Kamerbrief inzake voortgang circulaire migratie

Mede namens de Staatssecretaris van Justitie wil ik u met deze brief informeren over de voortgang van de pilot circulaire migratie, zoals toegezegd tijdens het AO Migratie en Ontwikkeling van 12 februari jl.

Aanbesteding:

De aanbestedingsprocedure die eerder dit jaar in gang was gezet voor het uitvoeren van de pilot circulaire migratie werd in maart 2009 gesloten. Drie inschrijvingen werden ontvangen, waarvan er twee voldeden aan de gestelde eisen. De door de inschrijvers beraamde uitvoeringskosten bleken echter onaanvaardbaar hoog. Na overleg werd daarom besloten de opdracht niet te gunnen en de aanbesteding mislukt te verklaren.

Op 16 juli 2009 werd de pilot circulaire migratie opnieuw openbaar aanbesteed, maar in een aanzienlijk soberder opzet. Er werd een uitgavenplafond van 3,8 miljoen euro (exclusief BTW) ingebouwd. De sluitingsdatum voor inschrijving was 7 september jl.

Gunning:

Drie offertes werden ontvangen, waarvan die van de Stichting Hersteld Vertrouwen in de Toekomst (HIT) als beste werd beoordeeld. Een belangrijk punt daarbij was dat in de offerte van HIT een relatief groot bedrag rechtstreeks ten goede komt aan de voorbereiding, tewerkstelling en reïntegratie van de circulaire migrant. Daarnaast besteedt HIT veel aandacht aan de terugkeer van de circulaire migranten; het te hanteren Persoonlijk Ontwikkelingsplan per migrant is hierop gericht. HIT spant zich ook meer in voor het vinden van nieuw werk en ondersteunt de circulanten beter bij het opzetten van een eigen bedrijf in het land van herkomst.

Evaluatie en monitoring:

De pilot zal worden gemonitoord en geëvalueerd door de Wereld Bank (de World Bank Development Research Group), die deze taak graag op zich neemt en de pilot op de voet zal volgen vanwege het vernieuwende karakter. Ten behoeve van de externe evaluatie en monitoring van de pilot is een uitgebreide Terms of Reference opgesteld.

Korte inhoud pilot:

De pilot wordt uitgevoerd in het kader van het migratie- en ontwikkelingsbeleid.

Voor de pilot komt een kleine groep middelbaar geschoolde arbeidsmigranten uit Indonesië en Zuid-Afrika (uit elk land maximaal 80 personen) maximaal twee jaar in Nederland werken en leren (‘learning on the job’).

Zowel Indonesië als Zuid-Afrika zijn landen die voorkomen op de OS-partnerlijst.

Voor Indonesië is gekozen omdat dit land een grote economische capaciteit heeft en de regering veel belang hecht aan de ontwikkeling van arbeidsmigratiebeleid. De regering bespreekt momenteel een concreet en geïntegreerd terugkeerbeleid in termen van sociale, economische en financiële assistentie. Voor Zuid-Afrika is gekozen omdat het land een hoog aanbod heeft van gekwalificeerde beroepsbeoefenaren en omdat de kennis van het Engels onder de doelgroep geen uitzondering, maar regel is. Zuid-Afrika is in de eerste plaats een immigratieland met een grote aantrekkingskracht op arbeidsmigranten uit omliggende landen. De Zuid-Afrikaanse regering hecht echter ook veel waarde aan terugkeer van Zuid-Afrikanen die een meerwaarde kunnen leveren op de arbeidsmarkt door hun buitenlandervaring. Het land heeft geen overkoepelend reïntegratiebeleid. Wel ontplooit het Ministerie van Arbeid een aantal initiatieven op het gebied van arbeidsintegratie, onder andere gericht op het starten van een eigen bedrijf. De pilot zal daarbij aansluiten.

De migranten zullen reguliere arbeid gaan verrichten in beroepen waarvoor op dit moment tekorten bestaan op de Nederlandse arbeidsmarkt (tekortberoepen). Een analyse door UWV Werkbedrijf en gesprekken met ondernemers en internationale uitzendbureaus wijst op dit moment naar beroepen in de metaal (scheeps- en machinebouw), voedingsmiddelenindustrie, agribusiness en logistiek. Gezien de volatiliteit van de huidige arbeidsmarkt zal deze analyse in de startfase van de pilot opnieuw worden uitgevoerd.

Om optimaal gebruik te maken van het leer-werktraject in Nederland en om de maximale ontwikkelingsimpact te realiseren wordt een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) opgesteld. Het POP focust op de professionele ambities van de migrant en is een voortdurend leerproces, met als uitgangspunten de lange-termijn doelen van de werknemer (in het land van herkomst), de lange-termijn doelen van de werkgever, de huidige en de toekomstige functie-eisen en het functioneren van de werknemer. Daarnaast is er voor elke migrant een persoonsgebonden budget beschikbaar, te besteden aan training en/of opleiding op basis van de doelen die in het POP zijn geformuleerd.

Terugkeer is essentieel voor het succes van de pilot. Centraal in de aanpak van terugkeer en reïntegratie staat het ontwikkelen van nieuwe competenties en vaardigheden die circulanten in het land van herkomst niet kunnen leren en die de circulanten bij terugkomst te gelde kunnen maken. Daarnaast is er ondersteuning in het thuisland in de vorm van een breed en werkbaar economisch en sociaal netwerk, in combinatie met investeringsmogelijkheden, training en reïntegratieondersteuning (arbeidsbemiddeling of ondersteuning bij het opzetten van een eigen bedrijf).

Met de in Nederland opgedane werkervaring kunnen de migranten, na terugkeer, hun professionele positie verbeteren of een eigen bedrijf opstarten, en zo bijdragen aan duurzame ontwikkeling van hun land van herkomst. De pilot leidt tot een grotere zelfredzaamheid van de individuele circulant en stimuleert de migrant zijn individuele potentieel zo volledig mogelijk te benutten. Deze microbenadering vormt het uitgangspunt. De potentie op lange termijn zit in armoedebestrijding en het tegengaan van brain drain. Daarmee wordt rechtstreeks bijgedragen aan de ontwikkelingsdoelstellingen van de Nederlandse overheid. In het kader van de pilot is gezinshereniging niet toegestaan.

De pilot zal op 1 december a.s. van start gaan. Einddatum is 30 november 2012.

HIT zal het eerste half jaar gebruiken voor overleg met herkomstlanden en sociale partners, voor het opzetten van wervings- en selectieprocedures, voor de identificatie van Nederlandse werkgevers en arbeidsmarkttekorten, voor het creëren van profielen van circulanten, voor het plaatsen van advertenties, e.d. De eerste migranten zullen dan ook pas in de zomer van 2010 in Nederland kunnen worden verwelkomd. De circulanten zullen maximaal twee jaar arbeid in Nederland verrichten.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders