Jongeren: financiële wereld trekt onvoldoende lessen uit economische crisis
Jongeren zijn slecht te spreken over het zelfreinigende vermogen van banken en financiële instellingen. Niet meer dan eenvijfde (21%) van de jongeren vindt dat de financiële wereld voldoende lessen getrokken heeft uit de economische crisis.
Dit is een uitkomst van een vandaag gepresenteerde rapportage van het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin over hoe jongeren op dit moment tegenover de economische crisis – en de gevolgen an de crisis – staan.
Jongeren blijken verder optimistischer te zijn over de economie dan over de arbeidsmarkt.
Het programmaministerie voor Jeugd en Gezin laat periodiek onderzoeken hoe jongeren van 15 tot en met 22 jaar de economische crisis beleven. Resultaten van het onderzoek, uitgevoerd door GfK Panel Services Benelux, zijn:
35% van de jongeren beschouwt de economische crisis nog steeds als (zeer) ernstig. Jongeren in de leeftijdsgroep 19-22 jaar vinden de crisis ernstiger dan jongeren van 15-18 jaar (41% versus 30%). Vergeleken met een peiling van een half jaar geleden zijn jongeren iets minder somber over de crisis.
Jongeren zijn optimistischer over de economie dan over de arbeidsmarkt. Bijna een kwart (23%) van de jongeren vindt dat de economie al aantrekt, 63% denkt dat de economie pas in 2011 of later gaat aantrekken. Daarentegen vindt slechts 8% dat de arbeidsmarkt al aantrekt. Een overgrote meerderheid van de jongeren (78%) denkt dat de arbeidsmarkt pas in 2011 of later gaat aantrekken. Over hun persoonlijke positie op de arbeidsmarkt zijn jongeren minder bezorgd dan over de arbeidsmarkt in het algemeen.
Tweederde (65%) van de jongeren verwacht dat er door de economische crisis minder banen voor jongeren beschikbaar komen. Opvallend is dat met name hoger opgeleiden (75%) pessimistisch zijn over het aantal beschikbare banen.
58% van de jongeren verwacht dat leeftijdgenoten met weinig of geen opleiding de komende tijd geen kans maken op een baan. Ze vrezen dat laaggekwalificeerde banen zullen worden ingenomen door beter opgeleide jongeren.
Bijna eenderde (31%) van de jongeren ziet dat leeftijdsgenoten uit hun omgeving hun baan kwijtraken.
Ruim de helft van de jongeren (52%) geeft aan dat hun ouders door de economische crisis worden getroffen. 41% van de jongeren zegt ook zélf door de crisis te worden getroffen.
Tweederde van de jongeren (66%) vindt dat jongeren die net hun opleiding hebben afgerond, nu moeilijker een baan kunnen vinden dan twee jaar geleden.
Ruim de helft (53%) van de jongeren twijfelt of ze bij het zoeken naar een baan er een kunnen vinden die aansluit bij hun wensen.
Eenderde van de werkende jongeren (32%) – met name laagopgeleiden – geeft aan vanwege de crisis niet op zoek te (durven) gaan naar een nieuwe baan.
Tweederde (66%) van de jongeren heeft het uitgavenpatroon niet bijgesteld aan de huidige economische omstandigheden. 28% van de jongeren geeft wel (veel) minder uit.
Jongeren hechten aan een eerlijke verdeling van de lasten van de economische crisis: 44% van de jongeren vindt het (zeer) terecht dat door iedereen (jong én oud) moet worden bezuinigd. 21% vindt dat (zeer) onterecht.