Persconferentie na ministerraad van 12 maart 2010
Minister-president Balkenende bespreekt onderwerpen die in de ministerraad aan de orde zijn geweest: het overlijden van minister van Staat Van Mierlo, het vertrek uit de politiek van Eurlings en Bos, zijn gesprekken met Bondskanselier Merkel en met president Obama, en de Kaderwet Veteranen.
Minister-president Balkenende:
Goedemiddag, laat ik vandaag beginnen met eerst stil te staan bij het overlijden van de heer Van Mierlo. Ik heb er gisteren ook al het een en ander over gezegd. Ook in de ministerraad hebben we uiteraard stil gestaan bij het overlijden van deze minister van Staat.
Van Mierlo was sinds 1998 minister van Staat, een eretitel en erefunctie die hem volledig toekwam. Van Mierlo heeft gedurende enkele decennia ook zijn stempel gedrukt op veranderingen in de politiek in Nederland, had opvattingen over de werking van de democratie. Het was een man met groot gezag. Het was een debater. Hij volgde de ontwikkelingen en wij ervaren het gemis dat hij er niet meer is.
Op deze plaats wil ik ook ons medeleven overbrengen in de richting van zijn echtgenote Connie Palmen, zijn kinderen en verdere familie. Past groot respect en dat hebben we vandaag ook met elkaar onder woorden gebracht in de ministerraad.
We begonnen deze ministerraad verder met de mededeling gisteren van de heer Eurlings, de minister van Verkeer en Waterstaat, die heeft aangegeven voorlopig te kiezen voor privéprioriteiten boven politieke activiteiten in Den Haag. Dat respecteren wij, maar het geeft tegelijkertijd aan dat ook het beroep van politici hier in Den Haag veeleisend is. Hij heeft nadrukkelijk gezegd ik kies nu voor mijn partner en voor mezelf. We zullen een andere invulling geven aan de tijd in de komende periode. Dat respecteren wij en ik heb zelf het gisteren genoemd, het is ongelooflijk jammer dat hij deze stap heeft gezet. Tegelijkertijd respecteren wij deze stap.
Maar goed, toen we dat met elkaar hadden besproken kwam daarna de mededeling dat er een persconferentie zou komen van Wouter Bos, de voormalige minister van Financiën en de vice-premier, en we hebben uiteraard kennis genomen van het bericht dat Wouter Bos heeft gezegd ik wil geen lijsttrekker zijn van de PvdA, ik ga ook niet in de Kamer en heeft een duidelijk motief daarbij gegeven. Hij heeft gewezen op het belang van zijn gezin, het belang van een goed gezinsleven dat dat ook het werken hier in Den Haag in de weg zou staan.
Die keuze respecteren wij en op deze plaats wil ik nogmaals onder woorden brengen dat Bos de afgelopen jaren - ik heb hem natuurlijk meegemaakt als minister van Financiën - buitengewoon belangrijk werk heeft gedaan bij de aanpak van de financieel-economische crisis. Hij heeft zich ingezet voor de publieke zaak, de laatste jaren als minister van Financiën, daarvoor als Kamerlid en ook als staatssecretaris van Financiën en op deze plaats past respect en waardering. En we hebben intensief contact gehad de laatste jaren en op deze plaats wil ik graag mijn waardering onder woorden brengen. En ook dat is vandaag in de ministerraad ook nog eens gezegd. Op deze plaats wensen wij Wouter Bos en zijn gezin de komende tijd al het goeds toe.
Wat betreft de inhoudelijke zaken die aan de orde zijn geweest in de ministerraad. Misschien eerst enkele woorden over zaken die te maken hebben met buitenland. Vorige week en de week daarvoor hebben we stilgestaan bij de trieste ontwikkelingen in Chili en in Frankrijk wat betreft natuurgeweld en opnieuw hebben we gemerkt dat een aardbeving Chili heeft getroffen en ook dat is vandaag nog gememoreerd.
