Symposium Limburgse Werkgevers Vereniging
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Beste mensen,
Fantastisch om u hier vanmorgen te ontmoeten.
Juist nu, tijdens de TEFAF, is het een uitgelezen moment om elkaar te treffen en met elkaar te spreken over mobiliteit en economie in Limburg.
Wat hebben kunsthandel en verkeer met elkaar te maken?
Beste mensen: alles.
Zonder verkeer geen kunst. Zonder verkeer geen handel.
Maastricht is tijdens de TEFAF ruim een week lang de schatkamer van de wereld.
50.000 unieke kunstvoorwerpen.
70.000 bezoekers.
260 kunsthandelaars, van wie 85 procent van buiten Nederland.
Deelnemers uit de VS, uit Argentinië, uit Italië, uit Zweden, uit Zuid-Korea, uit China.
Ik heb begrepen dat vorig jaar tijdens de TEFAF meer dan 130 private jets zijn geland op Maastricht Aachen Airport. Dat zegt wel iets.
TEFAF Maastricht is een magneet met mondiale aantrekkingskracht.
Hier zien we waar Nederland sterk in is. Waar onze kracht ligt.
Nederland als trekpleister van internationale activiteiten.
Als ‘meeting point’ voor professionals uit alle windstreken.
Als land dat van organiseren weet. Dat van aanpakken weet.
Een land dat zich onderscheidt in kwaliteit.
Een land waar wegen samenkomen.
En dat geldt niet alleen voor de kunstsector, maar voor heel veel sectoren. Voor onze greenports, onze chemie, onze maakindustrie, onze technologische bedrijven, onze zakelijke dienstverlening.
We moeten niet navelstaren, maar over onze grenzen heen kijken. We moeten ons afvragen wat nodig is om onze welvaart, onze voorzieningen, onze kansen in de wereld te versterken.
Ons land heeft excellente verbindingen broodnodig. En dat geldt zeer zeker voor Limburg; ons bruggenhoofd in Europa.
Meer dan 1,1 miljoen inwoners telt deze provincie. Beste mensen, dat is bijna evenveel als het inwonertal van EU-lidstaat Estland. Dat alleen al geeft het gewicht van Limburg aan. Dat gewicht wordt nog groter door de internationale oriëntatie die hier van nature aanwezig is.
Limburg is een belangrijke uitkijkpost naar de wereld. U en ik weten dat de economische machtsverhoudingen drastisch aan het verschuiven zijn.
Vorige maand kwam de OESO met de voorspelling dat China in de komende vijf tot zeven jaar waarschijnlijk de VS gaat passeren als de grootste economie ter wereld. De World Intellectual Property Organization meldde onlangs China vorig jaar dertig procent méér internationale octrooien heeft aangevraagd. Dat tekent de dynamiek en de innovatiedrang, ook in tijden van mondiale crisis.
China komt nu al als winnaar uit de kredietcrisis naar voren. Die onstuitbare ontwikkeling houdt mij sterk bezig. Ik zie het veel eerder als een kans dan als een bedreiging. Ik verzet me tegen het Calimero-denken. Alsof we een klein en weerloos landje zouden zijn… Als ik in China ben, hoor ik heel andere geluiden. Daar zeggen mijn counterparts: ‘jullie zijn een reus’. En dan proef ik respect voor wat er hier in Nederland wordt gepresteerd.
En de cijfers onderstrepen dat. Eén voorbeeld: na China en Japan groeide het aantal octrooi-aanvragen vorig jaar in Nederland het sterkst.
Een ander voorbeeld, toegespitst op Limburg.
In 2005 zette DSM voor 600 miljoen dollar om in China. Vorig jaar bedroeg die omzet in China 1,2 miljard. Een verdubbeling in vier jaar tijd.
De opkomende markten geven de extra pk‘s waarmee de Nederlandse economie zichzelf weer uit de modder trekt.
We hoeven absoluut niet bang te zijn voor de Aziatische tijger. Maar dan moeten we wel méé bewegen. Flexibel zijn. Snel zijn. Ophouden met treuzelen. Niet 49 jaar bakkeleien over een stukje weg van zeven kilometer. Niet procedure op procedure stapelen. Niet vluchten in bestuurlijke drukte en onze kostbare energie verspillen in eindeloos getouwtrek.
Het wordt tijd dat Nederland zich weer realiseert aan welke kant zijn boterham wordt gesmeerd. We ontlenen onze kracht aan open verbindingen, en dus moeten we zorgen dat die verbindingen excellent zijn.
Die waarheid geldt onder normale omstandigheden, maar eens te meer in tijden van crisis. Ik weet hoe groot de klap is die het Limburgse bedrijfsleven de afgelopen anderhalf jaar heeft moeten incasseren. Limburgse ondernemers kijken bezorgd naar de toekomst. Ik ken de cijfers uit de laatste conjunctuurenquête van de Kamer van Koophandel. De groep ondernemers die voor dit jaar minder export en minder banen verwacht, is groter dan de groep die gelooft in groei.
Het dieptepunt van de crisis lijkt voorbij. Maar het zal een aantal jaren van hard werken vergen eer ons bedrijfsleven weer echt ‘on the move’ is.
Wij dienen als overheid alles op alles te zetten om u en uw werknemers letterlijk vooruit te helpen.
Doorstroming in het verkeer kan niet zonder doorstroming in besluitvorming. Weg uit het moeras van eindeloze procedures en besluiteloosheid!
Toen ik in 2007 werd gevraagd om uit Brussel naar Den Haag te komen, was dàt voor mij de belangrijkste drijfveer om ‘ja’ te zeggen. We moeten Nederland aanduwen, zodat de pruttelende motor weer aanslaat. Samen de schouders ertegenaan. Tempo maken.
Nu, bijna drie jaar later, zien we dat het lukt. In vergelijking met de kabinetsperioden hiervoor is er forse winst geboekt.
We hebben twee keer zoveel besluiten genomen.
We werken twee keer zo snel aan weg en spoor.
Er gaan twee keer zoveel schoppen de grond in (mede dankzij de Spoedaanpak wegen die ik heb geïnitieerd).
We leggen bijna twee keer zoveel kilometers extra rijstrook aan (gemiddeld 185 km. per jaar).
In Limburg zijn we op vele fronten aan het werk. We bouwen voort op de resultaten die de afgelopen jaren zijn geboekt.
A73
Een belangrijk resultaat is de totstandkoming van de A73-Zuid.
Zo’n veertig jaar nadat er voor het eerst over werd gesproken, beschikte Nederland in 2008 eindelijk over een snelweg van Nijmegen naar Maasbracht.
Perikelen met de meer dan 50 geavanceerde technische systemen in de Roertunnel en de tunnel bij Swalmen hebben ons nog tot eind 2009 bezig gehouden. Die tunnels zijn in december definitief opengegaan. Uit die ervaring moeten we lering trekken. We zullen in de toekomst pragmatischer moeten zijn bij de beveiliging van onze tunnels. Veiligheid is en blijft essentieel. Maar die veiligheid kan óók worden gerealiseerd door gebruik te maken van beproefde methoden en technieken die hun werking al hebben bewezen. Dat scheelt tijd, geld en ergernis.
Ik weet hoezeer u al die jaren hebt uitgekeken naar de A73. Velen van u hebben daar destijds ook een concrete bijdrage aan geleverd. Mede dankzij die bijdrage hebben we dit voor de bereikbaarheid van Limburg zo belangrijke project kunnen realiseren. Ik wil u daar zeer voor bedanken.
A2
Beste mensen, de aanleg van de A73 ging gepaard met een groeiend verkeersaanbod, en met nog meer druk op de levensader van Limburg: de A2. Ons allen welbekend. U en ik kennen denk ik vrijwel elke grasspriet langs de route.
