Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Haverkamp over een corruptieschandaal bij de Palestijnse Autoriteit

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Haverkamp over een corruptieschandaal bij de Palestijnse Autorit

Deze vragen werden ingezonden op 16 februari 2010 met kenmerk 2010Z03071

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen


Vragen van het lid Haverkamp (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over een corruptieschandaal bij de Palestijnse Autoriteit. (Ingezonden 16 februari 2010).

Vraag 1

Kent u het bericht “Abbas verstrikt in corruptieschandaal ‘Fatahgate’? 1)

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven of bij deze corruptie ook Nederlands of EU-geld betrokken is? Zo nee, waarop baseert u deze conclusie? Als hierbij Nederlands of EU-geld betrokken is, bent u bereid deze gelden terug te vorderen? Zo nee, waarom niet?


Antwoord 2

Ik heb geen aanwijzingen dat Nederlands en/of EU-geld oneigenlijk is gebruikt door de Palestijnse Autoriteit. Overigens geeft Nederland geen directe ongeoormerkte financiële steun aan de Palestijnse Autoriteit. De steun die de Nederlandse regering biedt (o.a. PEGASE, UNRWA, NGO’s) is onderhevig aan strikte controles ter voorkoming van oneigenlijk gebruik.

Vraag 3

Ziet u voor zichzelf een rol weggelegd om de Palestijnse Autoriteit te ondersteunen om dit corruptieschandaal op te lossen en in de toekomst te voorkomen? Zo ja, hoe bent u voornemens deze rol op u te nemen?

Antwoord 3

De Nederlandse inzet in de Palestijnse Gebieden is onder meer gericht op het bevorderen van Goed Bestuur, daaronder valt ook het tegengaan van corruptie. In dit kader steunt Nederland de Palestijnse NGO AMAN die als hoofddoelstelling heeft het tegengaan van corruptie en het bevorderen van integriteit en accountability in de Palestijnse samenleving. Daarnaast benadrukt Nederland in contacten met de Palestijnse Autoriteit voortdurend het belang van Goed Bestuur voor de Palestijnse samenleving en een toekomstige Palestijnse staat. Tijdens het bilaterale beleidsoverleg over het Nederlandse hulpprogramma met de Palestijnse Autoriteit op 22 februari 2010 is deze boodschap wederom overgebracht.

1) Trouw, 12 februari 2010