NOS, Met het oog op morgen, Radio 1
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de kabinetsreactie op het rapport van de commissie-Davids, de Olympische Spelen in Vanvouver en de Crisis- en Herstelwet
• KABINETSREACTIE OP HET RAPPORT VAN DE COMMISSIE-DAVIDS
ANDRINGA:
Al een paar weken probeert de coalitie een kabinetsreactie te formuleren op het Irakrapport van de commissie-Davids. Dus vandaag was er hoop van de dames en heren komen er uit, dat is niet gebeurd. En ik vroeg aan premier Balkenende waarom dat niet is gelukt.
BALKENENDE:
Omdat het een ingewikkeld onderwerp is. Het is een onderwerp dat in het verleden natuurlijk heeft geleid tot behoorlijke meningsverschillen. Het is nu de taak van het kabinet om te komen tot een goede kabinetsreactie. En dat vergt echt veel zorgvuldigheid en dus ook tijd.
ANDRINGA:
Gaat het om de zorgvuldigheid of gaat het echt nog om een inhoudelijke discussie? Wat nemen we nu wel aan van de commissie-Davids en wat nemen we niet over?
BALKENENDE:
Het één hangt natuurlijk met het ander samen, maar u kunt zich voorstellen met zo'n omvangrijk rapport is het natuurlijk de vraag van hoe gaan we daar op reageren. Hoe moet je formuleringen ook precies wegen en duiden.
ANDRINGA:
Gaat het er daarbij ook om dat als het kabinet zegt van dit punt, deze kritiek van Davids nemen we over, dat bijvoorbeeld u als destijds premier er belang bij heeft dat de bewoording, de formulering niet al te keihard is? Maar dat dat een beetje netjes wordt neergeschreven? Dat daar de discussie over gaat?
BALKENENDE:
Ik begrijp uw vraag wel, maar ik geloof niet dat ik op het ogenblik in moet gaan op iets wat op het ogenblik binnen het kabinet zelf wordt besproken. We zijn met elkaar bezig om zaken voor te bereiden. Ik merk gewoon wel dat er steeds echt faire discussies zijn over hoe kijken we tegen de zaken aan.
ANDRINGA:
U zegt faire discussies.
BALKENENDE:
Ja.
ANDRINGA:
Op een goede manier…
BALKENENDE:
Op een goede manier ja.
ANDRINGA:
… proberen elkaar geen pootje te lichten met zaken.
BALKENENDE:
Nee, nee, nee, dat heb ik, nee. Kijk het is natuurlijk zo, iedereen heeft, en daarom zeg ik, iedereen heeft zijn eigen beeld van de werkelijkheid van toen. En dat mag ook, omdat er ook verschil van opvatting bestond over dit onderwerp. Alleen het is nu een taak van het kabinet om te komen tot een inbreng in het debat. En daar zijn we mee bezig.
ANDRINGA:
Speelt het nog een rol dat u vroeger in 2002-2003 toen de inval in Irak speelde, dat u toen al premier was en besluiten heeft genomen, terwijl twee mensen met wie u nu ook aan tafel zit, de heren Koenders en Bos, dat die destijds in de oppositiebankjes stonden en faliekant tegen die inval waren? Grote bezwaren daar tegen hadden. En dat u nu samen tot een oplossing moet zien te komen?
BALKENENDE:
Dat is natuurlijk een heel bijzondere situatie. Omdat je…
ANDRINGA:
Maar bemoeilijkt dat het gesprek, het vinden van oplossingen?
BALKENENDE:
Het woord bemoeilijken is denk ik niet goed, omdat we ook tegen elkaar ook duidelijk maken van ja we hebben toen een verschillende positie gehad. Daar lopen we ook niet voor weg. En ieder leest natuurlijk ook het rapport op zijn of haar manier. En dat kan ook niet anders. De vraag is alleen: ben je nu in staat om juist met elkaar te komen met een reactie die ook weer je kan verbinden? Want dat is natuurlijk het oogmerk ook van zo'n type debat, je moet op een bepaald moment een bepaalde discussie ook kunnen afsluiten met bepaalde conclusies hoe het toen is geweest. Nou, daar zijn we mee bezig.
ANDRINGA:
Nu speelt er nog een ander onderwerp: hoe gaan we verder in Afghanistan. Speelt dat op de een of andere manier nog een rol?
BALKENENDE:
Nee, zo beleef ik het niet. Het zijn verschillende gesprekken en eigenlijk lenen deze onderwerpen zich ook niet om te gaan praten in termen van de één daar en de ander daar. Dat werkt in dit geval niet zo.
ANDRINGA:
Het wordt geen koehandel.
BALKENENDE:
Nee, dat kan ook niet bij deze, het zijn beide ingewikkelde discussies.
ANDRINGA:
Bestaat wel de kans dat ze tegelijkertijd naar buiten komen?
BALKENENDE:
Ook dat vind ik heel moeilijk te zeggen. Want het is niet zo dat er een vooropgezette bedoeling is van het is allebei wel of allebei niet. Zo wordt er niet over gesproken. Het zijn toch twee verschillende trajecten.
ANDRINGA:
Terwijl het kabinet al wekenlang praat en beraadt over een reactie op Davids en ook over Uruzgan, zit het land nog steeds in crisis. Het beeld is wel een beetje ze zitten daar mekaar een beetje de tent uit te vechten in de Trèveszaal terwijl mensen werkloos worden, geen toekomstperspectief zien. Dat moet toch iets zijn waar u zich zorgen over maakt, hoe die beeldvorming werkt?
