gevraagd. Voor de noodzaak van herstel van de overheidsfinanciën op de langere termijn. Het voorwerk is gedaan, maar het gaat om het presenteren straks van alle mogelijke scenario’s via de ambtelijke werkgroepen. Dat denk ik van mijn kant waar het gaat over de brede heroverweging. En zoals gezegd zal het kabinet daar dus geen standpunt over innemen. Ik neem ook aan dat u geen van de collega’s in de verleiding zal willen brengen om daar een standpunt over in te nemen. En mocht u merken dat het toch gebeurt, dat u dat onverwijld zal willen rapporteren aan ons.

Ten slotte de raad van vandaag. Nog een enkel punt daaruit waar het gaat om genomen besluiten. IK noem er een paar, we hadden een vrij lange agenda met een groot aantal ook wat kleinere besluiten maar ik pik er een paar uit die denk ik de moeite waard zijn. Het besluit van de raad vandaag om uit de FES voor 44 miljoen euro te investeren in verbetering van de zogenaamde ‘decentrale’ spoortrajecten. Met name in Zuid-Nederland, Limburg en verder Noord- en Oost-Nederland. Dat maakt deel uit, dat pakketje aan investeringen gefinancierd vanuit het FES, van de Mobiliteitsaanpak, waarmee het kabinet wil bevorderen – zoals ook onderstreept door de minister van Verkeer en Waterstaat - dat Nederlanders vlot en veilig van deur tot deur kunnen reizen. Gelet op de groei van het reizigersverkeer is dit een belangrijke investering in die decentrale spoortrajecten.

Een ander besluit dat genomen is, we hebben ingestemd in de raad met een wetsvoorstel van de minister van Justitie dat het mogelijk maakt voor rechters om een gebiedsverbod of een contactverbod, of ook een meldplicht voor een aantal nader omschreven delicten die ook raken aan de leefomgeving van mensen. Denk aan het vernielen van woningen of winkelruiten of straatmeubilair, om dan zo’n contactverbod of gebiedsverbod dan wel een meldplicht op te leggen als een zelfstandige maatregel. Dat kan bij allerlei strafbare feiten, met name die veelvuldig worden gepleegd en waarbij dus de leefbaarheid van de omgeving waarin mensen wonen en werken wordt aangetast. Als de betrokkene zich niet houdt aan de maatregel die opgelegd is, stel een contactverbod, dan kan daarvoor vervangende hechtenis worden uitgesproken. En dat betekent simpelweg alsnog achter de tralies. Met dit besluit hopen we ook bij te dragen aan verbetering van de veiligheid en het veiligheidsgevoel van de Nederlanders.

Dat zijn een paar punten uit de raad van vandaag en de Europese Raad elders die ik u vast wilde voorhouden, maar ik sluit niet helemaal uit dat u wellicht nog vragen heeft.