Aantal zeer zwakke scholen gehalveerd

Afgelopen jaar is het aantal zeer zwakke afdelingen bij scholen in het voortgezet onderwijs met bijna de helft teruggebracht.

Was in 2008 nog 1,8% van het totaal aantal middelbare scholen zeer zwak, begin 2010 is dit aantal verlaagd tot 1 %. Daarmee is de ambitie voor 2012 nu al gerealiseerd. Dat laat staatssecretaris van Onderwijs, Marja van Bijsterveldt, vandaag aan de Tweede Kamer weten. "Intensief toezicht op zeer zwakke scholen helpt. Het aantal zeer zwakke middelbare scholen is fors afgenomen, mede dankzij de inzet van scholen zélf. Dat schept tevredenheid. Maar ik ga door, want iedere zeer zwakke school is er één teveel", aldus Van Bijsterveldt.

Vliegende brigades
Om de komende tijd het aantal zeer zwakke afdelingen verder te laten dalen trekt Van Bijsterveldt tot 2012 jaarlijks 1 miljoen euro extra uit. Zij zet dit geld in om individuele zeer zwakke scholen op maat te ondersteunen. Hiervoor wordt het huidige Steunpunt (Zeer) Zwakke Scholen uitgebreid met een zogenaamde 'vliegende brigades'. Deze voorzien zeer zwakke scholen van externe deskundigen die scholen ter plekke adviseren en helpen om het onderwijs zo snel mogelijk te verbeteren. Het Steunpunt (Zeer) Zwakke Scholen is een samenwerkingsverband tussen de VO-Raad, de AOC-Raad en het ministerie van Onderwijs.

Intensief toezicht
De onderwijsinspectie houdt jaarlijks toezicht op de onderwijskwaliteit van scholen. Afgelopen jaar is het toezicht van de inspectie verder geïntensiveerd. Nieuw is de beoordeling per afdeling (schoolsoort of leerweg, bijvoorbeeld vmbo-tl, havo, vwo), in plaats van de school als geheel aan te merken als zwak of zeer zwak. Ouders en leerlingen krijgen zo een beter beeld van de onderwijskwaliteit per afdeling. In de praktijk kan een havo afdeling prima functioneren, terwijl de vwo-afdeling op onderdelen tekort schiet. Scholen kunnen op deze manier ook veel gerichter aan slag om de onderwijskwaliteit omhoog te brengen.

Sneller ingrijpen
Onlangs heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel 'Goed onderwijs, goed bestuur'. Dit wetsvoorstel maakt het voor het eerst mogelijk om eerder in te grijpen op het moment dat de kwaliteit van een school zeer zwak is. Scholen die ondanks alle begeleiding er niet in slagen de onderwijskwaliteit te verbeteren, krijgen in de toekomst geen geld meer van de overheid.