Een verstopte A2 betekent een infarct voor de hele regio. De capaciteit schiet duidelijk tekort. Dat vraagt om snelle actie. De Spoedaanpak geeft ons daartoe de mogelijkheid.
Nog voor de zomer start de afbouw van de spitsstrook Maasbracht-Geleen (in zuidelijke richting) over een afstand van 18 kilometer. Dat project is eind dit jaar klaar. Begin volgend jaar start de afbouw van de spitsstrook naar het noorden. Die is eind 2011 klaar voor gebruik.
Daarnaast pakken we de aansluiting A2/A76 aan, zodat niet alleen de doorstroming naar Maastricht, maar ook naar Heerlen en Aken verbetert.
De huidige lus is simpelweg te krap. Er komen rijstroken bij en het knooppunt Kerensheide gaat op de schop, inclusief de aanleg van een fly-over. In 2011 gaat de schop de grond in en de fly-over is in 2013 klaar.
A2 Maastricht
Beste mensen, elke schop die de grond in gaat is mij dierbaar. Maar er zijn projecten waarvoor je als minister nog extra warm loopt. De Groene Loper in Maastricht is voor mij zo’n project. Een gestapelde tunnel met een groene boulevard on top, die Maastricht nog mooier, schoner en beter bereikbaar gaat maken. Het Rijk draagt daar meer dan 550 miljoen euro aan bij.
Op de doorgaande route van Amsterdam naar Rome kom je nu vijf stoplichten tegen: allemaal in Maastricht. Dat anachronisme heeft zijn langste tijd gehad. De voorbereidende werkzaamheden voor de Groene Loper zijn gestart en in 2016 is het werk klaar.
A74
Beste mensen, goede grensoverschrijdende verbindingen zijn voor Limburg, en met name voor u als ondernemers, pure noodzaak. Jaarlijks exporteert Nederland voor zo’n 90 miljard euro naar Duitsland. En zo’n veertig procent daarvan gaat naar onze directe buren aan de oostkant: Nordrhein-Westfalen.
(Ter vergelijking: ons totale BBP is zo’n 600 miljard).
Onder meer in de regio Venlo is goed zichtbaar hoe sterk de verwevenheid is. Venlo is het derde logistieke knooppunt van Nederland, na Rotterdam en Schiphol. Het is de linking pin tussen Nederland en het Duitse achterland.
Ik vind het belangrijk dat we onze infrastructuur in overeenstemming brengen met onze economische realiteit. Daarom ben ik blij met de aanleg van de nieuwe A74, de ontbrekende schakel voor het verkeer naar het Ruhrgebied en Zuid-Duitsland. We zetten alles op alles om dat werk op tijd voor de Floriade in 2012 af te hebben. Niet voor niets is dit project opgenomen in de Crisis- en herstelwet!
Mijn motto is: vlot en veilig van deur tot deur. Dat betekent óók dat we samen een vuist maken tegen transportcriminaliteit. Bij Venlo is afgelopen december het vernieuwde beveiligde grensemplacement Venlose Heide geopend. Dat betekent dat truckchauffeurs aan de poort van Nederland nu met een gerust hart kunnen parkeren.
Beste mensen, mobiliteit en open verbindingen geven ons kracht.
Kracht om te ondernemen.
Kracht om te groeien.
Kracht om overeind te blijven in de ‘superbowl’ met China, India en Brazilië.
Mobiliteit is niet de enige voorwaarde.
· Kennis is relevant (goed dat de verbinding tussen de LWV en de Limburgse kennisinstellingen zo sterk is!)
· Kwaliteit is relevant.
· Mentaliteit is relevant.
Als we daarop durven vertrouwen, ben ik ervan overtuigd dat onze beste jaren vóór ons liggen.
Nederland komt weer in beweging.
Zeker, er is nog héél veel werk te doen. Meer versnelling. Meer dynamiek. Maar we zijn op de goede weg. En er is geen weg meer terug.
Dank u wel.