Kabinet stelt 44 miljoen euro beschikbaar voor decentraal spoor
Op verzoek van minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat maakt de ministerraad 44 miljoen euro vrij voor het decentraal spoor uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Het geld wordt gebruikt om op verschillende trajecten in Limburg, Noord- en Oost-Nederland de reizigersgroei op te vangen door de capaciteit te verbeteren en de treinen vaker op tijd te laten rijden.
Dit gebeurt door bijvoorbeeld snellere wissels en inhaalsporen aan te leggen of door maatregelen te nemen waardoor de rijsnelheid verhoogd wordt. ‘’Deze investering in de decentrale lijnen is van cruciaal belang. Want sneller, vaker en zonder omwegen kunnen reizen is de toekomst van het hele openbaar vervoer.’’, aldus minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat.
De totale kosten voor de maatregelen zijn zo’n 108 miljoen euro. Het Rijk draagt in totaal 54 miljoen euro bij omdat Verkeer en Waterstaat boven op de FES-gelden nog 10 miljoen voor het project vrijmaakt na een amendement van Tweede Kamerlid Cramer. Afgesproken is dat de betrokken decentrale overheden (stadsregio’s en provincies) in Limburg, het noorden en oosten van het land het resterende bedrag betalen. De verantwoordelijkheid voor het vervoer op de decentrale spoorlijnen ligt bij deze overheden en de diensten worden uitgevoerd door de regionale vervoerders Connexxion, Arriva, Veolia en Syntus.
De afgelopen jaren is het aantal reizigers op veel decentrale spoorlijnen fors gegroeid. ‘’We moeten nú handelen om ervoor te zorgen dat het openbaar vervoer niet vastloopt’’, aldus Eurlings. Het aantal reizigerskilometers op deze lijnen neemt naar verwachting met nog ruim 35% toe tot 2020.In 2008 is door het ministerie van Verkeer en Waterstaat in samenwerking met ProRail, de decentrale overheden en de vervoerders een quick scan gedaan naar de (groei)capaciteit op deze trajecten. Hierbij is bekeken hoe knelpunten in de punctualiteit en capaciteit weggenomen kunnen worden. Hieruit is een lijst samengesteld van 9 lijnen waar met het nemen van maatregelen meer mensen van de trein gebruik kunnen maken . De maatregelen moeten in 2013 gerealiseerd zijn. (zie de bijlage voor de spoorlijnen, maatregelen en effecten)
Zo wordt op het traject Nijmegen- Roermond door de aanleg van snelwissel en een dubbelspoor bij Reuver én door verhoging van de snelheid een tijdwinst geboekt van 4-6 minuten. Op de lijn Zwolle- Kampen kan door de aanleg van inhaalspoor de trein vier keer in plaats van twee keer per uur rijden.
De investering in het decentraal spoor is onderdeel van de MobiliteitsAanpak van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Hierin wordt aangegeven hoe het groeiend aantal reizigers in het openbaar vervoer, op wegen en vaarwegen de komende jaren opgevangen kan worden. Uitgangspunt van de Mobiliteitsaanpak is dat Nederlanders vlot en veilig van deur tot deur kunnen reizen, makkelijk kunnen overstappen en de verschillende vormen van vervoer (auto, trein, streekvervoer, fiets) goed op elkaar aansluiten. Minister Eurlings: ‘’ We hebben het decentraal spoor hard nodig voor de bereikbaarheid van Nederland. Rijk en regio willen met deze investering de regionale bereikbaarheid verbeteren en de aansluiting op andere vormen van vervoer vergroten.’’.
1 Groningen – Nieuweschans, Groningen-Roodeschool, Leeuwarden-Harlingen, Leeuwarden-Sneek, Arnhem-Doetinchem-Winterswijk, Amersfoort/Ede-Wageningen, Winterswijk-Zutphen, Zwolle-Kampen, Nijmegen-Roermond.