Cie. Maatstaf: maatregelen voor toegankelijker onderwijs

Eenvoudiger en betere afstemming van wet- en regelgeving, bundeling van kennis en duidelijke richtlijnen voor onderwijsinstellingen.

Dat zijn enkele van de aanbevelingen die de commissie-Maatstaf heeft gedaan aan staatssecretaris Van Bijsterveldt om het hoger onderwijs beter toegankelijker te maken voor studenten met een functiebeperking.
De commissie, onder voorzitterschap van Margo Vliegenthart, bevestigt het beeld dat er te veel barrières zijn. Studieprogramma's zijn niet flexibel genoeg, het is te ingewikkeld om aanpassingen te regelen en de digitale toegankelijkheid laat te wensen over.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt ziet in de aanbevelingen veel aanknopingspunten om mee verder te gaan. ,,Dit rapport zal een ontwikkeling op gang brengen, en dat is een heel goede zaak. Want dit is iets waar aandacht aan geschonken móet worden.''

Accreditatiestelsel en referentiekader
Aan een van de belangrijkste adviezen heeft de staatssecretaris al handen en voeten gegeven: ze heeft vorige week met de Tweede Kamer afgesproken dat toegankelijkheid voor studenten met een functiebeperking een van de elementen wordt waaraan een onderwijsinstelling wordt getoetst voor de accreditatie.

De commissie-Maatstaf stelt in haar rapport een referentiekader voor dat de NVAO - de instantie die instellingen accrediteert - daarbij kan gebruiken. Het kader laat zien welke voorzieningen elke onderwijsinstelling zou moeten hebben. Extra aandacht wordt gevraagd voor deskundigheid, leerroutes en de digitale toegankelijkheid.

Wet en regelgeving vereenvoudigen
Veel winst valt te halen bij duidelijker en eenduidiger wet en regelgeving. Zo verplicht de Wet Gelijke Behandeling het aanbieden van doeltreffende aanpassingen en voorzieningen aan studenten met een functiebeperking, terwijl de Wet Hoger onderwijs een beperktere omschrijving van de doelgroep kent, die uitsluitingsgronden kent voor bijvoorbeeld chronische ziekte of dyslexie. Dit schept onduidelijkheid. De commissie adviseert deze definitie aan te passen aan de Wet Gelijke Behandeling.

Ook de regels voor hulpmiddelen verschillen soms van ministerie tot ministerie. De commissie kwam een voorbeeld tegen van een visueel gehandicapte student die als gevolg van conflicterende regels een half jaar studievertraging opliep. De laptop die hij als hulpmiddel had mocht hij niet gebruiken bij zijn examens, omdat hij ermee het internet opkon. Na lang heen en weer argumenteren kreeg hij uiteindelijk toch toestemming om de laptop te gebruiken maar wel met een halfjaar studievertraging.

Kenniscentrum
Instellingen moeten niet allemaal zelf het wiel hoeven uitvinden. Ze moeten geholpen worden bij de begeleiding van studenten. De commissie adviseert hiervoor het instellen van een landelijk kennis- en expertisecentrum. Dit centrum moet state-of-the art kennis bieden over functiebeperkingen, voorzieningen en de laatste technologische ontwikkelingen.

Zeker 47.000 studenten met een functiebeperking volgen hoger onderwijs. Hoge studie-uitval en studievertraging zijn kenmerkend voor deze groep.