Kamerbrief over de Durban Review Conferentie
Naar aanleiding van de brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van de Eerste Kamer van 22 april jl. en naar aanleiding van mijn toezegging in mijn brief aan de Tweede Kamer van 20 april jl. met kenmerk DMH/MR 307/09 kan ik u het volgende berichten over de Durban Review Conferentie.
Moment en motivatie van het besluit niet deel te nemen
Ik heb op 18 april besloten dat Nederland niet deelneemt aan de VN-conferentie tegen racisme die van 20 tot 23 april 2009 plaatsvond in Genève. De belangrijkste argumenten hiervoor zijn geweest: ondanks een consistente en constructieve Nederlandse inzet tijdens het voorbereidingsproces, voldeed de slottekst niet volledig aan de Nederlandse eisen. Ook tijdens de discussies over het slotdocument in het voorbereidende comité (prepcom) vlak voor de conferentie, kon geen overeenstemming bereikt worden over voorstellen die aan de Nederlandse inzet tegemoet kwam. Tevens vreesde ik dat de conferentie misbruikt zou worden voor onacceptabele, zelfs haatzaaiende uitspraken. Het is triest om te constateren dat ik hierin gelijk heb gekregen. De Iraanse president heeft over de ruggen van slachtoffers van racisme deze conferentie misbruikt om vraagtekens bij de Holocaust te plaatsen, Israël te delegitimeren, de vrijheid van meningsuiting ter discussie te stellen en bepaalde vormen van discriminatie – zoals die op grond van seksuele geaardheid – te negeren. Ik wenste niet aan zo’n bijeenkomst deel te nemen. Antiracisme en de strijd tegen discriminatie zijn te belangrijke kwesties om ze te laten misbruiken voor oneigenlijke doelen. Omdat de conferentie in mijn optiek geen serieuze bijdrage leverde aan de noodzakelijke strijd tegen racisme was vertegenwoordiging op een lager niveau of door een parlementaire delegatie geen zinvolle optie.
Tijdens de maandenlange voorbereidingen voor de conferentie ben ik steeds heel helder geweest over de Nederlandse positie. Mijn inzet was erop gericht om tot een acceptabele slotverklaring en een niet gepolitiseerde conferentie te komen. Daartoe heeft Nederland meerdere malen constructieve tekstvoorstellen gedaan.
Nederland heeft zelfs een alternatief slotdocument opgesteld, dat zich daadwerkelijk richt op de evaluatie van antiracisme- en antidiscriminatiebeleid. De meeste VN-lidstaten wilden echter vasthouden aan de oorspronkelijke tekst.
Appreciatie van het slotdocument
Nederland heeft zich gedurende het voorbereidingsproces ferm doch constructief opgesteld. Dankzij onze inzet is de tekst van de slotverklaring op vele punten verbeterd, echter de op 21 april aangenomen slottekst voldeed niet aan alle door Nederland gestelde eisen. Aangezien de slotverklaring de Durban Verklaring uit 2001 herbevestigt (waarin Israël wordt genoemd), kon ik niet met de tekst akkoord gaan. Daarmee wordt Israël alsnog in het beklaagdenbankje geplaatst. Ook de link die in paragraaf 5 tussen racisme en bezetting wordt gelegd vind ik verwerpelijk. Vervolgens wordt in paragraaf 67 nog verwezen naar een resolutie uit de AVVN waarin godsdienstlastering wordt genoemd. Ook dat is voor mij onverteerbaar. Tenslotte vormt het slotdocument geen werkelijke evaluatie van wereldwijd antiracismebeleid, wat het doel van de conferentie en de verklaring had moeten zijn.
Geen gezamenlijke EU-positie
Ik sta zeker niet alleen in mijn besluit. Naast de VS, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Israël hebben ook EU-lidstaten Duitsland, Italië, Tsjechië en Polen besloten om niet deel te nemen. Het is jammer dat niet de gehele Unie is weggebleven – vanzelfsprekend vind ik EU-eenheid op zich belangrijk – maar ik neem liever een goed besluit alleen, dan een slecht besluit gezamenlijk.
Inzet in de strijd tegen racisme en discriminatie
Bestrijding van racisme en elke andere vorm van discriminatie blijft nationaal en internationaal een speerpunt van het regeringsbeleid. Zo heeft Nederland in 2003 in samenspraak met het maatschappelijk middenveld een Nationaal Actieplan tegen racisme opgesteld, als gevolg van de Durban Conferentie uit 2001. De regering werkt nu aan een nieuw plan tegen racisme ter uitvoering van de Integratienota 2007-2011.
Binnen internationale organisaties en in bilateraal verband zal Nederland zich blijven inzetten voor de wereldwijde bescherming van de positie van etnische, religieuze en andere minderheden, en zal Nederland zich blijven verzetten tegen discriminatie op welke grond dan ook. We zullen ook de dialoog blijven voeren met landen over de inspanningen die wij én zij leveren om racisme tegen te gaan.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen