Bij duikteams van brandweerkorpsen veel overtredingen geconstateerd
Bij vrijwel alle brandweerkorpsen met een duikteam constateerde de Arbeidsinspectie tijdens controles veel overtredingen. De veiligheid van de duikers schoot op essentiële punten tekort. Noodzakelijke duikkennis ontbrak en er was nauwelijks besef van de risico’s. Bij de nacontroles bleek dat veel korpsen al voortvarend zijn begonnen om de problemen aan te pakken.
Het beroep van duiker brengt specifieke risico’s met zich mee, zoals kou, slecht zicht, lastige communicatie en de afhankelijkheid van ademluchtapperatuur en andere duikuitrusting. Bij brandweerduikers komen daar nog tijdsdruk en stress bij als iemand dreigt te verdrinken. Sinds 2000 zijn er acht ernstige ongevallen gebeurd in deze sector, waarbij drie duikers om het leven kwamen. Dat is een hoog aantal ongelukken op de kleine groep van zo’n 1.200 brandweerduikers.
Van deze ongelukken had de branche weinig geleerd, bleek uit de inspecties van oktober 2008 tot juni 2009. Om veilig te kunnen duiken, moeten de risico’s bekend zijn en maatregelen daartegen worden getroffen. Ook moeten de werkinstructies aan de situatie zijn aangepast. Daaraan ontbrak het bij vrijwel alle korpsen. Enkele korpsen duiken bijvoorbeeld regelmatig in diep water, maar hebben niet vastgesteld hoe een duiker in noodgevallen veilig boven moet komen. Dat is wel nodig, omdat opstijgen vanuit de diepte andere maatregelen vergt dan opstijgen na een ondiepe duik. Ook waren de waterkaarten vaak onvolledig of niet actueel. Hierop staat per duiklocatie informatie over de diepte, de stroomsnelheid, het zicht onder water en eventuele scheepvaartroutes.
Bij driekwart van de korpsen ontbraken noodzakelijke duiktechnische kennis en vaardigheden. Zo wisten duikers bijvoorbeeld niet dat ze op grotere diepten meer lucht verbruiken of dat het schadelijk is om te vaak of te kort achter elkaar verschillende duiken te maken. Ook komt in oefenduiken onvoldoende aan bod wat een duiker moet doen als hijzelf of een collega-duiker in nood verkeert.
De duikuitrusting (maskers, loodgordels, trimvesten) was meestal technisch wel in orde, maar over gebruik en onderhoud hiervan bleek vaak te weinig kennis van zaken aanwezig. Verschillende korpsen hadden bijvoorbeeld voor alle duikers een loodgordel met hetzelfde gewicht, terwijl dit moet worden aangepast aan het totaalgewicht van de duiker en zijn uitrusting. Bij de inzet van boten waren vaak de schroefbladen van de buitenboordmotor niet afgeschermd. Als een duiker hiermee in aanraking komt, veroorzaakt dat ernstig letsel.
De situatie was bijzonder zorgwekkend en vergt forse investeringen. Maar bij de korpsen is het besef doorgedrongen dat ze serieus met hun eigen veiligheid aan de slag moeten. Ook diverse andere betrokken partijen hebben inmiddels initiatieven ontplooid. Zo zijn bijvoorbeeld de brandweerduikexamens aangescherpt. Veel korpsen hebben hieraan inmiddels al deelgenomen. De Arbeidsinspectie controleert dit jaar of de veiligheid inderdaad is verbeterd.