Ik heb ook verslag gedaan van het telefoongesprek dat ik heb gehad met president Obama. Dat ging uiteraard over de situatie in Afghanistan. Waardering sprak de president uit voor de Nederlandse betrokkenheid, het werk in de afgelopen jaren. U weet dat de rol als leading nation komt te vervallen. We gaan dus nu ontzettend aan de redeployment. Ik heb hem de politieke situatie in Nederland geschetst.
En verder hebben we vooruit geblikt naar een top over nucleaire veiligheid die zal plaatsvinden op 12 en 13 april. We hebben het verder gehad over het afstemmen van het macro-economisch beleid, ook de financiële zaken waar je elkaar juist zo nodig hebt. Die elementen kwamen in dat gesprek naar voren.
Een dag later, dat heeft u ook allemaal gezien, is mevrouw Merkel hier geweest, de Duitse bondskanselier. Een gesprek dat met name in het teken stond van de voorbereiding van de Europese top, de komende Europese Raad, wanneer we het hebben over innovatieve strategieën, de financieel-economische werkelijkheid en we hebben ons gesprek vooral benut om daar ook samen te kunnen optreden.
Uiteraard hebben we stilgestaan bij de situatie van Griekenland, een ontwikkeling die ons beide natuurlijk zorgen baart. En meer breder hebben we het gehad over de rol van het IMF, maar ook de mogelijkheid van een Europees Monetair Fonds. Wanneer je zou kiezen voor zo'n Europees Monetair Fonds, dan zal het wel gaan leiden tot de noodzaak van een verdragswijziging. Dat is verre van eenvoudig en u weet dat wij op dit punt wat terughoudend zijn want je moet echt heel goede redenen hebben om te komen tot nieuwe instituties.
Wat wel nodig is, is dat de afspraken die zijn gemaakt dat die ook goed worden geïmplementeerd. Wanneer je een Stabiliteit- en Groeipact hebt, dan moet daar ook de hand aan worden gehouden. Dan moet je die criteria steeds naleven en op dat soort punten moeten we echt kijken hoe we zaken kunnen versterken.
Dat is ook nodig want de les van Griekenland is wel dat wanneer onvoldoende de regels worden nageleefd, dat de risico's niet alleen voor het land zelf groot zijn maar ook voor de Europese gemeenschap en bijvoorbeeld ook voor de positie van de euro. Wat dat betreft hebben we die lessen te trekken. Daarover heb ik gesproken met de bondskanselier. We hebben het ook gehad over de follow-up van Kopenhagen, het klimaatvraagstuk, plus nog een aantal zaken die te maken hebben met het functioneren van de Europese Raad. Dus een buitengewoon nuttige ontmoeting met de bondskanselier.
Dan wat betreft een aantal andere kwesties die aan de orde zijn geweest. Dat is bijvoorbeeld de Kaderwet Veteranen. Ik wil er graag een streep onder zetten hier om nog eens aan te geven hoe belangrijk het is om waardering te tonen voor het werk dat zij in het verleden hebben gedaan. De veteranen hebben de waardering nodig - en dat vindt het kabinet - die hen toekomt.
Ze hebben een grote rol gespeeld in het verleden en het is ook goed dat die waardering zichtbaar wordt gemaakt. We hebben inmiddels een veteranendag gekregen. We kennen het veteraneninstituut, maar het is ook goed dat er nu ook een wettelijke basis wordt gegeven voor de ondersteuning van veteranen.
Het laatste punt dat ik zou willen noemen is de arbeidsmarktbrief 'op weg naar herstel' en ik heb begrepen dat er later vandaag een persbriefing zal zijn bij het ministerie van Sociale Zaken. In die brief, zo wordt ook gesproken over het continueren voorlopig van de deeltijd-ww, maar over instrumenten om te zorgen dat we kunnen werken aan economisch herstel. Dit waren een aantal van de zaken die vandaag aan de orde zijn geweest in de ministerraad en ik kijk graag of dit u aanleiding geeft tot vragen.