Toespraak bij kick off van de campagne We Can
Gelegenheid: kick off van de campagne We CanGoedemiddag allemaal,
Belangrijk om hier te zijn vandaag, op internationale vrouwendag.
De goede opkomst vandaag laat zien dat geweld tegen vrouwen iedereen bezighoudt. Mannen en vrouwen, jong en oud, allochtoon en autochtoon. En terecht!
Het is belangrijk om geweld tegen vrouwen wereldwijd en in Nederland te bestrijden én op de agenda te blijven zetten.
Ik maak me zorgen over geweld tegen vrouwen wereldwijd. Bijvoorbeeld in Congo, in Guatemala, waar 6000 vrouwen per jaar worden vermoord en waar een toename van huiselijk geweld is geconstateerd.
Belang van uitbanning geweld tegen vrouwen
Waarom? Een op de drie vrouwen krijgt ermee te maken. Geweld tegen vrouwen komt voor in alle landen, rijk en arm – al zijn de armsten, zoals we weten, vaak kwetsbaar. Geweld tegen vrouwen is een schending van mensenrechten. Het is ook een van de belangrijkste oorzaken van blijvende gezondheidsproblemen en overlijden van vrouwen.
Eind jaren ’90 toonde een studie van de Wereldbank aan dat verkrachting en huiselijk geweld voor vrouwen tussen de 15 en 44 jaar in de top 10 van oorzaken van overlijden en blijvende handicap staan. Nog erger: geweld tegen vrouwen scoorde hiermee hoger dan kanker, verkeersongelukken, oorlog en malaria.Het is eigenlijk ongelooflijk als je je hiermee bezighoudt. Dit zou eigenlijk elke dag op de agenda moeten staan.
Ervaringen Mali
Ik ben een paar dagen geleden teruggekomen uit Mali, waar ik veel heb gesproken over één van de ergste vormen van geweld tegen vrouwen: vrouwenbesnijdenis. Het is onvoorstelbaar; in Mali is 90% van de vrouwen besneden.
Uit onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie blijkt dat vrouwen die besneden zijn een veel grotere kans hebben op doodgeboren kinderen en complicaties bij de bevalling, nog afgezien van alle andere ellende die door vrouwenbesnijdenis ontstaat. De kans dat een vrouw in Mali overlijdt door complicaties tijdens zwangerschap is 1 op de 15. Dit schrikbarende getal wordt mede veroorzaakt doordat de meeste meisjes in Mali besneden zijn. In Mali is vrouwenbesnijdenis niet verboden, mede omdat men bang is dat het dan ondergronds zou gaan. Ik geloof dat dit in Nederland ongeveer 1 op de 7000 is.
Ik heb in Mali gesproken met de president en met parlementariërs, met vrouwen die besnijdenissen hebben uitgevoerd, maar ook met NGO’s die zich verzetten tegen besnijdenissen. Deze organisaties zetten vrijwilligers in om – bij gebrek aan massacommunicatie – persoonlijk in de dorpen aan mensen duidelijk te maken dat besnijdenissen gevaarlijk en onmenselijk zijn. Ik steun deze organisaties van vrouwen én mannen, jongens én meisjes die zelf verandering teweeg willen brengen. Zij zorgen ervoor dat er een kritische massa ontstaat die tegen vrouwenbesnijdenis is. Want dat is nodig om vrouwenbesnijdenis de wereld uit te helpen. We zien dat het werkt, bijvoorbeeld in Senegal, waar bijna geen vrouwenbesnijdenissen meer plaatsvinden.
Het begint met een individuele beslissing van ouders om hun dochter niet te laten besnijden. Maar als de druk vanuit de gemeenschap te groot wordt, en de ouders vrezen dat hun dochter door hun beslissing niet huwbaar zal zijn, dan zullen zij die beslissing niet zo snel nemen. Het uitbannen van vrouwenbesnijdenis is een gezamenlijk besluit van een gemeenschap.
