Toespraak minister van Buitenlandse Zaken bij opening nieuwe bedrijfslocatie van het Hague Centre for Strategic Studies (HCSS)
Gelegenheid: opening nieuwe bedrijfslocatie van het HCSSGeachte heer De Wijk, dames en heren,
Hartelijk dank voor de uitnodiging vanmiddag uw nieuwe bedrijfslocatie te openen. Ik doe dat graag. En met enige jaloezie: u heeft hier aan het Lange Voorhout werkelijk een prachtig onderkomen gevonden. Daarbij steekt de Aperots schril af, hoewel het daar ook goed toeven is!
Het Hague Centre for Strategic Studies is één van de jongste telgen van de Haagse familie van Vrede, Recht en Veiligheid. Zoals u weet gaat de reputatie van Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld mij na aan het hart. Als minister van Buitenlandse Zaken zet ik me van harte in om deze reputatie gestand te doen. Ik ben dan ook blij dat óók het Libanon tribunaal zich dit jaar in Nederland zal vestigen. Een belangrijke aanvulling op de lange rij internationale juridische instellingen die Den Haag en omstreken rijk is, en waarop wij buitengewoon trots mogen zijn.
Overigens zag ik dat de gemeente Den Haag vorig jaar een boekje heeft uitgegeven met juridische rondwandelingen door internationaal Den Haag. Eén wandeling voert door Park Clingendael en het Haagse Bos, de ander door het stadscentrum. Hoewel het boekje net een jaar oud is, moeten er op de route dus al nieuwe tussenstops worden ingevoegd. Wandelaars zullen in de toekomst ongetwijfeld ook langs het Lange Voorhout no. 16 worden geleid! Voor het Libanon tribunaal zullen ze dan een kleine omweg moeten maken naar de buurgemeente Leidschendam-Voorburg, waar het tribunaal in het voormalig AIVD-kantoor gehuisvest zal worden. Zo snel gaan de ontwikkelingen: in een jaar tijd twee prestigieuze instituties erbij. Goed voor het aanzien van de stad, goed voor het aanzien van Nederland.
Ook uw werkterrein is voortdurend in ontwikkeling. De 21e eeuw stelt ons voor nieuwe uitdagingen, waarop het HCSS door onderzoek en strategische beleidsadvisering passende antwoorden probeert te vinden. Terrorisme, de proliferatie van massavernietingswapens, mogelijk ook onder niet-statelijke actoren, energievoorzieningszekerheid en energieveiligheid, het zijn relatief nieuwe thema’s die een nieuwe manier van denken vergen. Het is goed dat uw instituut hieraan een kwalitatieve bijdrage wil leveren in samenspraak met overheden en andere partners. Een geslaagd voorbeeld van zulke samenwerking is in mijn ogen het seminar dat enkele weken geleden in Brussel plaatsvond over de rol van de NAVO bij het waarborgen van energieveiligheid. Op initiatief van Nederland en het Verenigd Koninkrijk discussieerden zo’n 150 deelnemers over mogelijke NAVO-betrokkenheid bij dit onderwerp. U moet dan denken aan het uitwisselen van informatie en intelligence, training en capaciteitsopbouw, met als doel een betere bescherming van kritische infrastructuur. Op de NAVO top in Boekarest zullen wij de mogelijkheden verder in kaart brengen. HCSS organiseerde dit seminar samen met Clingendael en TNO. Dergelijke samenwerking op uiterst relevante thema’s, met een toekomstgerichte blik, juich ik van harte toe.
Dames en heren,
Hedendaagse dreigingen komen veelal voort uit landen en groepen die niet geïntegreerd zijn, die geen deel hebben aan de positieve effecten van globalisering. Zij plukken niet de vruchten van de wereldwijde economische mogelijkheden. De Amerikaanse veiligheidsstrateeg Thomas Barnett concludeert dat die niet-geïntegreerde landen en groepen meegetrokken zouden moeten worden in de voordelen van economische integratie. Zijn opdracht is: to make globalization truly global1.
