Toespraak staatssecretaris Bijleveld bij ontvangst 'De Brandweer overmorgen' tijdens NVBR Symposium
Ik denk dat ongeveer de helft van alle speeches – dames en heren - begint met de – soms nostalgische; soms opgewonden - verzuchting dat er de laatste tijd wel heel erg veel veranderd is. En zo’n constatering is dan ook onveranderlijk waar.
Kunststoffen, digitalisering en internationale handel hebben het verleden definitief met de grond gelijk gemaakt. Alles van meer dan vijftig jaar geleden is geschikt voor het – al of niet openlucht – museum. Zo ook het bedrijfsmodel van de Brandweer.
Ik hoef die constatering niet te onderbouwen. Het was een algemeen gevoel bij de brandweer en bij de bestuurders die zich daarmee bezig houden en het werd verwoord door de Raad van Regionaal Commandanten.
Hoe lang kun je nog doorgaan met het stapsgewijs aanpassen van alle aspecten die in het veiligheidsbeleid samenhangen?
Op 1 oktober wil ik de Wet Veiligheidsregio’s invoeren.
Dat moet ook kunnen, want u heeft nu voldoende voorbereidingstijd gehad. Die wet geeft u opeens nieuwe ruimte.
U wordt als regionale brandweer opeens een grote speler waarmee rekening moet worden gehouden. De moeizame en stapsgewijze veranderingen die tot nu toe de brandweer kenmerkten kunt u dan achter u laten. Welkom in de 21ste eeuw.
Ik weet dat het voor een aantal van u ook onzekerheden geeft. Opeens gaan andere wetmatigheden gelden en er wordt van u verwacht dat u in het openbaar bestuur ook in beleidsmatige zin uw bijdrage zult gaan leveren, maar dat is “in the game”.
U kent waarschijnlijk de wetenschapstheorie van Thomas Kuhn.
Die stelt dat de wetenschap zich baseert op een aantal samenhangende ideeën – een paradigma noemt hij dat - en dat wordt steeds verder ontwikkelt. Maar op een geven moment loopt het spaak; dan past het niet. Dan moet alles opnieuw geschikt worden in een nieuw paradigma waarin bijvoorbeeld de aarde om de zon draait in plaats van andersom.
Door de veiligheidsregio heeft u behoefte aan een nieuw paradigma en om dat te vinden bent u als Marco Polo op reis gegaan.
Net als bij hem is eigenlijk sprake van twee reizen: een grote Strategische reis van nu tot 2040 en een kleine reis van nu tot 2015.
Die grote reis is het ontwikkelen van het perspectief op de wereld van 2040 en daarin de rol van degenen die de veiligheid onder hun hoede hebben. Ik hoef u dat uitzicht niet toe te lichten. U kent het of zal er vanmiddag van horen. Maar het beeld dat geschetst wordt van een op het voorkomen van incidenten gerichte organisatie is intrigerend. Daarom spreekt de moed mij aan om een beeld te scheppen; om in een nieuw paradigma te durven stappen. Om het zwaartepunt van de brandweer te verleggen van de repressieve kant naar de voorkant van het verhaal.
Van een brandweer die afwacht, naar een brandweer die zijn”’klanten”” opzoekt. Van een brandweer die zich prepareert, naar een brandweer zich gaat bewegen in netwerken.
Als oud burgemeester begrijp ik heel goed welke cultuuromslag daarvoor bij u nodig is. Ik wil u graag bij u reis ondersteunen. En voor zover ik dat als demissionair Staatsecretaris mag, wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken om enkele stations waar u langs moet, alvast met u verkennen. .
Het beeld is – wat u noemt- een continuïteitsconcept. De Brandweer als mede-beschermer van de maatschappelijke continuïteit. Burgers dragen een eigen verantwoordelijkheid voor hun veiligheid, stellen veiligheidseisen aan bedrijven en treffen, tot op zekere hoogte, zelf maatregelen.
Daarbij zullen er risico’s blijven bestaan. Een 100% veilige samenleving is immers een illusie. Die overblijvende risico’s moeten de burgers en hun bestuurders bewust aanvaarden en politiek-bestuurlijk verantwoorden.
We reizen verder.
De conventionele hulptaken worden verbreed. De repressieve taken van de brandweer nemen af door meer preventie, maar worden wellicht intensiever door de noodzaak voor calamiteitenbestrijding.
De grote onbekende hier is mijns inziens de burger. Die wordt verondersteld kritisch en calculerend te zijn. Ik weet niet of dat ook geldt ten aanzien van accepteren van allerlei risico’s.
De samenleving is kritischer geworden en per calamiteit wordt uitgebreid de schuldvraag gewogen. Het na-traject wordt minstens zo zwaar als het voortraject. ”De ramp na de ramp”
Wat staat u eigenlijk voor ogen bij de kleine reis?
U heeft het dan over een aantal speerpunten, dat we de komende vijf jaar moeten realiseren. En dat zijn punten waar ik graag in mee wil.
U ziet geaccepteerde verschillen ontstaan tussen regio’s met verschillende risicoprofielen. U sluit daarmee aan bij een ontwikkeling die we ook elders in het openbaar bestuur meemaken. Het doel van structuren en maatregelen is niet gelijkvormigheid en zelfs niet altijd voorspelbaarheid. Het gaat om de effectiviteit. Rijnmond is geen Friesland. Binnen de wettelijke kaders wordt zo ruimte gezocht voor eigenheid
Een ander belangrijk punt is uiteraard de technische innovatie en de research and development. Woningsprinklers en blusrobots zouden een verlichting van de repressieve organisatie kunnen betekenen.
Onderzoek naar bijvoorbeeld risicobeheersing en rampenbestrijding in samenwerking met universiteiten of eigen instellingen lijkt een permanente noodzaak.
