Wachtlijsten jeugdzorg in 11 provincies nagenoeg weg
In 2008 en 2009 zijn er duizenden kinderen extra geholpen in het kader van de aanpak van de wachtlijsten in de jeugdzorg. In 11 provincies en stadsregio’s zijn de wachtlijsten nagenoeg geheel weggewerkt. In vier provincies is dit niet het geval, vooral omdat het gebruik van jeugdzorg daar sterker groeide dan verwacht.
Om meer inzicht te krijgen in de achtergrond van de groeicijfers laat minister Rouvoet de cijfers van een aantal provincies nader onderzoeken. Voor 2010 en 2011 heeft Rouvoet met de provincies een andere aanpak afgesproken waarin vooral wordt ingezet op het terugdringen van de groei. Uitgangspunt van die afspraken is dat aan alle kinderen de zorg wordt geboden die nodig is.
Eind 2009 wachtten 720 kinderen langer dan negen weken op jeugdzorg, dat is een daling van 81% ten opzichte van begin 2008. Daarnaast ontvingen 1083 jongeren een vorm van overbruggingszorg in afwachting van de jeugdzorg waarvoor zij een indicatie hebben. De totale wachtlijst van kinderen met en zonder overbruggingszorg samen is sinds begin 2008 met 71% gedaald tot 1803 kinderen eind 2009.
Groei hoger dan verwacht
De prestatieafspraken met de provincies en grootstedelijke regio’s over het wegwerken van de wachtlijsten gingen uit van een maximale groei van de vraag naar jeugdzorg van 7,8% in 2008 en 8,4% in 2009. Uit de cijfers van de provincies blijkt dat de groei in 2008 (8,9%) flink hoger was dan verwacht, terwijl de groei in 2009 (8,3%) is afgevlakt. Door de hogere groei is het - ondanks het feit dat er duizenden kinderen extra geholpen zijn - niet gelukt om de wachtlijsten overal weg te werken.
Minister Rouvoet: 'Er is veel gepresteerd in twee jaar wachtlijstenaanpak. Er zijn duizenden kinderen extra geholpen, de wachtlijsten zijn sterk afgenomen en wij weten veel meer over de wereld achter de wachtlijsten. Voor mij is helder dat kinderen het best geholpen zijn door in te blijven zetten op preventie, kwaliteit en toegankelijkheid. Daar ga ik dan ook volop mee door. Nu vooral binnen het nieuwe afsprakenkader met de provincies. Maar ook door de brede kabinetsvisie op de toekomst van de zorg voor jeugd – waarbij gebruik is gemaakt van veel deskundigheid uit het veld - op korte termijn naar de Kamer te sturen. Zodat het nieuwe kabinet en de nieuwe Kamer erover kunnen beschikken bij het nemen van besluiten hierover.'
Preventie en kwaliteit
Met de afvlakking van de landelijke groeicijfers lijkt de inzet van Rouvoet op preventie en kwaliteit resultaat op te leveren. Dit staat ook centraal in de afspraken die hij met de provincies heeft gemaakt voor 2010 en 2011. Inzet is het terugdringen van de groei van de vraag naar jeugdzorg. Zo maken de afspraken het mogelijk om ambulante jeugdzorg zonder indicatiebesluit te bieden, met het doel om kinderen en gezinnen eerder te helpen met lichtere zorg en het beroep op meer specialistische zorg te beperken.