Reactie staatssecretaris Timmermans op de plannen van het Spaanse EU-Voorzitterschap
Transcript van de toespraak van staatssecretaris Timmermans in reactie op de plannen van het Spaanse EU-Voorzitterschap door staatssecretaris Diego Lopez-Garrido.
Hartelijk dank, Diego.
Dames en heren,
Voor mij is Spanje het perfecte voorbeeld van succesvolle Europese integratie. Ik was vijftien toen ik er voor het eerst naartoe ging. De democratie was er pas recent hersteld. Ik vond dus dat ik de mensen daar moest gaan helpen op het land en op de boerderijen om zo mijn steentje bij te dragen aan de wederopbouw van het land. Ik weet nog goed hoe arm de bevolking toen was. Ik herinner me het lijden van de mensen op het land, wier menu vaak vrijwel uitsluitend bestond uit de sinaasappels die ze kweekten. Het waren erg moeilijke tijden. 's Nachts was het koud, want er was geen brandstof om de huizen te verwarmen. Vrouwen werden te pas en te onpas geslagen. Ook kinderen moesten het vaak ontgelden. Ik ben nog niet zo oud, dus het is echt nog niet zo lang geleden.
Maar als je nu naar Spanje gaat, tref je een volledig getransformeerd land aan waar ook mensen van dezelfde sekse met elkaar mogen trouwen - iets dat de Nederlanders zeer aanspreekt. Een land waar de vrouwen over het algemeen een betere maatschappelijke positie bekleden dan in Nederland. Een land dat ondanks de crisis die we momenteel doormaken heel veel heeft bereikt op het economisch vlak. Dat is opmerkelijk! En dat is te danken aan twee factoren. Ten eerste was dat de moed van het Spaanse volk zijn lot in eigen hand te nemen. Ten tweede het potentieel van Europa de instrumenten te verschaffen voor het verwezenlijken van deze bestemming. Ik vind dat iedereen die beweert dat de uitbreiding van Europa een slechte zaak is die ons alleen maar met meer problemen opzadelt, zich de transformatie van Spanje nog eens voor de geest zou moeten halen. De ontwikkeling van Spanje bevestigt namelijk mijn punt dat Europa een goed instrument is voor de landen die er deel van willen uitmaken. Daarom geloof ik dus in Europa. Omdat Europa dat kan: het kan het leven van mensen echt veranderen. En dan moet ik natuurlijk niet vergeten te vermelden dat de Nederlandse export naar Spanje met 1400% gestegen is! Een statistisch feit dat de meeste Nederlanders wel bijblijft - wat de rest van mijn boodschap meestal niet beschoren is. Het is een gegeven dat in ons land in elk geval tot de verbeelding spreekt.
Ik heb het over de essentie van Europa, want die verliest men vaak uit het oog bij het huidige debat. En als ik het toch heb over de prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap wil ik eerst wijzen op de essentie van Europa, die mijns inziens inhoudt dat onze bestemmingen met elkaar verbonden zijn. We verbinden ons lot met dat van andere Europeanen met de volgende boodschap: We kunnen onze situatie alleen verbeteren als die in jullie landen ook wordt verbeterd. We kunnen geen vooruitgang boeken over de rug van andere Europeanen. Ik geloof dat dit de kern is van Europese samenwerking en die ligt vandaag de dag onder vuur. Niet omdat mensen slecht zijn of niet bereid zouden zijn hun bestemming te delen. Maar je lot delen met anderen is wel moeilijk als je bang bent dat jouw waarden of positie bedreigd worden. Want waarom zou ik mijn lot willen delen met iemand in Spanje, Polen of het Verenigd Koninkrijk als ik thuis al zoveel te vrezen heb? En zo komt het dat wanneer er in Nederland over Europa wordt gepraat, niet zo vaak gezegd wordt dat we in hetzelfde schuitje zitten als de Europeanen. We hebben het dan niet over het soort schuitje, hoe sterk het is of welke koers het kiest. In plaats daarvan hebben we het over de kleur van de vlag of de kostuumkeuze van de bemanning. We beperken ons dus tot bijzaken en verliezen de essentie uit het oog.
