Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (CU) en Haverkamp (CDA) over Russische godsdienstwetgeving

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (CU) en Haverkamp (CDA) over Russische godsdienstwetgeving. Deze vragen werden ingezonden op 8 maart 2010 met kenmerk 2010Z04144.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (CU) en Haverkamp (CDA) over Russische godsdienstwetgeving.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over nieuwe Russische godsdienstwetgeving, waarmee de vrijheid van godsdienst in de praktijk serieus zou worden beperkt? 1) Kunt u nader duiden wat deze wetgeving omvat en wat de (procedurele) stand van zaken is?

Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze beoogde wetgeving en de achterliggende gronden?

Vraag 3
Welke trend doet zich in Rusland thans voor ten aanzien van de vrijheid voor religieuze minderheden? Tonen de Russische autoriteiten zich gevoelig voor internationale kritiek op dit punt?

Vraag 4
Kunt u aangeven welke gevolgen de nu voorliggende godsdienstwetgeving zal kunnen hebben voor religieuze minderheden als het gaat om het houden van godsdienstuitoefening, evangelisatieactiviteiten, verspreiden van religieuze lectuur, onderwijs, hulpverlening en andere activiteiten met een godsdienstig karakter?

Vraag 6

Bent u bereid om bij de Russische autoriteiten stevig protest aan te tekenen – ook in internationaal verband - tegen het aanvaarden van deze godsdienstwetgeving? Op welke wijze en wanneer?

Antwoord

Het Russische Ministerie van Justitie werkt aan aanpassing van de wet op godsdienstvrijheid. Voorstellen voor aanpassingen zijn thans onderwerp van gesprek met belangengroepen. Er is nog geen officieel wetsontwerp dat aan het Russische parlement is voorgelegd. Zolang niet duidelijk is welke wijzigingen zullen worden voorgesteld respectievelijk doorgevoerd in de thans geldende wetgeving, acht ik het niet opportuun hierover uitspraken te doen.

Vraag 5

In hoeverre heeft de positie van godsdienstige minderheden in Rusland de aandacht van de EU? Kan deze aandacht verder geïntensiveerd worden? Wilt u dit in Europees verband bevorderen, in het bijzonder als het gaat om de genoemde nieuwe godsdienstwetgeving?

Antwoord

Nederland hecht veel waarde aan vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en heeft dit onderwerp als één van de prioriteiten opgenomen in de mensenrechtenstrategie. Nederland bespreekt zowel in bilateraal als in multilateraal verband mensenrechtenonderwerpen met de Russische Federatie. Een belangrijk forum is de halfjaarlijkse mensenrechtendialoog tussen de Europese Unie en de Russische Federatie, waarbij de mensenrechtensituatie in de Russische Federatie centraal staat.

Het afgelopen jaar is er geen aanleiding geweest om het onderwerp godsdienstvrijheid te bespreken. Nederland en de EU houden evenwel nauw contact met NGO's in Rusland over de mensenrechtensituatie. Mocht mede naar aanleiding van deze contacten het beeld naar voren komen dat het wenselijk is dat tijdens de mensenrechtendialoog tussen de EU en Rusland godsdienstvrijheid aan de orde te stellen, dan zal Nederland zich daarvoor inzetten.

1) Friedensstimme, 12 februari 2010

http://www.friedensstimme.nl/index.php?paginaID=28