Beantwoording kamervragen vertrek bankier ABN AMRO
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500EA 'S-GRAVENHAGE
Datum 28 januari 2010
Betreft Beantwoording vragen van de leden Bashir en Kant (beiden SP) over het artikel ''Bankier van ABN Amro hekelt het bonuscircus en verlaat de bank''.
Ons kenmerk
FM/2010/27 U
Uw brief (kenmerk)
2010Z00062
Bijlagen
Beantwoording Kamervragen Bashir en Kant over het artikel ''Bankier van ABN Amro hekelt het bonuscircus en verlaat de bank''.
Geachte voorzitter,
Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van de leden Bashir en Kant (beiden SP) over het artikel ‘’Bankier van ABN Amro hekelt het bonuscircus en verlaat de bank’’ die mij zijn toegezonden per brief van 5 januari 2010 onder nummer 2010Z00062.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
Wouter Bos
2010Z00062
Vragen van de leden Bashir en Kant (beiden SP) aan de minister van Financiën over het artikel “Bankier van ABN Amro hekelt het bonuscircus en verlaat de bank”. (Ingezonden 5 januari 2010)
1) Wat is uw reactie op het bericht “Bankier van ABN Amro hekelt het bonuscircus en verlaat de bank”?
In mijn brief van 19 januari 2010 benadruk ik dat vanaf het uitbreken van de financiële crisis het mijn streven is geweest om een kentering teweeg te brengen in de heersende beloningscultuur in de financiële sector en specifiek bij de instellingen waarvan de staat aandeelhouder is geworden. Ook ik ben dus van mening dat het ‘bonuscircus’ voorgoed tot het verleden moet gaan behoren.
2) Deelt u de stelling van de in het artikel genoemde bankier dat bonussen onjuiste prikkels in de financiële sector geven en dat bonussen mede de basis waren van wat er allemaal mis is gegaan en leidde tot de kredietcrisis? Zo nee, waarom niet?
Perverse beloningsprikkels worden wereldwijd gezien als één van de oorzaken van de financiële crisis en hebben de afgelopen periode wereldwijd geleid tot maatschappelijke onvrede. Het gaat hierbij met name om prikkels die aanleiding kunnen geven tot het nemen van ongewenste en onverantwoorde risico’s en die ertoe kunnen leiden dat het klantbelang wordt veronachtzaamd, zoals een eenzijdige oriëntatie op het kortetermijnbelang, kortetermijnwinstrealisatie en “pay for failure”. De ongewenste prikkelwerking kan enerzijds uitgaan van de gekozen prestatiecriteria, maar ook worden veroorzaakt door een ongewenst hoog percentage variabele beloning, waardoor een te sterke druk ligt op het nastreven van bepaalde doelstellingen.
Dit betekent echter niet dat elke vorm van variabele beloning in de financiële sector automatisch leidt tot een perverse prikkel en daarom moet worden uitgebannen. Daarbij dienen echter de risico’s van een dergelijk beloningsbeleid beheerst te worden en is het belangrijk dat de gekozen doelstellingen breed zijn samengeteld, zijn gericht op de lange termijn, de belangen van alle stakeholders dienen en niet aanzetten tot pervers risicovol gedrag met een eenzijdige kortetermijnoriëntatie.
3) Wat vindt u ervan dat volgens de in het artikel genoemde bankier er geen merkbare veranderingen hebben plaatsgevonden op de wijze waarop financiële instellingen omgaan met bonussen? En dat er tussen 2007, 2008, 2009 en 2010 geen verschillen zitten ondanks de wens uit de sector om zichzelf te reguleren en uw omarming van die wens? Waarom hebben er volgens u nog geen veranderingen plaatsgevonden?
