Wijziging Wet voorkeursrecht gemeenten door Eerste Kamer aangenomen
Op 16 maart 2010 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten aangenomen. Het doel van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) is om gemeenten, provincies en het Rijk bij het uitvoeren van hun ruimtelijk beleid een betere uitgangspositie te geven op de grondmarkt.
Het voorkeursrecht is daarbij het recht om als eerste te kunnen reageren op een aanbod tot verkoop van gronden. Op die manier kan speculatie met gronden worden voorkomen. In 2000 werd de uit 1981 stammende Wet voorkeursrecht gemeenten geëvalueerd. Naar aanleiding hiervan werd de modernisering en vereenvoudiging van de wet in de Nota Grondbeleid (2001) en de Herijkingsbrief (2003) aangekondigd.
De modernisering en vereenvoudiging vond in twee stappen plaats. In de invoeringswet Wro, die op op 1 juli 2008 in werking trad, werd de Wvg aangepast aan de planvormen uit de Wro. Daarnaast hebben het Rijk en de provincies de voorkeursrechtbevoegdheid gekregen en is de procedure tot aanwijzing van gronden voor een voorkeursrecht sterk vereenvoudigd. Dat heeft geleid tot een aanzienlijke lastenverlichting voor gemeenten.
In het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (31 285) waarmee de Tweede Kamer op 16 februari 2010 instemde zijn de resterende verbeteringen en vereenvoudigingen opgenomen:
Een vernieuwde regeling van bekendmaking en inwerkingtreding van voorkeursrechten. Dit zal leiden tot een sterke verbetering van de kenbaarheid van geldende voorkeursrechten en een lastenverlichting voor notariaat en gemeenten;
- Een vereenvoudiging van de aanbiedingsprocedure en rechterlijke procedures.Dit leidt tot snellere procedures en meer procesregie voor de rechter;
- De vervanging van de ontheffingbevoegdheid van Gedeputeerde Staten door een ontheffingsbevoegdheid voor het College van Burgemeester en Wethouders. Dit sluit beter aan bij de praktijk;
- Overige wijzigingen die de werking van de wet in de praktijk zullen verbeteren.
Nu de Eerste Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen zal het wetsvoorstel naar verwachting op 1 juli in werking treden.
De vernieuwde regeling van bekendmaking en inwerkingtreding van gemeentelijke voorkeursrechten treedt later in werking. Eerst zullen, zoals door de minister van VROM toegezegd aan de Tweede Kamer, de uitkomsten van de evaluatie van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken worden afgewacht. Die evaluatie kan aanleiding geven deze regeling nog verder te verbeteren.