Laat me u een voorbeeld noemen uit de Telegraaf van vandaag, het grootste dagblad van Nederland. Er staan twee artikelen in over Europa. Het grootste met tevens de grootste impact gaat over een Nederlands lid van het Europees Parlement dat het maar over een ding heeft: het feit dat er gesnoeid moet worden in de uitgaven van het Europees Parlement, want hij vindt dat ons geld daar verkeerd wordt besteed. De koe moet daarom maar eens bij de hoorns worden gevat. Hij is als lid van het Europees Parlement dan ook voornemens al zijn energie te steken in het terugdringen van de uitgaven. Op de financiële pagina van diezelfde Telegraaf staat een interview met Hans Wijers, voorzitter van de Raad van Bestuur van Akzo Nobel, die vindt dat de dames en heren politici en andere betrokkenen maar eens moeten ophouden met dat gebekvecht. We moeten volgens hem gewoon aan de slag met dat Europa. Doen we dat niet, dan kan het bedrijfsleven niet investeren in de toekomst, ons continent of onze economie. We kunnen dan evenmin verder met het sociale model dat ons inziens essentieel is voor Europa. Dit contrast - en dat in slechts één dagblad - is representatief voor hetgeen ik in de Nederlandse maatschappij zie gebeuren. De lezers hebben waarschijnlijk vooral het EP-lid gesignaleerd dat zegt die idiote verspillingen te zullen gaan aanpakken. Het pleidooi van dhr. Wijers voor Europa is vrijwel onopgemerkt gebleven. Daar wacht ons dus nog een moeilijke taak. En nu is de tijd rijp om tijdens het Spaanse voorzitterschap te trachten de geloofwaardigheid van Europa te herstellen. Daar gaan we ons dan ook voor inzetten.
De punten waar we het over hebben gehad zijn daarbij essentieel. Maar we moeten ze wel gaan verwezenlijken. We moeten de relatie tussen mens en natuur opnieuw definiëren om te voorkomen dat Europa degenereert tot een interessante bezienswaardigheid of curieus themapark voor de volgende generatie wereldburgers buiten Europa. We streven immers naar een gezonde economie die is gebaseerd op onze maatschappelijke normen. We moeten ervoor zorgen dat onze eigen huishouding in deze ongelooflijk snel veranderende geopolitieke arena - de tektonische veranderingen gaan de hele wereld over en zijn niet per definitie goed voor Europa - op orde blijft en waarborgen dat Europa met een stem blijft spreken. We moeten de interne uitdagingen van Europa het hoofd bieden. In de eerste plaats is dat de vergrijzende bevolking en ten tweede het stimuleren van een kenniseconomie. Daarvoor is nieuw bestuur nodig. Het bestuur kan niet langer op strikt nationaal niveau maar moet voortaan op continentaal niveau georganiseerd zijn. De Europese Unie is daarvoor ons enige instrument. We hoeven er niet over te stemmen en we hoeven er evenmin opnieuw regels voor uit te vinden: ze staan allemaal in het Verdrag van Lissabon. We moeten die regels gewoon gaan toepassen en ervoor zorgen dat we daarin gesteund worden door onze bevolking. Daarvoor moeten we werken aan onze geloofwaardigheid. Dat is mijn versie van de zogenaamde derde leeftijd van Europa, zoals u die eerder omschreef. Het is altijd een kwestie van het zoeken naar het evenwicht tussen de verschillende Europese naties met hun uiteenlopende belangen en standpunten. We zullen erover onderhandelen, zoals het de Europese weg betaamt. Maar laten we intern onderhandelen, consensus bereiken en die vervolgens toepassen in onze maatschappijen en ook wereldwijd.
