NOS, Met het oog op morgen, Radio 1

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de gemeenteraadsverkiezingen

VAN DEN BRINK:
Parlementair verslaggever Pim Van Galen sprak met de premier en vroeg hem of hij de lage opkomst betreurt.

BALKENENDE:
Ik vind het wel jammer. De bruger heeft een recht om een stem uit te brengen. Gemeenteraad is natuurlijk toch het bestuurlijke niveau dat het dichtst bij het concrete leven van de mensen zelf staat. Ik heb zelf ook jaren in de gemeenteraad mogen zitten. Dus ja, ik weet hoe het voelt om actief te zijn in de gemeentepolitiek. Dan is het van belang dat er zoveel mogelijk mensen stemmen. Helaas is het blijven steken op 53%.

VAN GALEN:
Zou het iets te maken kunnen hebben m,et de ruzie s in het kabinet? Dat mensen denken: ik ga niet stemmen, want de politiek maakt er een potje van?

BALKENENDE:
Ik weet het niet hoor. Je kunt pas conclusies trekken als je dan vergelijkingen maakt. Stel nu dat de politiek erg rustig is in Den Haag.

VAN GALEN:
Saai kun je ook zeggen.

BALKENENDE:
Ja, dat noemt u zo wellicht. Dan is de vraag wat dat dan betekent voor de opkomstpercentages. Ik vind het allemaal nog veel te vroeg om daar conclusies aan te kunnen verbinden.

VAN GALEN:
Wat u zegt is dat je met al die spanning eigenlijk zou verwachten dat mensen juist zouden komen? Politiek leeft?

BALKENENDE:
Zoals gezegd, ik vind dat lastig in te schatten. Er wordt natuurlijk veel over geschreven en er zijn allerlei speculaties op dit moment. De vraag is of die speculaties ons natuurlijk niet zo veel verder brengen op dit moment. Zal ongetwijfeld straks onderzoek worden gedaan. Je moet dan eigenlijk over de langere termijn kijken hoe het met de opkomstpercentages zit. Twee: waar zitten de verschillen tussen gemeenten? Zegt dat op een gegeven moment wat? Dan krijg je daarna de vragen als: wat zijn dan de verklarende factoren. Maar ik heb ze nog niet gezien op het ogenblik.

VAN GALEN:
Uw partij, die van de heer Bos en van mevrouw Kant behoren tot de verliezers. Mevrouw Kant heet haar consequenties getrokken. Wat vond u ervan toen u dat zag gisteravond?

BALKENENDE:
Wanneer een politicus tot de conclusie komt dat het beter is om te stoppen dan is dat persoonlijk altijd jammer. Ik heb uiteraard veel respect voor het feit dat ze zelf tot deze overweging komt. Mevrouw Kant heeft zich de afgelopen jaren behoorlijk ingezet. Ze heeft Jan Marijnissen opgevolgd. Dat is natuurlijk niet eenvoudig, want Marijnissen is iemand die een hele tijd mee heeft gedraaid en nog steeds meedraait en ook een hele reputatie heeft opgebouwd. Dan is het ook niet eenvoudig om in de voetstappen te komen van zo'n oude rot in het vak. Zij heeft nu gezegd: ik trek deze conclusie. Dat respecteer ik. Ik waardeer haar werk.

VAN GALEN:
Heeft u het zelf overwogen woensdagavond, om te zeggen: deze uitslag bevalt me niet…

BALKENENDE:
Ja, kijk, het is nu wat anders dat nu de minister-president die spreekt zijn waardering uit voor een politica die ene stap heeft genomen. U praat nu ineens over een hele andere dimensie.

VAN GALEN:
U heeft de afgelopen weken dat onderscheid ook niet gemaakt tussen minister-president en CDA-leider, dus…

BALKENENDE:
Nou, dat valt ook wel mee. Maar ik zit hier als minister-president.

VAN GALEN:
Heeft u zelf die afweging gemaakt al? Zegt u: ik ga voluit voor het leiderschap? Of zegt u: als maandag in de regio- want dan vindt er een bestuursvergadering plaats- een opstand komt dan…

BALKENENDE:
U moet mij hier aanspreken als minister-president en niet als politiek leider van het CDA.

VAN GALEN:
Ja, maar voor de kiezer is dat in deze tijd nogal diffuus, dat onderscheid.

BALKENENDE:
Maar goed, het is zo dat ik nu als minister-president natuurlijk spreek over opkomstpercentage, de gevolgen van een demissionaire status van een kabinet, de werkbaarheid van de verhouding met de Tweede Kamer. Als mevrouw Kant een bepaalde conclusie trekt dan geef ik daar een algemeen oordeel over. Maar dat is iets anders dan afwegingen die te maken hebben met partijpolitieke zaken.

