Vrijstelling van omzetbelasting, overgangsregeling medische vrijstellling
Omzetbelasting. Vrijstelling; artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1º, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968
Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten
Besluit van 5 februari 2010, nr. DGB2010/740M, Staatscourant 2010, 1983
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit treft een overgangsregeling voor de belastingheffing over (para)medische diensten. Het bestaande beleid blijft gehandhaafd tot 1 juli 2010.
1. Inleiding.
Er bestaat een vrijstelling van omzetbelasting voor diensten door beoefenaren van een aangewezen (para)medisch beroep. De vrijstelling is opgenomen in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1º, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968. De tekst van de (para)medische vrijstelling is gewijzigd bij het Belastingplan 2009. Deze tekst is op 1 juli 2009 in werking getreden. De feitelijke werking van deze tekst is via een brief aan de Tweede Kamer tot 1 januari 2010 opgeschort. Het beleidsbesluit over (para)medische diensten van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50, is daarbij gehandhaafd.
De aanwijzing van beroepsbeoefenaren zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1º, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968 voor andere dan Wet BIG-beroepsbeoefenaren, die binnen het deskundigheidsgebied van hun Wet BIG-opleiding gezondheidskundige diensten verrichten, is nog niet concreet uitgewerkt. Ik tref daarom een overgangsregeling voor gezondheidskundige diensten van (para)medische beroepsbeoefenaren die op grond van het beleidsbesluit over (para)medische diensten van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50, vrijgesteld waren van omzetbelasting.
2. Overgangsregeling.
De vrijstelling voor (para)medische diensten blijft tot 1 juli 2010 van toepassing op de gezondheidskundige verzorging van de mens onder de voorwaarden zoals die zijn opgenomen in het besluit van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50.
3. Inwerkingtreding (en vervaldatum).
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2010 en vervalt met ingang van 1 juli 2010.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 5 februari 2010.
De staatssecretaris van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager.