Mensenrechten: dichterbij dan je denkt
"Overal in de wereld staan mensen vandaag stil bij mensenrechten. Ik vind dat jullie, en dat alle kinderen in Nederland, moeten weten wat mensenrechten zijn. Wat je eigen rechten zijn. En wat de rechten van anderen zijn. Dat moet op school aan de orde komen, op de lagere school, en op de middelbare school."
Dank je wel Barbara (Oomen - dagvoorzitter),
Goedemorgen allemaal,
Overal in de wereld staan mensen vandaag stil bij mensenrechten. Dat is in 1950 al zo afgesproken, toen minister Plasterk en ik nog niet eens geboren waren. De landen die toen lid waren van de Verenigde Naties vonden het belangrijk om ieder jaar op 10 december te herdenken dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens op die dag werd aangenomen.
Vandaag is het 10 december en er wordt van alles georganiseerd, ook door jongeren. Zo worden er van Australië tot Amerika, van India tot Nigeria, van Colombia tot Somalië, wandeltochten gehouden voor de mensenrechten. Nederland doet ook mee. Dat is in Leeuwarden. Beetje ver weg voor ons, maar gelukkig heeft ook het Zandvlietcollege zijn deuren vanochtend wijd opengezet voor de mensenrechten. Ik vind het ontzettend leuk om hier te zijn – om hier terug te zijn, moet ik zeggen, want mijn zoon Camiel en mijn dochter Merel hebben op het Zandvliet gezeten, dus ik ben hier bekend. Mijnheer van Dam, hartelijk dank voor de gastvrijheid vanochtend.
En ook hartelijk dank aan de leerlingen uit groep 8 van de P.H. Schreuderschool. Heel knap dat jullie vanochtend de aftrap hebben gegeven met een spreekbeurt over wat mensenrechten zijn. Ik kan met mijn verhaal zo bij jullie aansluiten.
Want wat zijn mensenrechten nou eigenlijk? Wat betekenen mensenrechten voor kinderen uit groep 8, voor 2VWO leerlingen, voor ons allemaal? Zijn mensenrechten iets abstracts, waarbij we ons niet goed een voorstelling kunnen maken? Misschien dat dat op het eerste gezicht zo lijkt. Maar als je je realiseert dat het om mensen gaat, om mannen en vrouwen, zoals jullie ouders en leraren, en om kinderen, zoals jullie zelf, dan wordt het al snel een stuk concreter, en dan komen mensenrechten ook al snel dichterbij.
Denk maar eens aan Fawziya Ammodi uit Jemen. Zij moest op haar elfde trouwen met een veel oudere man. Een paar maanden geleden overleed ze tijdens de bevalling van haar eerste kind. Ze was pas twaalf jaar.
Of denk aan Sakkubai uit India, die werd verkocht als kindslaaf en die dag en nacht moest werken, om de schulden van haar ouders af te betalen. Op haar elfde jaar werd ze gered door een vrijwilligersorganisatie, die haar opving en naar school stuurde.
En denk tenslotte maar eens aan Valentino Achak Deng, één van de Lost Boys uit Zuid-Soedan, die wegvluchtte voor het oorlogsgeweld en te voet een barre tocht maakte door de woestenij, op weg naar een vluchtelingenkamp in Kenia. Valentino was een paar weken geleden nog op bezoek op het Zandvliet; misschien hebben jullie de kans gehad om met hem te praten.
Als we het over deze kinderen hebben, voelen we allemaal haarfijn aan dat de dingen die hen zijn overkomen niet kunnen, niet hadden mogen gebeuren. Dat hen onrecht is aangedaan.
En dat is ook zo. Hun mensenrechten zijn op grove wijze geschonden. In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die al 61 jaar oud is, in het Kinderrechtenverdrag, dat dit jaar twintig jaar bestaat, staat precies op welke rechten inbreuk is gemaakt: het recht zelf je huwelijkspartner te kiezen, het recht op persoonlijke onschendbaarheid, het recht op gezondheidszorg, het recht op onderwijs, het recht op een veilig leven, vrij van geweld. Hele basale dingen, dat zijn mensenrechten. Het gaat erom dat je gelijk bent aan anderen. Niet méér, maar ook niet minder. Dat je je leven in waardigheid kunt leven.
Mensenrechten zijn basaal, maar nooit vanzelfsprekend. Ook hier niet, in een welvarend land als Nederland, waar we denken dat we het allemaal goed voor elkaar hebben. Inderdaad, er zijn hier geen twaalfjarige meisjes die sterven in het kraambed. Jullie hoeven geen kleden te knopen tot je vingers bloeden, voor een paar centen en een kom rijst. Kinderen die in Nederland opgroeien, kennen oorlog alleen van de verhalen van oma en van televisie. Maar ook jullie kunnen in situaties verzeild raken, waarin je rechten geschonden worden: seksuele intimidatie en seksueel geweld - thuis, op school of op je vereniging. Huiselijk geweld. Stille verwaarlozing. Het onder de mat schuiven van jouw eigen mening, jouw eigen keuzes, de ontwikkeling van je eigen persoonlijkheid. Dingen die afbreuk doen aan jouw mogelijkheden om je leven in waardigheid te leven. Jullie verdienen bescherming tegen schendingen van jullie rechten, en de Nederlandse overheid is verplicht jullie die bescherming te geven. Die verplichting hebben we op ons genomen door mensenrechtenverdragen te ondertekenen.
