Dwang is geen bewijs van macht
'We willen, hoe moeilijk ook, blijven streven naar nul separaties.' Dit zei directeur-generaal Curatieve Zorg, Léon van Halder, namens minister Klink, bij de opening van het congres ‘Dwang en Drang: van beheersen naar intensive care in de GGZ’ in Nijkerk op 11 maart 2010.
In een scheurjurk, met op de vloer een papieren hoedje waarin je je behoefte moet doen. Een paar krijtjes met een schoolbord. Of erger: een schoolbord zonder krijtjes. Diepe eenzaamheid, ontreddering. En het gevoel dat je gestraft wordt. Omdat je ziek bent.
Dames en heren, ik spreek gelukkig niet uit ervaring. Deze citaten over het leven in de isoleer komen uit het boekje “Op blote voeten” van Linda Kramer, een bundel met ervaringsverhalen van mensen die in de isoleer hebben gezeten.
We weten het allemaal: het is nog helemaal niet zo lang geleden dat dit soort ervaringen aan de orde van de dag waren in de Nederlandse GGZ. Dat separeren van mensen bij –tussen aanhalingstekens- lastig gedrag, volkomen normaal was. De cijfers zijn niet eenduidig, maar Nederland is wel een van de koplopers separeren in Europa. Niet iets om trots op te zijn. Al heeft dit ook te maken met het feit dat de intramurale GGZ in Nederland relatief groot is gebleven, vergeleken met andere landen. En met de door de overheid gestelde regels: instellingen móesten tot voor kort beschikken over een separeerruimte. Dat was verplicht.
Maar kijk eens waar we nu zijn.
De mentaliteit is veranderd. We zijn het er nu allemaal over eens: dwang in de zorg moeten we zo veel mogelijk vermijden. Want dwang is geen bewijs van macht. Het is een bewijs van onmacht.
Sinds 2006 is echt sprake van een kentering. In de politiek, bij de overheid, bij patiënten en hun familieleden en zeker niet in de laatste plaats ook bij u, de hulpverleners.Ook u voelde de behoefte om het gebruik van dwangmiddelen terug te dringen.
U kent allemaal de beleidsmaatregelen Dwang en Drang. In het kader daarvan hebben 42 instellingen de afgelopen drie jaar keihard gewerkt aan het terugdringen van separatie. En dat beleid werkt. Het aantal separaties daalt.De inspectie heeft in 2008 en 2009 een onderzoek uitgevoerd dat dit jaar een vervolg krijgt. We zien daarin onder meer dat het aantal dwangbehandelingen sinds 2008 is afgenomen.De IGZ geeft u hier deze ochtend nog een toelichting op de cijfers.
Goed nieuws dus. Maar we zijn er nog niet. We willen, hoe moeilijk ook, blijven streven naar nul separaties. En dat separeren uit gewoonte, als standaardregel, of uit onmacht, daar willen we écht snel vanaf.En dan niet door vaker andere dwangmaatregelen te gebruiken, zoals medicatie of vastbinden. Het gaat om het toepassen van goede alternatieven om een patiënt weer rustig te krijgen.
U werkt daarom ook hard aan het ontwikkelen van veldnormen. Mijn dank daarom voor deze verkennende visie, met de titel “Op weg naar Veldnormen Intensive Care”.Dat is een goede start.Hiermee laat u zien dat er genoeg ándere manieren zijn dan separeren om mensen te helpen wanneer ze in een diepe crisis verkeren.Want wij in Den Haag kunnen wel stellen dat het aantal separaties verder omlaag moet. Het is aan ú om de weg daarheen te kiezen. En te bewandelen. Die taak is u toevertrouwd, dat blijkt wel uit dit document.
De term Intensive Care geeft al aan waar het om gaat. Bij een kritieke lichamelijke toestand komen mensen in een ziekenhuis op een intensive care afdeling te liggen. Ze staan volledig onder controle en worden geen moment alleen gelaten.Bij grote geestelijke nood, zoals zich kan voordoen bij een psychose, moet intensive care net zo vanzelfsprekend zijn.Eén op één begeleiden, in een rustige omgeving, even weg van de groep, maar niet alleen. Veiligheid bieden. En geruststelling. Dat is dus heel wat anders dan separeren.Daarbij is het van groot belang dat de schaarse middelen op een effectieve manier worden besteed, en dáár terecht komen waar ze nodig zijn: op de werkvloer.
