Kamerbrief inzake het verslag van de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse Zaken van 22 maart 2010
Graag bied ik u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse Zaken van 22 maart 2010.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Verslag van de Raad Algemene Zaken (RAZ) en Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 22 maart 2010
Raad Algemene Zaken
Voorbereiding Europese Raad van 25 en 26 maart, Europese Raadsconclusies
De Raad Algemene Zaken (RAZ) heeft de conceptconclusies van de Europese Raad (ER) van 25 en 26 maart a.s. besproken. Daarin staan de nieuwe Europese strategie voor groei en banen (‘de Europa 2020-strategie’) en klimaatverandering centraal.
De discussie in de Raad ging hoofdzakelijk over twee onderwerpen: de formulering van de doelstellingen van de strategie en het tijdpad voor de vaststelling ervan. Ook werd gesproken over de governancevan de strategie.
Ten aanzien van de doelstellingen is vooral gesproken over het armoededoel. Een aanzienlijk deel van de lidstaten, waaronder Nederland, is van mening dat een dergelijk doel niet past in een strategie die zich richt op werkgelegenheid en banen. Ook werden er bezwaren tegen de definitie naar voren gebracht. Met name de Commissie houdt voorlopig vast aan haar voorstel voor een expliciete doelstelling op het vlak van armoede.
Over het tijdpad voor de vaststelling van de strategie lopen de meningen nog uiteen. De Commissie en het voorzitterschap willen dat de komende ER gekwantificeerde doelen voor de Unie als geheel vaststelt. Voorzitter Van Rompuy toonde zich hier tijdens het diner na afloop van de RAZ ook voorstander van. Sommige lidstaten vinden het nu te vroeg voor het kwantificeren van de doelen, onder meer omdat zij twijfels hebben over de haalbaarheid van sommige doelstellingen. Daarnaast vreest een aantal lidstaten dat het niet haalbaar zal zijn om, zoals de Commissie voorstelt, al op de ER van juni te komen tot een vertaling van Europese naar nationale doelen. Nederland heeft zich uitgesproken voor het vaststellen van ambitieuze maar tegelijkertijd realistische doelen.
Wat betreft de governancevan de strategie heeft een aantal lidstaten, waaronder Nederland, erop gewezen dat het Stabiliteits- en Groeipact en de Europa 2020-strategie duidelijk onderscheiden instrumenten moeten blijven. Wel kan ingestemd worden met gelijktijdige rapportages onder beide instrumenten, zodat een beter inzicht kan worden verkregen in de algemene economische toestand in de lidstaten.
Klimaat
Het onderwerp klimaat werd op de Raad Algemene Zaken niet apart besproken, zoals aanvankelijk de bedoeling was, maar -- zoals hierboven aangegeven -- als onderdeel van de voorbereiding van de Europese Raad. De concept-Europese Raadsconclusies konden in het algemeen op instemming rekenen. Meerdere lidstaten benadrukten met Nederland het belang van een eensgezind Europees optreden richting Cancún en van concrete implementatie van hetgeen in Kopenhagen is afgesproken, waaronder vroegtijdige financiering voor ontwikkelingslanden. Nederland pleitte voorts voor een ambitieuze EU en een oproep aan andere landen om een vergelijkbare reductiedoelstelling op zich te nemen, zodat het door partijen omarmde doel van het beperken van de opwarming tot beneden de 2 graden binnen bereik kan blijven.
EDEO
De RAZ en de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) bespraken in een gecombineerde zitting de voorbereiding van de oprichting van de Europese diplomatieke dienst EDEO. Veel ministers benadrukten dat de HV spoedig over een goed functionerende, eigen dienst moet beschikken opdat de EU haar ambities op het gebied van het buitenlandbeleid effectief kan verwezenlijken. Lidstaten herhaalden in dit verband hun wens om eind april een besluit tot oprichting van de EDEO te nemen. HV Ashton zei volgende week een concept-besluit te kunnen presenteren. Nagenoeg alle lidstaten wezen erop dat het, om de ambities waar te kunnen maken, noodzakelijk is dat de HV over voldoende personeel, zowel in Brussel als op de EU-delegaties in derde landen, en middelen beschikt. Meerdere ministers, waaronder minister Verhagen, pleitten ervoor de EDEO zo spoedig mogelijk een rol te geven bij het verlenen van consulaire diensten aan EU-burgers, met name ook in landen waar burgers geen ‘eigen’ ambassade hebben. Een aantal lidstaten pleitte voor het handhaven van een geografisch en ‘gender’ evenwicht bij benoemingen in de EDEO. Met betrekking tot de programmering van ontwikkelingsfondsen was er brede instemming met een rol voor de EDEO op strategisch niveau, terwijl de uitvoering bij de Commissie blijft.
Raad Buitenlandse Zaken
Haïti
De RBZ nam conclusies aan over de inzet van de EU tijdens de VN-wederopbouwconferentie voor Haïti die zal plaatsvinden in New York op 31 maart a.s. Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton zal met de Commissarissen Georgieva (internationale samenwerking, humanitaire hulp en crisisbestrijding) en Piebalgs (ontwikkelingssamenwerking) aan deze conferentie deelnemen.