Afgelopen tijd zijn er veel ontwikkelingen in gang gezet die moeten leiden tot een meer gematigd en duurzaam beloningsbeleid. Zo is een nieuwe Corporate Governance Code in werking getreden en heeft de bancaire sector zelf ook verantwoordelijkheid genomen door middel van de bankencode. De toezichthouders hebben de Principes voor beheerst beloningsbeleid opgesteld, aan de hand waarvan zij het beloningsbeleid in de financiële sector toetsen. Begin 2009 heeft de top van de financiële sector al in het Herenakkoord afgesproken dat bestuurders van door de overheid gesteunde instellingen geen variabele beloning over 2009 ontvangen. Op dit moment wordt er gewerkt aan maatregelen om de zogenaamde ‘claw-back’ wettelijk te verankeren.
De resultaten van dit pakket aan maatregelen zijn bijvoorbeeld te zien bij ABN Amro/Fortis zelf, waar het beloningsbeleid op punten verder gaat dan de bankencode. Ik heb de Kamer hierover geïnformeerd in mijn eerdergenoemde brief van 19 januari 2010.
4) Deelt u inmiddels wel de stelling dat in de afgelopen jaren zelfregulering in de financiële sector niet heeft gewerkt en dat op grond daarvan de Code Banken niet voldoende is en dat er ook wettelijke regels vastgesteld dienen te worden, zoals een verbod op bonussen? Bent u bereid om in ieder geval een ultimatum te stellen en te zeggen dat er binnen een half jaar merkbare veranderingen moeten zijn en dat u anders als minister gaat bevorderen dat bonussen wettelijk verboden gaan worden?
In het Algemeen Overleg van 25 november heb ik de Kamer geïnformeerd over mijn visie op zelfregulering in de financiële sector en de bankencode.
Deze code gaat van banken vragen dat er misschien raden van commissarissen ververst moeten worden; dat er misschien mensen nader getoetst moeten worden; dat er jaarverslagen aangepast moeten worden; dat er beloningsbeleid aangepast moet worden. Dat hebben ze niet in drie maanden voor elkaar.
We doen veel meer dan alleen maar zelfregulering. De bankencode is maar één onderdeel van een heel pakket. Ook wettelijk vastgelegde bevoegdheden voor de toezichthouders om te letten op beloningsbeleid horen hierbij. Bij het pakket horen ook fiscale wetten die toezien op het afremmen van excessieve beloningsbestanddelen. Bij het pakket horen ook heel harde privaatrechtelijke afspraken over wat de eisen zijn waaraan banken die door ons gesteund worden, moeten voldoen. Bij het pakket voor gesteunde instellingen waar de overheid geen aandeelhouder is hoort ook het verplicht plaatsen van twee door de overheid voorgedragen commissarissen met een de facto vetorecht in de raad van commissarissen als er een nieuw beloningsbeleid moet worden vastgesteld. Het is nu aan de sector te bewijzen dat het in de toekomst beter gaat. Zelfregulering is dan belangrijk, maar alleen als onderdeel van een breder pakket.
Ik ben een voorstander van zelfregulering omdat als het werkt, het stukken
effectiever en efficiënter is dan wetgeving. Als zelfregulering niet werkt, dan komt er op enig moment een vorm van wetgeving.
5)Bent u ondertussen bereid om als aandeelhouder aanvullende stappen te ondernemen om de bonuscultuur bij banken waar u aandeelhouder van bent te veranderen?
Zoals vermeld in mijn brief van 19 januari voldoet het nieuwe beloningsbeleid voor de raad van bestuur van ABN Amro/Fortis ruim aan de code banken en gaat het op een aantal punten zelfs verder, door de introductie van het ‘geen winst, geen bonus’ principe, het koppelen van tweederde van de variabele beloning aan langetermijndoelstellingen en het vastleggen van de maximale ontslagvergoeding op één vast jaarsalaris. Door daarnaast de code banken en het herenakkoord ook als uitgangspunt voor het beloningsbeleid voor het senior management te nemen wordt een wezenlijke verandering in het beloningsbeleid bewerkstelligd.