Wat betreft de specifieke punten die u heeft genoemd, ben ik het met u eens dat we de verdragsstructuur moeten laten functioneren. Bezien vanuit het standpunt van een kleinere lidstaat, denk ik echter dat het de geloofwaardigheid van het systeem ten goede zou komen wanneer we de verdragen en de balans tussen de verdragen afstemmen op hetgeen we hebben besproken bij de conventie evenals hetgeen besloten is tijdens de intergouvernementele conferenties. Er zal nooit een eensgezind Europa komen wanneer de drie, vier of misschien vijf grootste lidstaten roepen dat ze helemaal pro-Europa zijn...... zolang het doet wat zij zeggen. En afgezien daarvan hebben we natuurlijk allemaal onze eigen nationale belangen, die we eveneens zullen implementeren. Zoeken naar de balans betekent ook dat alle lidstaten zich moeten kunnen vinden in de besluitvorming. Voor de lidstaten valt het veel eenvoudiger te accepteren dat ze niet alle punten kunnen binnenhalen - als ze er maar op kunnen rekenen dat de uitkomst billijk zal zijn. Ze moeten ervan uit kunnen gaan dat ze, ook wanneer ze bepaalde aspecten van hun standpunt moeten opgeven, toch worden gehoord en dat de andere lidstaten, hoe groot ook, bereid zijn zich rekenschap te geven van die belangen. Dit is volgens mij een essentieel punt en dat moeten we nú bij de implementatie van het Verdrag van Lissabon goed voor het voetlicht brengen. Bij het inrichten van de functie van voorzitter van de Europese Raad, de nieuwe Commissie, de sterk verbeterde positie van het Europees Parlement, de Europese dienst voor extern optreden - dit alles moet ook de belangen van de lidstaten dienen.
Ik denk dat de onzekerheden in de lidstaten en binnen de EU vaak voortvloeien uit de onzekerheden binnen een natie en, zoals ook blijkt uit een recent onderzoek in Nederland, ingegeven worden door identiteitskwesties, zeker in Nederland zelf. Het is overigens niet zo dat iedereen in Nederland op zoek is naar zichzelf, want we hebben geen problemen met onze persoonlijke individualiteit. Nee, het probleem zit hem in de cohesie binnen de samenleving. We missen de verbondenheid met andere mensen en groepen in onze maatschappij. We missen er een gevoel van richting en Europa kan ons helpen met het antwoord daarop. Eerst moeten er echter een aantal problemen op het thuisfront worden aangepakt. Ik denk dat deze identiteitskwesties een stuk eenvoudiger kunnen worden opgelost als we onze burgers meer houvast gaan bieden op het gebied van asiel en migratie. Mensen treden de diversiteit binnen een samenleving met meer vertrouwen tegemoet als ze erop kunnen rekenen dat immigratie gereguleerd is en onder controle is van de autoriteiten. Vooral in Nederland ontbreekt het aan die controle. Er moet een Europees asiel- en migratiebeleid komen dat die controle bewerkstelligt. Vanwege de demografische ontwikkelingen zullen we de immigratiestromen naar de EU straks namelijk hard nodig hebben ter wille van een gezonde economie. En die komt er niet als we zo bang blijven voor verschillen. We hoeven maar te kijken naar de geschiedenis van Europa om te zien dat we onszelf grote schade berokkenen door toe te geven aan onze angsten. Daar moeten we dus eerst korte metten mee maken en daar kan Europa ons bij helpen.
Diego, ik ben het met je eens. Nu hebben we de instrumenten. Maar ik vrees dat het probleem niet te wijten is aan de instrumenten en dat het daar ook nooit aan heeft gelegen, zeker niet op het gebied van buitenlands beleid. Buitenlands beleid staat of valt immers niet met het kunnen beschikken over de juiste instrumenten, maar wel met de politieke wil er gebruik van te maken. In mijn land is er de politieke wil de instrumenten te gebruiken, mits het de politieke verzekering krijgt dat het EU-instrumenten betreft die op een billijke manier worden geïmplementeerd en gebruikt en wel zodanig dat recht wordt gedaan aan de positie van de grootste en de kleinste lidstaten en een Europese toekomst waarvan de leidende beginselen door alle naties worden gedeeld. Ik wens je veel succes met het voorzitterschap en ben ervan overtuigd dat er over een paar maanden alle reden zal zijn voor felicitaties.