In de conclusies is besloten tot het bundelen van de EU-bijdragen in een gemeenschappelijke toezegging aan de conferentie (een zogeheten ‘one pledge’) en de oprichting van een ‘EU development house’ voor een betere EU-coördinatie en facilitatie ter plekke. Tijdens de VN-wederopbouwconferentie in New York zal mogelijk worden besloten tot de instelling van een Multi-Donor Trust Fundvoor Haïti, dat momenteel door de VN en de Wereldbank wordt voorbereid. Op dit moment is nog niet bekend hoe groot de bijdrage van de EU aan dit Trust Fundzal zijn.
HV Ashton en Commissaris Georgieva deden verslag van hun reis naar Haïti. De HV loofde de inzet van de EU-hulpverleners onder erg moeilijke omstandigheden. De bevindingen van de HV tijdens haar reis bevestigen de noodzaak van langdurige internationale ondersteuning van het op de conferentie te presenteren ontwikkelingsplan van de Haïtiaanse regering. Volgens de huidige schattingen op basis van het ‘post disaster needs assessment’ is de komende jaren 11.4 miljard euro nodig. De HV concludeerde, conform de Nederlandse inzet, dat de Haïtiaanse regering leidend moet blijven bij de uitvoering van dit plan. Gelet op de beperkte bestuurscapaciteit -- vele overheidsmedewerkers zijn omgekomen bij de aardbeving -- is dit echter geen eenvoudige opgave. Commissaris Georgieva stelde vast dat met het oog op het regenseizoen spoedig nadere voorzieningen getroffen moeten worden.
De HV zegde toe aan de RBZ van mei te zullen rapporteren over de evaluatie van de reactiecapaciteit van de EU bij humanitaire crises.
Chili
De Commissarissen Georgieva en Piebalgs informeerden de RBZ over de situatie in Chili na de aardbeving van 27 februari jl. en de daarop volgende Tsunami. Ongeveer twee miljoen personen zijn geraakt door de ramp. De schade bedraagt ongeveer 30 miljard USD. De Commissie heeft 3 miljoen euro beschikbaar gesteld voor humanitaire hulp. Commissaris Piebalgs stelde voor de Europese Investeringsbank (EIB) te vragen om te bezien welke additionele steun deze kan verlenen voor de herstelwerkzaamheden. Dit verzoek wordt doorgeleid.
Nederland heeft kort na de ramp in reactie op een Chileens hulpverzoek 300.000 € ter beschikking gesteld aan de Internationale Federatie van het Rode Kruis voor noodhulp ter plaatse.
Afghanistan
De RBZ sprak over de situatie in Afghanistan in aanwezigheid van de nieuw benoemde ‘double-hatted’EU speciaal vertegenwoordiger/hoofd van de EU-delegatie Usackas. De Raad nam conclusies aan die het belang benadrukken van de implementatie van de afspraken van de Londenconferentie en die de Afghaanse regering oproepen om hiertoe tijdens de internationale conferentie in Kaboel (voorzien voor juni/juli van dit jaar) met concrete plannen te komen. Nadruk dient daarbij te liggen op onder andere goed bestuur, mensenrechten en corruptiebestrijding. Minister Verhagen bracht onder de aandacht dat het versterken van de Afghaanse bestuurlijke capaciteit essentieel is voor het in voldoende vertrouwen kunnen overdragen van taken.
De conclusies roepen de Afghaanse regering op om in nauwe samenwerking met de VN-vertegenwoordiger te werken aan hervorming van het verkiezingsproces, in het bijzonder verbetering van het functioneren van de kies- en klachtencommissies. Meerdere ministers, waaronder minister Verhagen, onderstreepten het belang van geloofwaardige parlementaire verkiezingen.
Als prioriteit noemde Usackas de implementatie van het in oktober jl. aangenomen EU-actieplan voor Afghanistan. Usackas wil in nauwe samenwerking met de ambassades van de EU-lidstaten in Kaboel komen tot een gestructureerde, gezamenlijke EU-reactie op de door de Afghaanse regering te presenteren programma’s op het gebied van onder andere corruptie, bestuur en mensenrechten.
De HV zal tijdens de RBZ in april rapporteren over de implementatie van het EU-actieplan voor Afghanistan. Dan komt ook de stand van de uitvoering van de EUPOL-missie aan de orde.
Wit-Rusland
Dit onderwerp, dat als mogelijk diversenpunt was geagendeerd, kwam niet aan de orde en zal waarschijnlijk op de agenda van de RBZ van april of mei worden geplaatst.
