Meer mogelijkheden voor anonieme aangifte
De mogelijkheid om anoniem aangifte te doen wordt uitgebreid. In de nieuwe situatie kunnen slachtoffers van onder meer geweldsdelicten anoniem aangifte doen als zij gegronde redenen hebben om te vrezen voor represailles. De wettelijke mogelijkheden om de identiteit van het slachtoffer af te schermen zullen door de officier van Justitie en slachtoffers beter worden benut. De officier van justitie zal in dergelijke situaties bij de rechter-commissaris vorderen dat de personalia van het slachtoffer of de getuige in het vooronderzoek worden afgeschermd. Ook is het mogelijk om domicilie te kiezen bij de werkgever zodat de gegevens over het woonadres niet bekend worden bij de verdachte. Dat schrijft minister Hirsch Ballin (Justitie) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Voor het bestrijden van agressie en geweld is een hoge aangiftebereidheid van groot belang. Slachtoffers die vrezen voor represailles zijn vaak slechts bereid aangifte te doen als hun identiteit niet bekend wordt bij de verdachte. Om die reden wil de bewindsman de mogelijkheden voor het afschermen van de identiteit en adresgegevens in het strafproces uitbreiden.
Slachtoffers die niet willen dat de gegevens van het woonadres bekend worden bij de verdachte kunnen ervoor kiezen om domicilie te kiezen bij het politiebureau of het slachtofferloket. Dat is inmiddels uitgebreid tot het adres van de werkgever zoals bijvoorbeeld het vervoersbedrijf of ziekenhuis. De werkgever kan ook aangifte doen namens de werknemer. Met deze beperkte vorm van anonimiteit neemt de vrees af voor bedreigingen aan het huisadres (‘ik weet waar je woont’). De politie is bevoegd de aangifte en de daarop te vermelden gegevens hierop aan te passen.
Voor verder gaande anonimiteit zal in de toekomst de rechter-commissaris (RC), op vordering van de officier van Justitie, toetsen in hoeverre het slachtoffer terecht moet vrezen voor represailles. Daarbij wordt gekeken naar onder meer de omstandigheden, de aard en ernst van het delict en de antecedenten van de verdachte. Als de RC van mening is dat het afschermen van de identiteit en het woonadres noodzakelijk is, zal hij de verklaring van de getuige zo vastleggen dat zijn personalia niet uit het proces-verbaal blijken. Toekenning van anonimiteit aan de getuige mag echter niet ten koste van de het recht van de verdachte om een belastende verklaring op de openbare terechtzitting te betwisten. Daarom krijgt de verdediging de mogelijkheid om de verklaring van het slachtoffer te toetsen via telehoren zodat de betrokkene niet kan worden geïdentificeerd. Het is aan de rechter op de terechtzitting om vast te stellen in hoeverre dat noodzakelijk is.
De bewindsman zal de politie en het openbaar ministerie verzoeken deze maatregelen op korte termijn te verwerken in de werkprocessen en in voorkomende gevallen het slachtoffer actief te informeren over de mogelijkheden van (beperkte) anonieme aangifte.