Ik herken in Barnett’s oproep veel van de 3-D benadering die Nederland volgt in conflict- en post-conflictgebieden. Diplomacy, defence and development, oftewel: de handen ineen slaan om stabiliteit te waarborgen en economische en sociale perspectieven van mensen te verbeteren. De 3-D benadering is een uitvloeisel van ons geïntegreerd buitenlands beleid, waarbij de drie pijlers, veiligheid, ontwikkeling en diplomatie elkaar versterken. In het regeerakkoord hebben we gezegd de geïntegreerde benadering verder te zullen uitbouwen, en meerdere partners te zullen betrekken. Voor HCSS zijn dat geen onbekenden. Naast Defensie, Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, ook Economische Zaken, Binnenlandse Zaken en Justititie. En we zoeken partnerschappen met niet-gouvernmentele instellingen en het bedrijfsleven. Juist omdat het een relatief nieuwe aanpak is, zijn we veelvuldig met elkaar in gesprek. Dat kost tijd, en we moeten soms misschien even aan elkaar wennen, maar er is al veel bereikt. Overigens constateerde de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) in zijn evaluatie van tien jaar Nederlands Afrika-beleid hetzelfde. Vanochtend was ik aanwezig bij de presentatie van het IOB-rapport, en daarin staat een positieve appreciatie van het geïntegreerde beleid. We zitten op de goede weg, in Afrika, in Afghanistan. Dat wil niet zeggen dat het concept ‘af’ is, uitontwikkeld. We blijven met elkaar in gesprek over de beste aanpak. Eén van de gespreksonderwerpen is bijvoorbeeld de balans tussen de drie D’s: waar moet het een tandje meer defence zijn, en waar een tandje meer development ? Hoe vertalen we de geïntegreerde benadering naar de situatie ter plaatse, hoe geven we er institutioneel vorm aan, wat is de beste opzet? En: hoe geven we vorm aan ownership binnen de 3D-benadering? Allemaal prangende vragen waarover het laatste woord nog niet is gezegd. We leren elke dag bij, hier in Den Haag, maar ook binnen de NAVO. Eén ding is zeker: verkokerd denken zal ons niet helpen de uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden. Alleen een geïntegreerde aanpak kan uitkomst bieden. Gezien uw eigen multidisciplinaire aanpak bent u zich daar uitstekend van bewust.
Dat de realiteit weerbarstig is, zag ik vorige week nog met eigen ogen in Soedan. In mijn gesprekken met mensenrechtenverdedigers als Salim Mahmoud Osman, kwam de noodzaak van een geïntegreerde aanpak ook aan de orde. Hij zei letterlijk: “we zijn dankbaar voor de humanitaire hulp, maar het is niet genoeg. Wat we echt nodig hebben, is militaire hulp.” En het is waar: de VN waarnemersmissie in Zuid-Soedan (UNMIS), waar Nederland zo’n 35 militairen en politiefunctionarissen aan levert, en de nieuwe VN-macht voor Darfur (UNAMID) moeten in staat worden gesteld hun werk adequaat te doen zodat burgers effectief bescherming geboden kan worden, een stabiele situatie ontstaat en de ontwikkeling van de straatarme bevolking in Darfur kan worden opgepakt. Dat betekent dat ook niet-Afrikaanse troepen moeten kunnen deelnemen aan UNAMID, anders is het alsnog AMIS maar dan met een blauwe baret. Er zal druk moeten worden uitgeoefend op de Soedanese regering om niet-Afrikaanse troepen toe te laten. Zonder veiligheid kunnen wederopbouwactiviteiten onvoldoende effect sorteren. En daarnaast blijft natuurlijk een diplomatiek offensief nodig. Vredesbesprekingen, bemiddeling, maar ook: het constant hameren op de noodzaak van de naleving van mensenrechten, het tegengaan van straffeloosheid en de noodzaak om daders van misdrijven tegen de menselijkheid te vervolgen. Ik heb deze zaken vorige week nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van de Soedanese machthebbers.
Dames en heren,
In de geïntegreerde benadering zullen we nadrukkelijk ook vorm moeten geven aan het bevorderen en beschermen van mensenrechten.
Bijvoorbeeld door ons te richten op de versterking van de rechtsstaat in derde landen. Door de hervorming van politie, leger en justitie ter hand te nemen, samen met onze collega’s van Defensie, maar ook van Justitie. Als politie, leger en justitie beter functioneren kunnen we ook meer doen aan het voorkómen van mensenrechtenschendingen. Ik noem een van de meest schokkende voorbeelden: het seksueel geweld tegen vrouwen, zoals dat op grote schaal voorkomt in de Democratische Republiek Congo. Aan dit soort activiteiten dragen we al veel bij, en dat blijven we doen. In Afghanistan, in Afrika, maar ook in het Midden-Oosten, waar we bijdragen aan de professionalisering van de Palestijnse politie. Het zijn grote uitdagingen, maar die schuwen we niet. Ik niet, en u hier bij HCSS ook niet.
Dit bijzonder mooie kantoorpand draagt ongetwijfeld bij aan een positieve werkinstelling. Aristoteles merkte het al op: plezier in je baan, leidt tot perfectie in je werk. Aristoteles was lid van Plato’s Akademeia. U heeft hier uw eigen Akademeia opgericht. In deze inspirerende werkomgeving kan een mooie wisselwerking ontstaan tussen wetenschap en praktijk, en hier en daar een vleugje filosofie, dat is uw Directeur wel toevertrouwd. Ik wens u veel vruchtbare uren toe hier aan het Lange Voorhout.
Dank u wel.
1: Thomas P.M. Barnett, The Pentagon’s New Map: war and peace in the twenty-first century, Berkley Books, New York, 2004