MOVP
Bij de bespreking van het Midden-Oosten vredesproces (MOVP) gaf Kwartetgezant Blair zijn visie op de mogelijkheden om voortgang te boeken. Blair stelde dat de aankondiging van de nederzettingenbouw in Oost-Jerusalem en de Palestijnse acties die daarop volgden het wantrouwen tussen de partijen hadden vergroot. Het Kwartet en de EU hebben het Israëlische voornemen tot het bouwen van 1600 nieuwe wooneenheden in Oost-Jerusalem veroordeeld. Nu moest de internationale gemeenschap beide partijen aanmoedigen tot onderhandelingen. De komende maanden waren cruciaal voor het behoud van het geloof door partijen en landen in de regio in een tweestatenoplossing. Op beide partijen rustte een verantwoordelijkheid: op Israël voor het nemen van vertrouwenwekkende maatregelen, op de Palestijnen voor het afgeven van voldoende veiligheidsgaranties aan Israel. Zonder deze veiligheidsgaranties zou Israël niet bewegen, aldus Blair. De raketbeschietingen, zoals recentelijk weer ondernomen vanuit Gaza, zouden een halt toegeroepen moeten worden. Aan Israëlische zijde zouden vertrouwenwekkende maatregelen onder andere kunnen bestaan uit het verbeteren van ‘movement and access’ tot de Westbank en Gaza, en uit het verruimen van mogelijkheden voor de Palestijnen om de bevolkingsgroei in Oost-Jerusalem op te vangen]. De EU zou via het aanbieden van zogenaamde depositshet vinden en uitvoeren van een oplossing kunnen bevorderen. Blair noemde politietraining, assistentie bij versterking van de rechtsstaat en steun voor economische ontwikkeling als mogelijkheden voor ondersteuning van de Palestijnen.
In de daaropvolgende discussie spraken de ministers hun waardering uit voor de inzet van het Kwartet en de Kwartetvertegenwoordiger om de vredesbesprekingen weer op gang te brengen. Het belang van het nemen van vertrouwenwekkende maatregelen door beide partijen werd onderschreven. Ook spraken ministers hun steun uit voor een actieve rol van HV Ashton in de regio. De hoop werd uitgesproken dat spoedig een nieuwe datum gevonden kan worden voor de EU-Israël Associatieraad, die oorspronkelijk voorzien was op 23 maart maar om agendatechnische redenen geen doorgang kon vinden.
Ook minister Verhagen noemde de noodzaak om te trachten beide partijen tot het alsnog starten van onderhandelingen te bewegen. Hij noemde als mogelijke depositsprojecten op het gebied van veiligheid, gerechtigheid en watermanagement. Daarnaast vroeg Nederland aandacht voor de follow upvan het Goldstone-rapport in de Mensenrechtenraad. Minister Verhagen benadrukte dat een ongebalanceerde resolutie de kansen op voortgang in het MOVP zou schaden, en derhalve niet gesteund moest worden.
En marge van de RBZ had minister Verhagen een ontmoeting met zijn Israëlische ambtsgenoot, Avigdor Lieberman. In het gesprek herhaalde minister Verhagen zijn afkeuring van het Israëlische voornemen 1600 nieuwe wooneenheden in Oost-Jerusalem te bouwen. Evenals in de RBZ riep minister Verhagen op tot het nemen van vertrouwenwekkende maatregelen om de vredesbesprekingen weer op gang te brengen. Escalatie moet worden voorkomen. Voorts wees minister Verhagen op het grote belang van het openstellen van de grens met Gaza voor humanitaire en commerciële producten, evenals voor personenverkeer. De ministers waren het erover eens dat de Nederlandse activiteiten in de bloemen- en aardbeiensector een goed voorbeeld zijn van samenwerking waarbij zowel Israël als de Palestijnen te winnen hebben. Voorts uitten beide ministers uitten hun grote zorg over de opstelling van Iran in de regio. Iran blijft de internationale verplichtingen tegenover de VN-Veiligheidsraad en het IAEA naast zich neerleggen. Indien Iran niet bereid is tot een dialoog over de nucleaire ambities, dienen conform het tweesporenbeleid spoedig nieuwe sancties getroffen te worden.
Iran
Mede op instigatie van Nederland sprak de Raad in een verklaring zijn grote zorg uit over, onder meer, de voortdurende inzet van het Iraanse regime om vrije informatievergaring door Iraanse burgers aan banden te leggen. Het Iraanse regime dient de internetcensuur en het storen van mobiele communicatie en TV- en radiosignalen onmiddellijk te staken. Indien het regime hier geen gehoor aan geeft, zal de Unie navenant actie ondernemen. Over mogelijke maatregelen zal in de Unie nader gesproken worden. Minister Verhagen heeft onder andere voorgesteld de mogelijkheden te onderzoeken voor het verbieden van relevante dienstverlening aan instellingen die internetcensuur plegen, evenals een gedragscode voor Europese bedrijven die hard- en software leveren die internetfiltering mogelijk maken. Ook suggereerde minister Verhagen positieve maatregelen te nemen om internettoegang te verbeteren, door bijvoorbeeld projecten te ondersteunen gericht op de bevordering van vrije media.
Cuba
En marge van de Raad besprak minister Verhagen met zijn Spaanse collega Moratinos dat een stevige veroordeling door de EU van het optreden van de Cubaanse regering tegen de protesten van de 'Damas de Blanco' aangewezen is. Hierbij dient Cuba ook te worden opgeroepen hongerstakers conform zijn internationale verplichtingen te behandelen. Minister Moratinos zegde toe hiervoor in overleg met HV Ashton te zullen zorgdragen.