VAN GALEN:
Maar staatsrechtelijk is het nogal relevant of de zittende premier steun heeft van zijn eigen achterban, zijn eigen partij, lijkt me. Laat ik het dan via die bocht proberen, want uit peilingen blijkt dat een kwart van uw achterban zegt: nou meneer Balkenende, we weten niet of u nog wel verder moet. Een aantal regiobestuurders hebben gezegd: meneer Balkenende, komt u zich maandag verantwoorden in het partij bestuur.

BALKENENDE:
Ik begrijp dat u enigszins radeloos wordt, want ik ga daar gewoon niet op in. U spreekt mij nu aan in de partijpolitieke zin. Dit gesprek is een gesprek waarin we het hebben over zaken die spelen in de politiek in algemene zin die te maken hebben met kabinetsbeleid of met de ministerraad. Zaken die te maken hebben met partijpolitieke aspecten…u weet wat de stand van zaken is rond het CDA. Er is een verzoek in mijn richting gedaan en meer is er niet te melden.

VAN GALEN:
Een verzoek -tot slot- om uitleg te geven maandag over wat er allemaal gebeurd is op woensdag, toch?

BALKENENDE:
Ik heb nog geen uitnodiging gehad hoor voor maandagavond, als u dat bedoelt.

VAN GALEN:
Laat ik u dan weer als minister-president aanspreken. Baart het u zorgen dat het Nederlandse politieke landschap zo versnipperd is geraakt? Als je naar de peilingen kijkt valt er met de beste wil van de wereld geen vier-, laat staan een vijfpartijen-kabinet te maken.

BALKENENDE:
Dat is een punt natuurlijk op het moment van grote aandacht. Kijk, we hebben een tijd gehad in Nederland dat we aan twee partijen genoeg hadden. De kabinetten Lubbers in de jaren tachtig.

VAN GALEN:
Heel lang geleden ja.

BALKENENDE:
Ja, dat was CDA-VVD. Daarna CDA-PvdA. We hebben ook wel tijden gehad dat we vier of vijf partijen hadden in een kabinet. De jaren zestig. Toen had je christelijke partijen en PvdA. Maar waar u op doelde is natuurlijk…dat was nog wel binnen een traditionele setting.

VAN GALEN:
De zuilen?

BALKENENDE:
De zuilen. En waar we nu tegenop lopen is dat de traditionele politieke stromen veel minder een vaste aanhang hebben. Dat is één. Twee, we zien dat de kiezer ook zeer beweeglijk is. Iets van een soort vaste aanhang, dat geldt steeds minder. En we zien natuurlijk ook dat op wat je wel eens noemt de flanken ook allerlei bewegingen zijn. Dat is wel een wisselvallig. Als we nu zien wat de laatste jaren is gebeurd. Bijvoorbeeld, we hebben in 2002 gezien de opkomst van Pim Fortuyn. 26 zetels uit het niets. We zien nu- althans in peilingen- dat de PVV hoog staat. We hebben ook enorme aantallen zetels gezien van de SP. Kortom, je ziet een enorme mate van beweeglijkheid. Binnen die context van veel minder stabiliteit bij de kiezersvoorkeur en opkomst van nieuwe politieke partijen moet worden gewerkt aan coalities. Dat betekent dat de traditionele situatie dat je aan twee of drie partijen genoeg had, dat zou over kunnen zijn. Maar - laatste opmerking- je weet niet zeker of zich dat ook zal voordoen, want het is puur afhankelijk van wat gebeurt er. Ik herinner me nog in 2006. Toen zei Maurice de Hond: het zou wel eens zo kunnen zijn dat twee partijen- PvdA en CDA- allebei boven de 50 zetels uitkomen. Dat is toen anders gelopen. Dus we denken nu misschien over vier, vijf partijen en misschien is die situatie over drie, vier maanden totaal anders.

VAN GALEN:
Maar u heeft ook vanmiddag na de ministerraad gezegd: we hebben grote beslissingen te nemen. Crisis, bezuinigingen. Dan heb je toch ook een stabiel kabinet nodig?

BALKENENDE:
Wat zegt dat nu hè? Je kunt een stabiel kabinet hebben wanneer je bij vier of vijf partijen, als daar sprake zou zijn van onderling vertrouwen en de gemeenschappelijke wil om zaken aan te pakken. Ook dat is maar de vraag. Je kunt best een tweepartijen-kabinet hebben of drie, maar wat hebben we laatst gezien? Op het moment dat er dan geen eenheid van regeringsbeleid is houdt de zaak op. Dus de vraag of het nou vier partijen zijn of twee of drie, dat zegt nog niet alles. Dat is niet de beslissende vraag. De vraag is: heb je stabiliteit, vertrouwen over een weer, is er een duidelijke toekomstagenda?
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, TO)