Kamervragen over uitspraak van de AFM over belangenorganisaties van DSB-gedupeerden
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Datum 14 januari 2010
Betreft Kamervragen van lid Vos over de uitspraak van de AFM over belangenorganisaties DSB-gedupeerden
Geachte voorzitter,
Hierbij vindt u de antwoorden op kamervragen gesteld door het lid Vos over de uitspraak van de AFM over belangenorganisaties van DSB-gedupeerden.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
Wouter Bos
2009Z22357
Vragen van het lid Vos (PvdA) aan de minister van Financiën over de uitspraak van de AFM over belangenorganisaties van DSB-gedupeerden. (Ingezonden 24 november 2009)
1
Kent u de berichtgeving over de uitspraak van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over het niet hebben van de juiste vergunning door belangenorganisaties die voor DSB-gedupeerden opkomen? 1)
Ja.
2
Waarom heeft de AFM zo lang gewacht met deze uitspraak over de vergunningen van deze organisaties terwijl zij al maanden hun werkzaamheden verrichten?
Het is niet zo dat de AFM zelf de publiciteit heeft gezocht. De AFM heeft enkel de vraag beantwoord of deze organisaties vergunningsplichtig zijn. De AFM heeft het standpunt ingenomen dat bemoeienissen van deze belangenorganisaties onder omstandigheden kunnen worden aangemerkt als vergunningsplichtige activiteiten. De bemoeienissen zouden mogelijk als advies en/of bemiddeling als bedoeld in de zin van de Wft kunnen worden aangemerkt.
Uit Wft artikel 1:1 volgt dat er in de onderstaande gevallen sprake is van advisering:
a. het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aanbevelen van één of meer specifieke financiële producten, met uitzondering van verzekeringen en financiële instrumenten, aan een bepaalde consument; of
b. het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aanbevelen van een of meer specifieke verzekeringen of van een of meer specifieke financiële instrumenten aan een bepaalde cliënt.
Uit hetzelfde artikel volgt dat er in de volgende gevallen sprake is van bemiddeling:
a. alle werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een overeenkomst inzake een ander financieel product dan een financieel instrument, krediet of verzekering tussen een consument en een aanbieder;
b. alle werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een overeenkomst inzake krediet tussen een consument en een aanbieder of op het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een dergelijke overeenkomst; of
c. alle werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een verzekering tussen een cliënt en een verzekeraar of op het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een verzekering.
3
Deelt u de mening dat het kaf van het koren onder deze belangenorganisaties gescheiden moet worden? Kan volgens u een vergunning daarbij helpen?
Het staat iedereen vrij om een belangenorganisatie in het leven te roepen om gedupeerden bij te staan, net zoals het iedere gedupeerde vrij staat om zich aan te sluiten bij een dergelijke belangenorganisatie. Of een belangenorganisatie vergunningsplichtig is, is afhankelijk van de activiteiten die de belangenorganisatie ontplooit. Als er sprake is van adviseren of bemiddeling heeft de wetgever bepaald dat dit diensten zijn waar een vergunning voor nodig is.
4
Wat is de procedure voor belangenorganisaties om een vergunning van de AFM te krijgen om belangen van gedupeerden te behartigen?
De vergunningplicht en -eisen voor adviseren zijn geregeld in Wft artikelen 2:75 t/m 2:79. Voor bemiddelen betreft dit de artikelen 2:80 t/m 2:85. Uit de artikelen volgt dat er moet worden voldaan aan eisen met betrekking tot de deskundigheid en vakbekwaamheid, betrouwbaarheid, integere bedrijfsuitoefening, zeggenschapsstructuur en de inrichting van de bedrijfsvoering. Voor het bemiddelen in verzekeringen gelden er aanvullende eisen. Zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven is daarmee niet gezegd dat een belangenorganisatie vergunningsplichtig is.
5
Is er daadwerkelijk sprake van advies aan aangeslotenen bij de organisaties over hun probleemhypotheken als probleemdossiers worden overgedragen aan de curatoren van DSB?
Als probleemdossiers direct worden overgedragen aan de curatoren, zonder dat er sprake is van een dergelijke aanbeveling, zal er uit hoofde van de Wft geen sprake zijn van advies.
6
Welke rol kunnen lobbyclubs voor gedupeerden spelen binnen de huidige regels als zij geen advies mogen geven aan de individuele gedupeerden over het al dan niet terecht zijn van hun klacht?
De AFM heeft nooit gesteld dat de diverse belangenorganisaties geen advies mogen geven. Afhankelijk van de aard van het advies kan het dan wel zo zijn dat een vergunning vereist is. Voor het overige verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2.
7
Kunt u al informatie geven over de totstandkoming van een code voor belangenorganisaties voor gedupeerden?
Een dergelijke code is mij niet bekend.
1) de Volkskrant, 23 november 2009
http://www.volkskrant.nl/economie/article1319168.ece/AFM_DSB-clubs_opereren_buiten_de_wet