Werkvergunning blijft nodig voor uitgezonden Bulgaren en Roemenen
Dit zegt minister Donner in een reactie op het bericht dat Nederland volgens de Europese Commissie ten onrechte tewerkstellingsvergunningen vraagt voor werknemers uit Bulgarije, Roemenië en derde landen die naar Nederland zijn gedetacheerd.
Voor Bulgaarse en Roemeense werknemers die voor een Nederlandse werkgever werken is en blijft een tewerkstellingsvergunning vereist. Volgens de Europese Commissie mag Nederland echter geen beperkingen opleggen aan dienstverleners uit een andere lidstaat, die in Nederland met eigen werknemers een dienst komen verrichten. In de Wet arbeid vreemdelingen is daarom geregeld dat voor deze werknemers, als zij geen uitzendkrachten zijn, kan worden volstaan met een melding (‘notificatie’) bij UWV, zonder voorafgaande toets.
Nederland maakt onderscheid tussen ‘zuivere’ dienstverlening’ (zoals het tot stand brengen van een bouwwerk) en ‘onzuivere’ dienstverlening (zoals het ter beschikking stellen van personeel via uitzendbureaus). In het laatste geval blijft een tewerkstellingsvergunning nodig. Dit houdt onder meer in dat wordt getoetst aan de beschikbaarheid van prioriteitgenietend aanbod (binnenlands en Europees aanbod) voor de betreffende functie. Met dit onderscheid is de Europese Commisie het niet eens.
Nederland correspondeert al jaren met de Commissie over deze kwestie,maar zolang het Europese Hof van Justitie zich nog niet heeft uitgesproken omtrent het begrip dienstverlening, ziet minister Donner geen aanleiding het huidige Nederlandse beleid te wijzigen.
Lees hier de volledige brief aan de Tweede Kamer.