Wijziging Mandaatbesluit College Deskundigheid Financiële Dienstverlening
Directie Financiële Markten
4 december 2009,
FM2009/3575M, Staatscourant 2009, 19072
De Minister van Financiën,
Gelet op de artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
ARTIKEL I
Het Mandaatbesluit College Deskundigheid Financiële Dienstverlening wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede “PE-instituut: PE-instituut als bedoeld in de Erkenningsregeling permanente educatie Wft;” wordt vervangen door: instituut voor permanente educatie: instituut voor permanente educatie als bedoeld in artikel 4:9, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht;
2. De zinsnede “regeling: Erkenningsregeling permanente educatie Wft:” vervalt.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel d wordt “artikel 3, eerste lid, van de regeling” vervangen door: artikel 11b, eerste lid, van het besluit.
2. In onderdeel e wordt “artikel 3, tweede lid, van de regeling” vervangen door: artikel 11b, derde lid, van het besluit.
3. In onderdeel f wordt “artikel 3, derde lid, van de regeling” vervangen door: artikel 11b, vierde lid, van het besluit.
4. Onderdeel g komt te luiden:
g. artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.
5. Aan het slot van onderdeel h wordt de punt vervangen door een puntkomma.
6. In de slotzin wordt “vacatiegeld” telkens vervangen door: een vergoeding.
C
Artikel 3 komt te luiden:
1. De voorzitter is gemachtigd om ingevolge artikel 11, eerste lid en artikel 11d, tweede lid, van het besluit, om gegevens te verzoeken bij exameninstituten en instituten voor permanente educatie.
D
Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5a
1. De voorzitter en de overige leden van het College wordt een vaste vergoeding per maand als bedoeld in artikel 2 eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies toegekend. De beloning bedraagt:
a. 20,1% van de jaarwedde van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 voor de voorzitter;
b. 12,9% van de jaarwedde van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 voor de overige leden.
2. Indien de taakbelasting van een andere persoon die werkzaamheden voor het College verricht daartoe aanleiding geeft, kan aan deze persoon de vaste beloning als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden toegekend.
3. De voorzitter, de overige leden van het College en andere personen die werkzaamheden voor het College verrichten, hebben recht op vergoeding wegens reis- en verblijfskosten. Het Reisbesluit binnenland is van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De minister van Financiën,
Wouter Bos
TOELICHTING
De artikelen 1, 2 en 3 van het Mandaatbesluit College Deskundigheid Financiële Dienstverlening zijn gewijzigd naar aanleiding van de opname van de Erkenningsregeling permanente educatie Wft in het Bgfo.
Tevens is de vaste maandelijkse vergoeding voor de voorzitter en de overige leden overgenomen uit het Instellingsbesluit College Deskundigheid Financiële Dienstverlening.
De minister van Financiën,
Wouter Bos