Ik vind dus dat jullie, en dat alle kinderen in Nederland, moeten weten wat mensenrechten zijn. Wat je eigen rechten zijn. En wat de rechten van anderen zijn. Dat moet op school aan de orde komen, op de lagere school, en op de middelbare school. Daarom zet ik me al een tijd in voor het bevorderen van mensenrechtenonderwijs in Nederland. Jullie kunnen denken: Goh, waar bemoeit die man zich mee? Hij is toch minister van Buitenlandse Zaken?
Maar dat mensenrechten op school worden behandeld, is ook een internationale verplichting die Nederland op zich heeft genomen. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zegt namelijk ook dat onderwijs gericht zal zijn op de versterking van de eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. En ook andere mensenrechtenverdragen die Nederland heeft ondertekend, onderstrepen het belang van onderwijs in mensenrechten.
Voor mij zijn mensenrechten heel belangrijk. Zo belangrijk, dat ik er een punt van maak andere landen aan te spreken op schendingen van de mensenrechten. Dat gaat vrij rechttoe, rechtaan. Dan zeg ik: ‘dat kan zo niet. U heeft dit en dat verdrag ondertekend, en u houdt zich daar niet aan. Dat is niet in de haak.’ Nederland steunt ook mensenrechtenverdedigers en organisaties in andere landen, financieel en in praktische zin. Daarvoor heb ik een speciaal Mensenrechtenfonds in het leven geroepen. Allemaal vanuit de gedachte dat mensenrechten voor iedereen gelden, overal en altijd. En dat iedereen beter af is in een wereld waarin de mensenrechten worden gerespecteerd: natuurlijk in de eerste plaats de mensen zelf, maar ook, uiteindelijk, wij. Onze welvaart en onze vrede hangen ook samen met welvaart en vrede op andere plaatsen in de wereld - en respect voor mensenrechten brengt welvaart en vrede dichterbij.
Maar ik kan alleen met goed fatsoen anderen aanspreken op hun gedrag, als Nederland zelf zijn zaken ook goed op orde heeft. Anders krijg je dat bekende verhaal van die splinter en die balk om je oren. En dus vind ik het belangrijk dat wij ook aan onze internationale verplichtingen voldoen. Bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechtenonderwijs. Dat kan nog beter. Dat hebben het VN Kinderrechtencomité gezegd, en de Raad van Europa. En ook van leerlingen zelf heb ik het gehoord. Nelly van der Wilde en Sofia Katib, die twee jaar geleden met mij mee reisden naar de Mensenrechtenraad in Genève, en die hier vanochtend ook aanwezig zijn, hebben mij heel duidelijk gezegd dat er in het Nederlandse onderwijs meer aandacht zou moeten zijn voor mensenrechten.
Die opbouwende kritiek moeten we ons aantrekken, en daarom ben ik zo blij dat er – in goed overleg met het ministerie van OC&W en het Platform Mensenrechteneducatie – is besloten tot een stimuleringsplan voor de integratie van mensenrechten in het onderwijs. Dat plan moet leiden tot een meer structurele inbedding van mensenrechten in het onderwijs. De Stichting Leerplanontwikkeling gaat er samen met het Platform Mensenrechteneducatie en het onderwijsveld mee aan de slag. Ik stel het bijzonder op prijs dat minister Plasterk SLO de opdracht heeft gegeven om op het gebied van burgerschap extra aandacht te besteden aan mensenrechten. Wat mij betreft een mooi begin van wat ik als een onmisbare diepte-investering beschouw.
Want mensenrechten zijn de lijm die de samenleving bij elkaar houdt. Mensenrechten bepalen hoe we met elkaar omgaan. Niet alleen in het internationale verkeer, maar ook in ons eigen land. Het eerste artikel van de Universele Verklaring zegt het op een prachtige manier:
“Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.”
Denk daar eens over na. Iedereen heeft dezelfde rechten. En, wordt daar in één adem aan toegevoegd: mensen horen zich tegenover elkaar in een geest van broederschap te gedragen. Die laatste gedachte lijken we in Nederland soms een beetje over het hoofd te zien. Als we al stilstaan bij mensenrechten, dan is dat vooral vaak bij onze eigen rechten. Ons eigen recht op vrijheid van meningsuiting, bijvoorbeeld. En dan vergeten we gemakshalve dat een ander datzelfde recht heeft, en dus ook het recht om het niet met jou eens te zijn.
Dames en heren,
Mensenrechten zijn dus niet iets dat ver weg is, mensenrechten zijn dichterbij dan je denkt. En daarom is het belangrijk dat er op scholen over onderwezen wordt, dat er over gesproken wordt en dat jullie gedachten erover gescherpt worden. Dat gebeurt misschien nu al, in lessen over burgerschap, of tijdens maatschappijleer, of bij andere vakken zoals geschiedenis. Maar het kan structureler, zodat het beter beklijft. Daar geeft het stimuleringsplan een eerste aanzet toe, met alle respect voor de vrijheid van onderwijs, die in Nederland een groot goed is. Ik hoop van harte dat jullie het met mij, en met Nelly en Sofia, eens zijn dat dat een waardevolle aanvulling is op wat jullie op school leren.
Gelijkwaardigheid, gerechtigheid, humaniteit, solidariteit en vrijheid zijn waarden die aan onze samenleving ten grondslag liggen. Jullie plukken daar de vruchten van, maar het is ook aan jullie om ervoor te zorgen dat dit zo blijft. Respect voor mensenrechten is daarvoor de sleutel. Niet alleen op 10 december, maar elke dag.
Dank jullie wel.