Hier kunnen we ook in Nederland van leren. Ik denk dat dit ook zou werken voor bijvoorbeeld de Somalische gemeenschap in Nederland. Als de Somalische Nederlanders als gemeenschap zouden afspreken dat zij hun dochters niet meer laten besnijden, dan denk ik dat dit op termijn effectiever is dan individuele contracten met ouders. Want dan komt de verandering voort uit de gemeenschap en wordt deze door iedereen gesteund.
Nederlandse inzet bestrijding geweld tegen vrouwen
Uitbanning van geweld tegen vrouwen is ook een voorwaarde voor wat mijn core business is, het bereiken van de Millenniumdoelen, oftewel de MDG’s. Zolang er geweld tegen vrouwen bestaat, blijven alle MDG’s, en dan vooral MDG3 en MDG5, gelijke rechten voor vrouwen en mannen en het terugdringen van moedersterfte, buiten bereik.
Het kabinet heeft gender en het bestrijden van geweld tegen vrouwen en meisjes tot prioriteit verklaard.
We zetten ons op internationaal en nationaal niveau in om geweld tegen vrouwen te bestrijden. Het blijkt dat wereldwijd schendingen van vrouwenrechten en seksueel geweld het meest voorkomen tijdens en na conflicten. Internationaal heeft Nederland daarom bijgedragen aan de totstandkoming van twee VN-resoluties, die bijdragen aan betere bescherming van vrouwen en straffeloosheid tegengaan. Op het gebied van straffeloosheid hebben we nog een lange weg te gaan.
Zelf heb ik gelijke rechten voor vrouwen tot een van de prioriteiten in mijn beleid gemaakt. Ik ben er trots op wat we tot nu toe van de grond hebben gekregen:
Als eerste wil ik het MDG3-fonds noemen. Dit fonds, dat vorig jaar van start is gegaan, besteedt 70 miljoen euro aan 45 projecten die zich richten op de verbetering van de positie van vrouwen, zoals het vergroten van economische zelfstandigheid en participatie van vrouwen in bestuursorganen. Dit zijn praktische projectenm weinig gepraat, zo min mogelijk seminars en dergelijke, maar concrete acties. Er zijn ook 13 projecten die zich (met bijna 20 miljoen euro) richten zich op geweld tegen vrouwen.
Daarnaast wil ik het programma Aanpak geweld tegen vrouwen noemen. We steunen met 21 miljoen euro organisaties die vechten tegen geweld tegen vrouwen in 8 landen, Congo, Bangladesh, Ethiopië, Guatemala, Nicaragua, Mozambique, Ghana en Macedonië.
In Bangladesh bijvoorbeeld organiseert de Nederlandse ambassade samen met maatschappelijke organisaties, netwerken en publiek-private-partnerschappen activiteiten die zich richten op verbetering van de toegang tot justitie voor vrouwen en meisjes, en op geboorte- en huwelijksregistratie. Daarnaast werd ook de We Can campagne in Bangladesh de afgelopen jaren ondersteund.
We zien dat de We Can campagne in de praktijk echt werkt. Daarom steun ik de komende jaren met 2 miljoen euro uit het MDG3-fonds de We Can campagne in 6 Aziatische landen (Afghanistan, Bangladesh, India, Pakistan, Nepal en Sri Lanka), waardoor meer dan 1800 organisaties worden bereikt, die als een inktvlek kunnen werken.
Sterke kanten We Can aanpak
Een sterk punt van de We Can campagne is dat mensen als actoren van verandering (changemaker) worden aangesproken in plaats van als machteloze slachtoffers of overmachtige daders. Centraal staat daarbij de overtuiging dat verandering plaatsvindt als voldoende individuen zich willen inzetten om hun steentje bij te dragen. Iedereen kan zelf bijdragen aan de uitbanning van geweld tegen vrouwen. Geweld is onacceptabel, overal en altijd. Iedereen, man of vrouw, heeft recht op veiligheid en de verantwoordelijkheid om voor de veiligheid van anderen op te komen.
