Nederland langer bij vredesmissie Verenigde Naties in Soedan
De ministerraad heeft op voorstel van minister Verhagen van Buitenlandse Zaken, minister Van Middelkoop van Defensie en minister Hirsch Ballin van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten de Nederlandse personele bijdrage aan de vredesmissie van de Verenigde Naties in Soedan (Unmis) één jaar te verlengen. Nederland geeft hiermee gevolg aan een verzoek van de VN.
Dit betekent dat twaalf militaire waarnemers, vijftien politietrainers en enkele staffunctionarissen tot 13 april 2011 in Soedan blijven. Hun taak verandert niet. Zij dragen door hun aanwezigheid en advisering bij aan de stabiliteit in het missiegebied en het slagen van het vredesproces.
UNMIS heeft als belangrijkste taak toe te zien op de naleving van het vredesakkoord tussen Noord- en Zuid-Soedan uit 2005. De naleving van dit vredesakkoord is essentieel voor bevordering van veiligheid en stabiliteit en daarmee voor succesvolle wederopbouw. Onderdeel van het akkoord zijn de verkiezingen van april 2010 en het referendum over de toekomstige status van Zuid-Soedan in januari 2011.
India, Pakistan, Bangladesh, Egypte, Kenia, China, Zambia, Rwanda en Rusland dragen het meeste bij aan UNMIS. Zij leveren 9.100 bewapende militairen op een totaal van ruim 12.600 uitgezonden personen. Naast Nederland blijven de EU-landen België, Denemarken, Duitsland, Finland, Griekenland, Polen, het Verenigd Koninkrijk, Roemenië en Zweden komend jaar een bijdrage leveren met militairen en politiefunctionarissen.