BALKENENDE:
Nou, we moeten natuurlijk oppassen dat de beeldvorming niet verkeerd wordt neergezet. Want natuurlijk is het zo dat het werk gewoon doorgaat. Natuurlijk wordt er vanuit het kabinet hard gewerkt aan het ondersteunen van de economie. Laat ik een voorbeeld noemen. Komende donderdag ga ik naar Brussel om te praten met mijn Europese collega's over hoe krijgen we de economie in Europa op een hoger plan, wat kunnen we doen.
• OLYMPISCHE SPELEN IN VANCOUVER
ANDRINGA:
Maar u gaat ook naar de Olympische Spelen in Vancouver. En daarvan kan je je voorstellen dat burgers denken van we zitten allemaal in de problemen en de premier gaat naar de Olympische Spelen om schaatsen te gaan kijken.
BALKENENDE:
Maar daar gaat het me niet om. Als ik…
ANDRINGA:
Maar dat is het beeld.
BALKENENDE:
Maar dan moet u ook oppassen om dat als journalist ook op te roepen. Want kijk, het is niet ongebruikelijk dat een premier bij de opening van de Olympische Spelen is. Ik ben destijds in Griekenland geweest, ik ben in Beijing geweest.
ANDRINGA:
Maar dat waren goede tijden, dit is een problematische tijd.
BALKENENDE:
Het is ook zo van, als het gaat om staatszaken gaat dat altijd voor. Dus ik heb gezegd van dit staat er in mijn schema, ik hoop ook inderdaad naar Vancouver te gaan. Maar als het nu gaat om zaken die voorgaan hier in de politiek, dan gaat dat uiteraard voor. En bovendien is het ook nog een keer zo dat als je in Canada bent, het gaat niet alleen om zoals u zegt het bekijken van een wedstrijd, ik heb net zo goed contacten met mijn Canadese collega Steven Harper. Ik heb te maken met veteranen, nou daar zie ik ook naar uit. Het is meer dan alleen maar de sport. Maar goed, aan de andere kant, de Olympische Spelen vind ik ontzettend belangrijk. U zult ook zien, Nederland is in de ban van deze Spelen, en we hopen dat de Nederlandse schaatsers geweldige resultaten gaan boeken.
• CRISIS- EN HERSTELWET
ANDRINGA:
Terwijl het kabinet vergadert over zaken die nu spelen, was er ook iets in de Eerste Kamer, de Crisis- en Herstelwet werd behandeld. En nu heeft de Eerste Kamer gezegd dat er zoveel juridische haken en ogen aan die wet zitten dat ze er nog extra naar willen kijken. Vindt u dat voorbehoud of die vertraging terecht, gezien ook de kritiek van de Raad van State op het juridische gedeelte van die wet?
BALKENENDE:
De Raad van State heeft zijn kritiek geuit, maar daar zijn we ook voor een deel aan tegemoet gekomen. We hebben ook een deel van de kritiek ook kunnen weerleggen.
ANDRINGA:
Maar de Eerste Kamer zegt nu dat het nog niet helemaal voldoende is, dat ze nog niet helemaal zijn gerustgesteld.
BALKENENDE:
Maar kijk eens even. Als nu de Raad van State met een kritische kanttekening komt, en wij gaan daar op in. Vervolgens hebben we een uitgebreid debat gehad in de Tweede Kamer. U weet, ik heb een keertje een debat gehad dat ik met de Tweede Kamerleden om drie uur 's nachts nog stond te debatteren. En waarom deden we dat? Omdat we ervan overtuigd waren dat het goed is om te komen tot snellere procedures. Want die procedures moeten worden versneld om mensen aan het werk te helpen, om projecten voor de bouw en andere dingen mogelijk te maken.
ANDRINGA:
U bent er ook niet bij geholpen als straks blijkt dat mensen gaan procederen tot aan het Europese Hof toe, want dan schiet je eigenlijk in je eigen voet.
BALKENENDE:
Maar dat debat hebben we natuurlijk ook al gehad in de Tweede Kamer. Nou, de Eerste Kamer is de chambre de réflection. Natuurlijk worden deze vragen op het gebied van wetgevingskwaliteit gesteld, dat begrijp ik ook. Maar mijn probleem is dat het zo lang duurt voordat we dat debat kunnen aangaan. Dat is mijn probleem.
ANDRINGA:
Want iedere week stijgt de werkloosheid en wordt er niet gebouwd.
BALKENENDE:
Ja, natuurlijk. Kijk, we hadden gehoopt dat deze wet per 1 januari in werking had kunnen treden.
ANDRINGA:
En uitgerekend de VVD, de partij van bouwen en aanpakken in asfalt, heeft zich ook aangesloten in de Eerste Kamer bij de criticasters die zeggen van het deugt nog niet helemaal, toch meer tijd nemen.
BALKENENDE:
Ja, nou ja. Dan zou ik zeggen dan had men ook wat kunnen leren van de collega's in de Tweede Kamer.
ANDRINGA:
Of ze hebben ervan geleerd en houden nu de poot stijf.
BALKENENDE:
Nee, nee. Ik heb de heer Hofstra ook even gezien. Hij zei: ach, als er even wat tijd bij komt is dat niet zo erg. Dan denk ik van nou, zeg dat dan maar tegen de bouwers in Nederland. En al die mensen in gemeenten en provincies die graag zien dat er werk kan worden gegenereerd. Maar goed, dat is de verantwoordelijkheid van de VVD, daar kan ik niet in treden.
ANDRINGA:
Dank u wel.
BALKENENDE:
Graag gedaan.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, AK)