Dit initiatief maakt bestrijding van geweld tegen vrouwen tot een zaak van iedereen: het is dus niet alleen een privézaak of taboe achter de voordeur, maar een publieke zaak. Maar dat niet alleen, iedereen is deel van de oplossing. De We Can campagne begint bij de personen, bij de familie en bij de gemeenschap. Deze aanpak leidt tot preventie. Met ons allen vormen wij het fundament waarop structurele veranderingen kunnen plaatsvinden.
Dit is voor mij OS op zijn best: oplossingen van onderaf, het begint bij jezelf: Be the change you want to be!
Maar de druk van onderop moet aan de bovenkant wel worden opgepakt: de overheden moeten erbij betrokken worden. Zij moeten de rechten van vrouwen erkennen en hen kansen bieden door wetgeving, uitvoering en controle. Ik denk dat daar voor mij een grote uitdaging ligt: het aan de orde stellen bij regeringsleiders. Dat doe ik al en dat zal ik in de toekomst nog vaak doen.
Wat mij verder bijzonder aanspreekt bij de We Can campagne is de positieve benadering van dit moeilijke onderwerp. Niet zwelgen in slachtofferschap en anonieme ‘anderen’ verwijten maken, maar zelf op een positieve manier in actie komen en de samenwerking opzoeken. Ook de dader wordt betrokken, want als die niet verandert, gaat het geweld door. En het belerende vingertje wordt achterwege gelaten, want er bestaat geen blueprint voor het uitbannen van geweld.
In India en Bangladesh inspireert en bemoedigt de campagne miljoenen mensen die zich changemaker noemen. Er zijn veel voorbeelden van positieve effecten: meisjes en vrouwen worden mondiger. Zo hoorde ik over een meisje in wiens familie het ongewoon was om naar de universiteit te gaan. Zij is met haar ouders gaan praten en heeft uitgelegd wat ze wilde, waarna de familie haar toestond te gaan studeren.
Het feit dat je changemaker bent, dat je je inzet voor uitbanning van geweld tegen vrouwen, is iets om trots op te zijn. In India afficheren acteurs en andere sterren zich met de status van changemaker. En dan heb je iets te pakken, een mooi rolmodel.
Voorbeeld voor Nederland
Ik denk dat dat een inspirerend voorbeeld is voor Nederland. Want ook hier komt geweld tegen vrouwen voor. In ons land is er formele gelijkheid tussen mannen en vrouwen, maar dat betekent helaas niet dat geweld tegen vrouwen hier niet bestaat.
De We Can campagne is een voorbeeld waar we van kunnen leren. Het is een mooi voorbeeld van omgekeerde OS. Door van de succesvolle ervaringen in andere landen te leren, hoeven we niet zelf het wiel uit te vinden. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de We Can campagne in India, dan kun je constateren dat men op dat gebied voorop loopt op Nederland. Men is er daar heel actief in geslaagd de ‘civil society’ te betrekken bij het probleem van geweld tegen vrouwen. Ik heb er vertrouwen in dat we deze beweging ook in Nederland op gang kunnen brengen.
De nieuwe website www.wecan.nl zal daar zeker toe bijdragen. De site biedt inspiratie en informatie voor iedereen die iets wil doen aan geweld tegen vrouwen. En het is de plek waar je je als changemaker kunt aanmelden. Ik heb de eer om deze site nu te mogen lanceren.
Ik ben er trots op om changemaker te zijn. En ik weet zeker dat staatssecretaris Jet Bussemaker dit op het nationale niveau met evenveel enthousiasme zal doen. Jet, ik nodig jou uit om ook changemaker te worden en geweld tegen vrouwen in Nederland op de agenda te zetten!