Nederland langer bij Europese missie in Bosnië-Herzegovina
Nederland verlengt het verblijf van 85 militairen bij de troepenmacht van de Europese Unie in Bosnië-Herzegovina, operatie EUFOR Althea, tot 1 maart 2011. Dit besloot de ministerraad vandaag op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Verhagen en minister van Defensie Van Middelkoop.
EUFOR houdt toezicht op het staakt-het-vuren en de ontwapening van de voormalige Bosnische strijdkrachten en is verantwoordelijk voor een veilige omgeving waarin de internationale gemeenschap haar werk kan doen. Verder ondersteunt EUFOR het Joegoslavië Tribunaal en de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië-Herzegovina.
"In oktober zijn er verkiezingen in Bosnië-Herzegovina. In die periode komen tegenstellingen duidelijker naar voren. Ik vind het belangrijk dat Nederland een bijdrage blijft leveren aan de stabiliteit in het land", aldus Verhagen.
Vanaf juni 2010 legt de missie zich ook toe op capaciteitsopbouw en training. De training moet de Bosnische strijdkrachten zelf in staat stellen de veiligheid en stabiliteit van Bosnië-Herzegovina te garanderen. Ongeveer 10 van de 85 Nederlandse militairen worden ingezet voor trainingstaken.
Nederland heeft in EU-verband steeds benadrukt dat de EU een verantwoordelijkheid heeft voor de garantie van de stabiliteit in Bosnië-Herzegovina en daarmee de regio. De EU kan zich in de Westelijke Balkan en Bosnië-Herzegovina niet veroorloven dat hernieuwde spanningen aanleiding zijn voor instabiliteit.
Militaire aanwezigheid is noodzakelijk, zeker zolang de Hoge Vertegenwoordiger ondersteuning nodig heeft en de situatie in Bosnië-Herzegovina fragiel is. Die is veel stabieler dan 15 jaar geleden, maar politieke spanningen blijven het land in zijn greep houden. De verhouding tussen de 3 grote bevolkingsgroepen wordt gekenmerkt door nationalistische en etnische retoriek en de spanningen zullen in de aanloop naar de verkiezingen in oktober vermoedelijk verder toenemen.
Vooralsnog heeft het gespannen politieke klimaat niet geleid tot een verslechterde veiligheidssituatie, maar evenmin is sprake van vooruitgang. De EU vindt dat in de aanloop naar de verkiezingen geen risico's moeten worden genomen. Naar verwachting is eind dit jaar duidelijk of en in welke vorm EUFOR in het land moet blijven.
In totaal nemen 20 EU-lidstaten en 5 niet EU-landen deel aan de missie.