Dames en heren, ik kan constateren dat we op de goede weg zijn. U bent goed op weg. Er is écht iets aan het veranderen. Laten we even naar de praktijk gaan. Van de vele projecten die vanuit de Beleidsregel dwang en drang worden uitgevoerd, neem ik GGZ Oost-Brabant als voorbeeld. Hier zijn verschillende manieren bedacht om het aantal separaties te verminderen. Om die separaties ook korter te laten duren. En met succes.
Er is bijvoorbeeld een signaleringsplan ontwikkeld. De patiënt en zijn familie houden dan in de gaten welke signalen vooraf gaan aan een crisis. Zo kun je er op tijd bij zijn en escalatie voorkomen. Hoe werkt dat nou, zo’n signaleringsplan?Het gaat soms maar om kleine, onopvallende dingen. Zo was er een patiënt die voorafgaand aan een psychose vaak heel de dag met een zonnebril rondliep. Een teken dat hij overgevoelig werd voor prikkels. Zoiets viel voorheen niemand op. Pas als het te laat was, greep men in.
Na een gesprek is iedereen in zijn omgeving nu op de hoogte en is die zonnebril reden voor extra begeleiding, rust of medicatie. Het komt dan niet meer tot een crisis. Zo eenvoudig kan het dus zijn.
Een andere belangrijke interventie, misschien wel de belangrijkste, zat tussen de oren van de hulpverleners. En dat was: bewustwording. Inzien dat separatie géén effectieve therapeutische maatregel is. Dat het niet goed is voor de patiënt. Daarmee werd in Oost-Brabant de grootste slag gemaakt.Zelfs wanneer een verwarde, agressieve patiënt door de politie wordt binnengebracht, is het uitgangspunt in Oost-Brabant nu: we gaan niet separeren. Voorheen stond het besluit tot separeren in zo’n situatie eigenlijk bij voorbaat vast. Logisch, want het is natuurlijk eng als je weet dat iemand net het politiebureau kort en klein heeft geslagen.
Toch blijkt nu dat geruststelling, een kopje koffie en iets te eten, vaak rust brengt bij een patiënt die al het nodige achter de rug heeft.
Nogmaals: het zijn dus uw eigen initiatieven die écht tot resultaten leiden. Een andere mentaliteit, daar draait het om. Zo verbetert de zorg. Dank zij uw eigen inzet en inbreng. Ik hoop diezelfde inzet en inbreng ook te zien bij de richtlijn dwang en drang die er aankomt en waarbij alle beroepsgroepen in de GGZ betrokken zijn. Tot 1 april kunt u nog reageren op de voorstudie van het Trimbos Instituut. Vergeet u dat vooral niet. De minister vindt uw reactie van belang voor zijn uiteindelijke standpunt over de voorstudie van de MDR.
Dames en heren, ik kom bij mijn belangrijkste punt: het terugdringen van dwangmaatregelen kan niet bij projecten blijven.Er zijn de afgelopen jaren veel initiatieven opgezet. Nu is het tijd om al die initiatieven om te zetten in gebruiken. Nu is het tijd om ze onderdeel te maken van de dagelijkse routine op de werkvloer.Anders is het gevaar groot dat na een poosje de aandacht verslapt en men weer terugkeert naar het oude. Dat willen we niet.
Wellicht zijn niet alle projecten voor iedereen toepasbaar, maar ik zou zeggen: onderzoekt alles en behoudt het goede. En dat is vooral de uitdaging waar de managers in de GGZ nu voor staan. Het goede behouden. En dan van theorie naar praktijk, van abstract naar concreet. Daar gaat het nu om. Hierover zult u vanmiddag nog volop van gedachten kunnen wisselen.Mijn hoop en verwachting is dat al uw initiatieven er toe leiden dat separeren echt een uitzondering wordt. Dat de behoefte van de patiënt centraal komt te staan. Juist in zijn diepste nood. Niet meer die eenzaamheid en ontreddering. Geen schoolbord met of zonder krijtjes. Maar zorg, veiligheid en liefdevolle begeleiding.
Tot slot: mij is gevraagd om officieel de website dwangindezorg te openen.
Voorlichting over dwang in de zorg is iets waarmee we bij VWS al jaren bezig zijn. Desondanks blijkt steeds weer dat er toch nog meer behoefte is aan informatie over dit ingewikkelde onderwerp. Bij werknemers in de ggz, maar ook bij patiënten en hun familieleden. Daarom hebben we besloten om het dit keer nog steviger aan te pakken in de vorm van een apart informatiepunt over dwang in de zorg. Met als eerste stap deze website. Een mooi initiatief dat we met elkaar tot stand hebben gebracht. Ik verklaar de site dan ook met plezier én verwachting voor geopend. En ik wens u nog een prettige bijeenkomst.