Hier wil ik overigens wel bij aantekenen dat er geen dubbel werk moet worden gedaan. Het is geen goed idee als er een eigen brandweer steunorganisatie wordt opgezet als er tegelijk door andere disciplines een vergelijkbare organisatie wordt geschapen. Daarom ben ik ook verheugd dat de brandweer mee gaat doen in de multidisciplinaire Landelijke Ondersteuningsorganisatie Fysieke Veiligheid en dat de kernelementen van de Landelijke Kern Brandweer (LKB) deel gaan uit maken van de LOFV.
In dit verband wil ik ook de komst van de regionale uitvoeringsdiensten van VROM noemen die op de schaal van de politie- en veiligheidsregio’s worden georganiseerd.
Ik bespeur enige angst in uw gelederen over die komst. Bang dat zij een deel van uw takenpakket pakken. Onterecht lijkt mij. Als u naar de voorkant van de keten wil en daar uw rol wil spelen dan zult u moeten netwerken, dan zult u partners moeten zoeken. Ga daarbij uit van u eigen kracht en eigen kennis. Zo wordt u partner in een kennissamenleving.
Ik realiseer mij dat ik een beetje aan het grasduinen ben in uw plannen en visies, maar ik ontkom daar niet aan. Uw speurtocht naar een nieuw paradigma heeft zoveel aspecten dat er geen sprake kan zijn van een enkel en eenvoudig oordeel. Maar dat u ambitieus bent met uw reisplannen, daar wordt een mens wel vrolijk van.
Als u straks met uw karavaan door de wereld trekt op zoek naar de steen der wijzen, zult u een paar interessante gebieden moeten doorkruizen; niet allemaal zonder gevaar.
Een interessante attractie die niet mag missen in uw reis door de toekomst is de veiligheidsregio. Er is al veel congruentie tussen de regio’s, maar de restanten van de opmerkelijke lappendeken van regio’s tussen brandweer, politie en geneeskundige hulp zijn nog steeds niet helemaal verdwenen. Dat het moeizaam gaat is historisch wel te begrijpen, maar het is aan de andere kant niet uit te leggen.
Ik denk dat door het samenbrengen van alle hulpverleners iedereen aan slagkracht en effectiviteit zal winnen; om nog maar te zwijgen over publieke waardering. Helaas moeten we tegenwoordig tijd aan geweld tegen hulpverleners besteden. Maar u verdient het tegendeel: een heldenstatus; geef daar ook alle gelegenheid toe. De brandweer is vaak de universele hulpverlener. In feite in meer dan de helft van de gevallen gaat het helemaal niet om brand.
Ook een gebied dat u niet mag missen is vrijwilligersland. Zonder vrijwilligers kunnen we niet. Ze zijn zo belangrijk dat we ze moeten koesteren met betere opleidingen en duidelijkheid over wat we van ze verwachten en mogen vragen. Vrijwilligers worden parttime professionals.
Het bijzondere van de vrijwilligers is dat ze een directe band hebben met hun eigen omgeving. Het misverstand dat door de regionalisering vrijwilligers uit hun kazerne gehaald zouden worden is gelukkig vrijwel verdwenen. Maar het heeft ons wel geleerd dat we bijzonder veel zorg moeten besteden aan de vrijwilligers; aan die ruggengraat van veel brandweerorganisaties.
Tot slot nog het land van de heroverweging.
Daar is weinig over bekend maar dat er kritisch naar elke Euro zal worden gekeken is logisch. In elk geval moet de doelmatigheid optimaal worden op een landelijk niveau. Minder materiaal, betere samenwerking bij inkoop en organisatie ook met blauw en wit en groen.
Ook zonder de heroverweging is het uiteraard van levensbelang naar de kosten te kijken. In de afgelopen twintig jaar zijn de kosten van de brandweer verdubbeld. Wij - rijk en gemeenten- geven dit jaar meer dan een miljard uit. Dat is ook nodig als we naar de eisen kijken. Maar is de veiligheid ook toegenomen?
Ze zeggen wel eens dat de brandweer nog steeds doet wat ze al voor de introductie in 1672 van de brandslangspuiten van Jan van der Heyden deed: ze brengt water naar vuur. Maar moet dat zo blijven?
Als je bijvoorbeeld anders bouwt zou dat wel een verschillend kunnen zijn.
Dames en heren, ik ben bijna aan het eind van mijn opmerkingen. Ik heb er nog twee, maar die zijn kort.
Eén is wat ik in uw plannen las over onderzoek en onderwijs. Ik sta daar helemaal achter, met de zojuist genoemde waarschuwing dat dubbel werk en concurrerende organisatie moeten worden voorkomen.
Wat me ook enorm aansprak was de mogelijkheid voor een opleiding en voorlichting over brandveiligheid op VMBO niveau. Waarom zouden ROC’s geen delen van de brandweeropleiding voor hun rekening kunnen nemen?
De laatste opmerking is dat ik op 12 april op bezoek ga bij brandweer Amersfoort en daar onder andere het handboek Veilig Wonen zal ontvangen. U keek daar al naar uit en wij zullen meehelpen het te verspreiden.
Dames en heren, in de 18e en 19e eeuw was het de gewoonte onder de zoons van de Engelse aristocratie een reis door Europa - vooral door Italië - te maken: the grand tour. Heel wat kitsch is op die manier in Engelse landhuizen terecht gekomen.
U gaat ook op reis, maar weet niet precies waarheen.
Toch bent u vastbesloten en u weet ook waar u mee thuis wilt komen. A grand design, een nieuw paradigma, een nieuw bedrijfsmodel.
Dat wordt kunst; laat het stralen!